Wetenschap

TU-boegbeeld Savenije zwaait af: ‘Het is mooi geweest’

Waarom is Nederland zo goed met water? Niet door de polders, maar omdat onze ingenieurs al eeuwenlang wereldwijd werken. Een terugblik met scheidend hydroloog Huub Savenije.

Huub Savenije: "Ik ben al twee jaar bezig de boel af te ronden en ik kan er nu goed mee stoppen. Ik ga niet als oude vent voorop blijven lopen." (Foto: Jos Wassink)

Hoogleraar hydrologie Huub Savenije (faculteit CiTG) neemt op vrijdag 28 september afscheid van de TU Delft. De dag ervoor brengt hij door met twintig van de 35 promovendi die hij begeleid heeft. Ze komen vanuit Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Het is tekenend voor de man wiens onderzoeksterrein altijd buiten Nederland heeft gelegen. “De hydrologie van Nederland is eigenlijk vrij oninteressant”, vindt hij.


Nederland is, zoals Louis XIV zei, een aanspoelsel van de Franse rivieren, en dat is het ook. Maar de Franse rivieren zijn wel vele malen interessanter, net als de hogere delen van de Rijn.”


Savenije heeft vanaf het begin van zijn loopbaan in 1978 onderzoek gedaan naar de indringing van zout zeewater in open riviermondingen. Estuaria, zoals die gebieden heten, zijn rijke ecosystemen, vruchtbare visgronden en belangrijke landbouwgebieden. Zolang het zout niet te ver oprukt tenminste. Geïnspireerd door de kleurrijke verhalen uit Afrika en Azië van zijn leermeester Professor Adriaan Volker, ging de jonge ingenieur Savenije eind jaren zeventig aan de slag met de zoutindringing in de Mozambicaanse estuaria.


‘Onze roem is gebaseerd op onze kennis van de wereld’


“Toen ben ik, volledig verstoken van literatuur en communicatie, gaan puzzelen. Ik ben gaan meten. Eerst dacht ik: dit is uitermate ingewikkeld. Dat had ik geleerd op college. Maar uit mijn metingen vond ik een opmerkelijke eenvoud. Ik kon de zoutindringing heel eenvoudig mathematisch beschrijven. Ik was er wel jaren mee bezig geweest natuurlijk, maar ik vond analytische vergelijkingen waarmee ik de zoutindringing eenvoudig kon beschrijven. Dat heb ik toen op vier estuaria in Mozambique toegepast. Daarna ben ik bij een consultant gaan werken en heb ik over de hele wereld gereisd, en overal bleek die theorie te kloppen.”


Wereldwijd actief met oog voor overkoepelende patronen en internationale samenwerking, dat zou Savenije’s handelsmerk worden. In 1992 promoveerde hij op zijn vergelijkingen voor zoutindringing in estuaria. Maar hij bleef zich afvragen hoe het mogelijk is dat de uitkomst van zulke ingewikkelde driedimensionale stromingsprocessen van zout en zoet water in een wijd vertakt patroon van stroompjes kennelijk door enkele eenvoudige vergelijkingen beschreven kan worden. De sleutel van dat raadsel vond hij pas enkele jaren geleden toen hij een parallel begon te zien tussen stroomgebieden, bloedsomloop en de nerven in een blad: de natuur kiest altijd de meest efficiënte weg.

“Door ons koloniaal verleden hebben we ervaring opgedaan met complexe, wilde systemen.” (Foto: Jos Wassink)

Was het idealisme dat Savenije naar verre landen dreef, was het een verlangen naar avontuur? Volgens Savenije is er meer aan de hand: “Waarom is Nederland zo goed in water? Dat komt niet door onze polders. Dat is omdat Nederlandse ingenieurs altijd over de hele wereld hebben gewerkt. Door ons koloniaal verleden hebben we ervaring opgedaan met complexe, wilde systemen. Met cyclonen, enorme hoeveelheden regen en kolkende rivieren. Ik heb les gehad van Indiëgangers zoals Professor Adriaan Volker. Onze roem is gebaseerd op onze kennis van de wereld, niet alleen onze kennis van Nederland.”

Vanuit dat besef was Savenije eind 2015 betrokken bij de opzet van het TU Delft Global Initiative. “Het is niet alleen humanitair goed om met ontwikkelingslanden samen te werken, het is ook goed voor Nederland. Het is belangrijk dat wij dit soort relaties aangaan. Iedereen heeft het over klimaatverandering. Dan moet je gaan kijken in landen waar nu het klimaat heerst dat wij straks krijgen. Bij ons zullen stormen heftiger worden. Als je dat wilt begrijpen, moet je kijken in landen waar cyclonen aan de orde van de dag zijn. Hydrologie als wetenschap betekent dat we de problemen van morgen helpen oplossen door kennis te nemen van hoe systemen werken. Daarvoor is Nederland te klein.”


De aanstaande emeritus praat snel en bevlogen. Tijdens het gesprek wordt hij gebeld uit Vietnam. “Deze moet ik even nemen, sorry.” Het is moeilijk voor te stellen dat hij er per 1 oktober mee stopt. “Dat zegt iedereen”, reageert Savenije, “Maar zo is het wel. Ik heb er de laatste vijf jaar aan gewerkt om de lijntjes bij elkaar te laten komen. Ik ben al twee jaar bezig de boel af te ronden en ik kan er nu goed mee stoppen. Ik heb nog een paar promovendi die ik netjes afmaak. Maar ik ga niet als oude vent voorop blijven lopen. Het is mooi geweest.”


  • CV

    Prof.dr.ir. Huub Savenije is sinds 1998 hoogleraar hydrologie bij de Faculteit Civiele techniek en Geowetenschappen, waar hij de onderzoeksgroep waterhuishouding leidt. Hij studeerde in 1977 af aan de TU Delft, werkte vervolgens vooral in Afrika en Azië en keerde in 1990 terug in Delft voor zijn promotie (1992). Twee jaar later werd hij benoemd als hoogleraar bij Unesco-IHE in Delft, en in 1998 als hoogleraar aan de TU. Hij was hoofredacteur van het vakblad Hydrology and Earth System Sciences (HESS) dat in 2005 open-access werd. Vorig jaar kende de American Geophysical Union (AGU) hem de International Award toe voor zijn bijdragen aan het vakgebied én de inzet van wetenschap ten bate van ontwikkelingslanden. Savenije wordt opgevolgd door dr.ir. Hessel Winsemius, afkomstig van Deltares.

Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.