Onderwijs

TU Delft moet de wereld helpen redden

Collegevoorzitter Hans van Luijk bepleitte vrijdag op de dies natalis een grotere rol voor de TU Delft bij de aanpak van mondiale problemen. En oud-gastschrijver Henk Hofland vond dat in het oververhitte maatschappelijke discours het geluid van de TU Delft te zacht klinkt.

Goedkopere zonnecellen met een hoger rendement. Een snelle maar zuinige superbus als alternatief voor de dure Zuiderzeelijn. Verbeterde opslagmethodes voor waterstof, zodat je honderden kilometers in een waterstofauto kunt rondrijden. Nieuwe waterzuiveringstechnieken.

“Op dat soort kennis zit de wereld te wachten”, zei collegevoorzitter Hans van Luijk, na uiteenlopend Delfts onderzoek op het gebied van water en energie te hebben opgesomd. Van Luijk vindt dat de TU Delft een sleutelrol kan en moet spelen bij het oplossen van de wereldproblemen die nu al een schaduw over de 21ste eeuw werpen.

De rede van Van Luijk deed denken aan het boek ‘High noon . twenty global problems, twenty years to solve them’ van Jean-Franois Rischard. Maar waar de Wereldbankmedewerker Rischard twintig wereldproblemen kon analyseren en met mogelijke oplossingen te lijf kon gaan, moest de collegevoorzitter zich beperken tot twee thema’s: energie en water. Niet toevallig ook speerpunten in het onderzoek van de TU Delft.

Nu al bestaat een dramatische behoefte aan kennis om het levenspeil in de arme en rijke landen respectievelijk te laten stijgen en op peil te houden, stelde Van Luijk. De slides spraken duidelijke taal: binnen vijftig jaar groeit de wereldbevolking met drie miljard mensen, terwijl je aan vier aardbollen nog niet genoeg zou hebben om de huidige zes miljard op het peil van de Verenigde Staten te laten leven. Een land als China is in energieverbruik nog ver verwijderd van Amerika, maar is bezig met een inhaalrace.

“Energie, laten we kijken wat Jeroen van der Veer daarover te zeggen heeft”, zei Van Luijk, en toen bleef het scherm zwart. “Voorlopig nog niet veel…”

Maar daar verscheen de Shell-topman al, om te vertellen dat het mondiale energiegebruik de komende decennia zal verdubbelen. Dat zou je voor vijftig procent met alternatieve energiebronnen moeten kunnen opvangen. Het was te vroeg om te zeggen welke vorm van schone energie uiteindelijk zou domineren. Shell had verschillende potjes op het vuur staan, en kennis uit Delft kon een cruciale rol spelen bij die duurzaamheidswedloop.

Voor hij aan zijn rede begon, hield rector magnificus Jacob Fokkema een gedreven college over de oorzaken van de tsunami. Toen hij later journalist en oud-gastschrijver Henk Hofland op het podium uitnodigde voor een dialoog temidden van archiefkasten, wilde Hofland allereerst van deze expert weten of je zulke enorme verschuivingen in de aardkorst niet kunt voorzien. Lastig, wist Fokkema. “Het probleem zijn aardschollen die tegen elkaar aandrukken, en al de opgebouwde energie die vrijkomt als ze losschieten.” In Delft werd wel onderzoek gedaan naar sensors die de spanningsopbouw van gesteenten onder druk kunnen ‘beluisteren’ en meten. “Maar een voorspelling moet absoluut correct zijn. Als we een aardbeving in Tokio voorspellen en hij komt niet uit, zitten we met een probleem.” Het omgekeerde scenario is ook niet erg aantrekkelijk, stelde Hofland. “Een gruwelijk dilemma.”

Fokkema wilde het gesprek op de roep om meer innovatie brengen, maar Hofland wilde eerst nog iets over zijn zelfgebouwde, op het scherm getoond voertuig kwijt. “Hij rijdt als een waanzinnige en maakt een ongelooflijk lawaai”, glunderde de geestelijke vader. “Ik heb hem voor het eerst uitgeprobeerd op een Grieks plein, waar net de kerk uit ging. Het was alsof ze het opperwezen zagen!”

Zijn ze in de Verenigde Staten nu echt zo innovatief, wilde Fokkema weten. Hofland dacht van wel, en gaf als voorbeeld de bedelaars in New York: hun methodes zijn veel harder, slimmer en doelgerichter dan die van hun ‘collega’s’ in Nederland. “Je ziet het ook in de journalistiek. Je hebt in Nederland uitstekende verslaggevers, maar als je naar het gemiddelde kijkt moet je constateren dat de journalisten in de Verenigde Staten net iets meer hun best doen. Treurig voor ons.”

Hofland vond dat de TU Delft te weinig van zich liet horen in de discussies over de toekomst van Nederland. “Dat is spijtig, want er wordt zoveel gezwetst. Universiteiten zouden meer de stem van de deskundigheid moeten laten horen, partij kiezen zonder zich met een politieke partij te vereenzelvigen. De renovatie van de binnensteden, de zweeftrein, de martelende twijfel of de Betuwelijn nu een catastrofe is of niet: de TU Delft zou zich vaker kunnen mengen in het maatschappelijke debat.”

Dat debat wordt momenteel in Nederland ‘vernield’, omdat mensen zich laten meeslepen door ‘de obsessie van de dag’, constateerde Hofland. Daar zou je wel meer over willen horen, maar een muziekje maakte onverbiddelijk duidelijk dat de heren hun gesprek maar elders moesten voortzetten: er stond onder meer nog de uitreiking van een eredoctoraat aan antenneonderzoeker Antoine Roederer op het programma. “Henk, wil je met mij in de zaal zitten, vind je dat leuk?”

Goedkopere zonnecellen met een hoger rendement. Een snelle maar zuinige superbus als alternatief voor de dure Zuiderzeelijn. Verbeterde opslagmethodes voor waterstof, zodat je honderden kilometers in een waterstofauto kunt rondrijden. Nieuwe waterzuiveringstechnieken.

“Op dat soort kennis zit de wereld te wachten”, zei collegevoorzitter Hans van Luijk, na uiteenlopend Delfts onderzoek op het gebied van water en energie te hebben opgesomd. Van Luijk vindt dat de TU Delft een sleutelrol kan en moet spelen bij het oplossen van de wereldproblemen die nu al een schaduw over de 21ste eeuw werpen.

De rede van Van Luijk deed denken aan het boek ‘High noon . twenty global problems, twenty years to solve them’ van Jean-Franois Rischard. Maar waar de Wereldbankmedewerker Rischard twintig wereldproblemen kon analyseren en met mogelijke oplossingen te lijf kon gaan, moest de collegevoorzitter zich beperken tot twee thema’s: energie en water. Niet toevallig ook speerpunten in het onderzoek van de TU Delft.

Nu al bestaat een dramatische behoefte aan kennis om het levenspeil in de arme en rijke landen respectievelijk te laten stijgen en op peil te houden, stelde Van Luijk. De slides spraken duidelijke taal: binnen vijftig jaar groeit de wereldbevolking met drie miljard mensen, terwijl je aan vier aardbollen nog niet genoeg zou hebben om de huidige zes miljard op het peil van de Verenigde Staten te laten leven. Een land als China is in energieverbruik nog ver verwijderd van Amerika, maar is bezig met een inhaalrace.

“Energie, laten we kijken wat Jeroen van der Veer daarover te zeggen heeft”, zei Van Luijk, en toen bleef het scherm zwart. “Voorlopig nog niet veel…”

Maar daar verscheen de Shell-topman al, om te vertellen dat het mondiale energiegebruik de komende decennia zal verdubbelen. Dat zou je voor vijftig procent met alternatieve energiebronnen moeten kunnen opvangen. Het was te vroeg om te zeggen welke vorm van schone energie uiteindelijk zou domineren. Shell had verschillende potjes op het vuur staan, en kennis uit Delft kon een cruciale rol spelen bij die duurzaamheidswedloop.

Voor hij aan zijn rede begon, hield rector magnificus Jacob Fokkema een gedreven college over de oorzaken van de tsunami. Toen hij later journalist en oud-gastschrijver Henk Hofland op het podium uitnodigde voor een dialoog temidden van archiefkasten, wilde Hofland allereerst van deze expert weten of je zulke enorme verschuivingen in de aardkorst niet kunt voorzien. Lastig, wist Fokkema. “Het probleem zijn aardschollen die tegen elkaar aandrukken, en al de opgebouwde energie die vrijkomt als ze losschieten.” In Delft werd wel onderzoek gedaan naar sensors die de spanningsopbouw van gesteenten onder druk kunnen ‘beluisteren’ en meten. “Maar een voorspelling moet absoluut correct zijn. Als we een aardbeving in Tokio voorspellen en hij komt niet uit, zitten we met een probleem.” Het omgekeerde scenario is ook niet erg aantrekkelijk, stelde Hofland. “Een gruwelijk dilemma.”

Fokkema wilde het gesprek op de roep om meer innovatie brengen, maar Hofland wilde eerst nog iets over zijn zelfgebouwde, op het scherm getoond voertuig kwijt. “Hij rijdt als een waanzinnige en maakt een ongelooflijk lawaai”, glunderde de geestelijke vader. “Ik heb hem voor het eerst uitgeprobeerd op een Grieks plein, waar net de kerk uit ging. Het was alsof ze het opperwezen zagen!”

Zijn ze in de Verenigde Staten nu echt zo innovatief, wilde Fokkema weten. Hofland dacht van wel, en gaf als voorbeeld de bedelaars in New York: hun methodes zijn veel harder, slimmer en doelgerichter dan die van hun ‘collega’s’ in Nederland. “Je ziet het ook in de journalistiek. Je hebt in Nederland uitstekende verslaggevers, maar als je naar het gemiddelde kijkt moet je constateren dat de journalisten in de Verenigde Staten net iets meer hun best doen. Treurig voor ons.”

Hofland vond dat de TU Delft te weinig van zich liet horen in de discussies over de toekomst van Nederland. “Dat is spijtig, want er wordt zoveel gezwetst. Universiteiten zouden meer de stem van de deskundigheid moeten laten horen, partij kiezen zonder zich met een politieke partij te vereenzelvigen. De renovatie van de binnensteden, de zweeftrein, de martelende twijfel of de Betuwelijn nu een catastrofe is of niet: de TU Delft zou zich vaker kunnen mengen in het maatschappelijke debat.”

Dat debat wordt momenteel in Nederland ‘vernield’, omdat mensen zich laten meeslepen door ‘de obsessie van de dag’, constateerde Hofland. Daar zou je wel meer over willen horen, maar een muziekje maakte onverbiddelijk duidelijk dat de heren hun gesprek maar elders moesten voortzetten: er stond onder meer nog de uitreiking van een eredoctoraat aan antenneonderzoeker Antoine Roederer op het programma. “Henk, wil je met mij in de zaal zitten, vind je dat leuk?”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.