‘TU kan opleidingen slimmer aanbieden online’

Gefeliciteerd. U wacht een stevige taak met toenemende studentenaantallen, veranderende curricula, bsa-discussies, overschrijdingen in ras-maanden, beginnende moocs en prestatieafspraken met het ministerie.

“Ik heb er ontzettend veel zin in. Het is een mooie brede portefeuille met zowel diensttaken zoals bijvoorbeeld studentenadministratie én onderwijsbeleid en kwaliteit.”

Dat klinkt heel anders dan uw opleiding wetenschapsgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Is dat een grote overstap?
“Ik heb nu vijftien jaar werkervaring en doe niet zo heel veel meer met die opleiding. De afgelopen 12,5 jaar ben ik bij Capgemini adviseur management en organisatie geweest en heb ik alleen nog maar in het onderwijs gewerkt: voor het ministerie, universiteiten, de inspectie en DUO (de Dienst Uitvoering Onderwijs, red.). Mijn leerschool was het hbo-fraude dossier. Ik heb daar alle kanten van het onderwijs gezien. Daarna raakte ik betrokken bij een strategieproject waaruit later DUO voortkwam. Verder ben ik secretaris geweest van de commissie onderwijstijd: hoeveel lestijd is er nodig voor goed onderwijs en hoe zie je erop toe dat dat wordt gerealiseerd? De laatste twee jaar heb ik mij zeer intensief beziggehouden met online onderwijs en innovatie daarin. Ik heb op dat vlak veel met universiteiten gewerkt, onder andere met de TU Delft waarvoor in het afgelopen najaar de online strategie opnieuw is herijkt en ik het businessplan Delft Online Education heb helpen schrijven.”

Dus u kent de TU Delft.
“Ja, dat was een van de redenen dat ik gesolliciteerd heb. Ik was zo enthousiast over de open en pragmatische instelling die ik daar aantrof. Ik heb veel universiteiten van binnen gezien, en dat was hier toch wel anders dan aan andere universiteiten. Dat heeft zeker een rol gespeeld in mijn keuze.”

Wat is er zo anders aan de TU?
“Mensen stonden hier erg open voor innovatie, waren heel resultaatgericht en praktisch, pragmatisch. Dat kom je nog wel eens anders tegen: mensen die graag problematiseren en alles een beetje moeilijk maken.”

U bent voorzitter en medeoprichter van de Stichting Khan Academy Nederland. Wat doet u met die stichting?
“Het is een non-profit stichting van vrijwilligers die alle instructiefilmpjes en het leerplatform van de Khan Academy in het Nederlands beschikbaar willen krijgen. Gratis. Voor iedereen.”

Moet u dat werk nu opgeven?
“Dat doe ik erbij. Dat deed ik ook bij Capgemini, dus dat zal ik erbij blijven doen. Ik deed dat zeker vorig jaar vrij intensief: één dag in de week. Dat zal minder worden: ik denk een paar uur per week. Ik heb gelukkig veel mensen om me heen die daar inmiddels ook aan trekken.”

Waar gaat u zich als eerste op richten bij de TU?
“De focus ligt hoofdzakelijk op drie dingen: studierendement, internationalisering en online onderwijs.”

Voor het verhogen van het studierendement is al veel in gang gezet, wat wilt u daar aan toevoegen?
“Ik denk zelf dat het een flinke uitdaging is om de doelen te realiseren. De TU bungelt een beetje onderaan in de rankings van Nederlandse universiteiten. Dat hebben de technische universiteiten sowieso. Ten opzichte van hen doet de TU Delft het niet slecht: veel studenten behalen de eindstreep, maar het duurt wat langer dan elders. Daarover zijn afspraken gemaakt, om dit toch wat korter te krijgen. We moeten kijken hoe we het op een slimme en innovatieve manier kunnen doen.”

Denkt u bijvoorbeeld aan een norm van zestig studiepunten voor het bindend studieadvies?
“Er zijn universiteiten die daar nu mee experimenteren. Ik ben zelf wel een fan van Henk Schmidt van de Erasmus Universiteit Rotterdam, die al jaren onderzoek doet naar studierendement. Hij heeft duidelijke aanwijzingen dat als je de norm verhoogt, studenten zich daar op richten en ineens wel in staat blijken die te halen. Maar daar zit een beleidskeuze achter of je dat wenselijk vindt. Het kan, maar het heeft ook consequenties. Ik ben benieuwd hoe studenten daar tegenaan kijken. Ik heb daar niet een vooraf uitgesproken mening over. Ik wil daar graag met de faculteiten en studenten over discussiëren.”

Wat wilt u met internationalisering?
“Ik denk dat internationalisering voor de master- en phd-fase echt cruciaal is, om academisch talent te blijven werven wat nodig is om mee te kunnen blijven spelen. Daarvoor moet je dus wel internationaal talent blijven werven. Daarvoor moet je misschien ook nog wel in je bachelorfase wat blijven groeien met internationale studenten. Dat wordt wel een uitdaging, zeker omdat online nu veel dingen spelen die impact hebben op je internationale positionering, zichtbaarheid en aantrekkelijkheid. Dat hangt erg samen, in mijn visie. Of je dan echt nog op de campus moet uitbreiden, weet ik niet zozeer. De strategische agenda laat zien dat er wel een kleine groeiambitie is, maar eigenlijk niet zo’n grote. En dat er ook al wel gesproken is in het college of dat misschien moet stabiliseren of zelfs licht moet krimpen.”

Er moet meer online, zoals nu met de online masters en de moocs komend collegejaar?
“Ja, daar zou je meer kunnen groeien. En dan moet je heel slim kijken wat je nog wel doet en wat niet. Zeker als je kijkt naar het Delftse ingenieursdiploma. De waarde daarvan moet natuurlijk wel gegarandeerd blijven. Daarvoor heb je misschien ook wel een stukje Delft nodig. Ik denk zelf dat dat zeker zo is, maar je kunt dingen ook slimmer aanbieden online waardoor je de slimste studenten voor masters en phd’s naar Delft haalt en groei realiseert.”

En de relatie TU Delft – Khan Academy?
“Ik weet dat er al wat experimenten zijn gedaan op de Khan Academy voor het wegwerken van deficiënties bij het wiskundeonderwijs. Daar is in 3TU-verband naar gekeken. De Khan Academy bleek verrassend goed te scoren in de ogen van studenten. Je ziet het ook in andere werelddelen: MIT experimenteert ook met Khan voor instromende studenten. Dus dat vind ik een leuke combi. Ik zie wel mogelijkheden om wat pilots te doen.”

Heeft u er zin in?
“Heel veel. Ik zie het als een enorm leuke uitdaging en heb gelukkig al met wat mensen mogen werken. Ik heb de indruk dat er een goede match is en dat we dezelfde visie hebben. Dat is hartstikke leuk.”