Campus

Trap er niet in: 5 tips van de AIVD

Precies in de week dat de TU’s eigen dr. Strangelove overleed, bezocht AIVD’er Lennard van Veen de campus om studenten en medewerkers bij te praten over kennisveiligheid.

"Negen van de tien keer zal het loos alarm zijn. Maar het gaat om die tiende keer", aldus AIVD'er Lennard van Veen. (Foto: Unsplash/Chris Yang)

De wereld hoorde vorige week dat Abdul Qadir Khan is overleden – de Pakistaanse TU-alumnus die zich ontpopte als de atoomspion die in de jaren 70 bij de Nederlandse uraniumverrijker Urenco nucleaire informatie wist te ontvreemden. Daarmee ontwikkelde Khans vaderland een eigen atoombom.

Khan kwam niet ter sprake tijdens de lunchlezing van AIVD-accountmanager Van Veen, maar het raakt wel het onderwerp ervan: kennisveiligheid. Voor een gerenommeerd kennisinstituut zoals de TU Delft vormen spionage en buitenlandse inmenging niet te onderschatten risico’s, benadrukte Van Veen.

‘Het is een keiharde wereld waarin meedogenloze spelletjes met je worden gespeeld’

Hij vertelde dat hierover al langere tijd gesprekken gaande zijn met het college van bestuur en de afdeling integrale veiligheid. “Maar het is nog belangrijker om júllie hierover te spreken, de mensen uit de praktijk. Want óók als medewerker of student van de TU kun je slachtoffer worden. En het is een keiharde wereld waarin meedogenloze spelletjes met je worden gespeeld.” Delta destilleerde deze vijf tips uit Van Veens verhaal om te voorkomen dat je daarin terecht komt:

  1. Wees niet naïef
    Denk niet dat spionage en buitenlandse inmenging nauwelijks voorkomen in Nederland – het is aan de orde van de dag. Van Veen noemde bijvoorbeeld de op spionage in het hoger onderwijs betrapte Russische inlichtingenofficieren, en wat Delta blootlegde over hoe Delftse kennis terechtkomt bij het Chinese defensie-apparaat. “De laatste tijd komen er steeds meer verhalen in de openbaarheid. Mensen vragen me weleens of het echt zo erg is en of het echt zo vaak gebeurt. Daar kan ik alleen maar volmondig ‘ja’ op zeggen”, aldus de AIVD’er.

     
  2. Vertrouw op je buikgevoel
    Veel mensen die de dupe zijn geworden van spionage of misleiding, realiseren zich achteraf dat ze al een bepaald voorgevoel hadden – érgens klopte er iets niet. Maar omdat ze er niet de vinger op konden leggen, hebben ze dat alarmbelletje genegeerd. “Het is een menselijke reflex om onbestemde voorgevoelens graag weg te redeneren; om wat krom is recht te willen maken”, aldus Van Veen. Neem je buikgevoel dus serieus als je in een situatie belandt die je intuïtief niet vertrouwt.

     
  3. ‘Na de vierde vraag zakken ze door het ijs’
    Contacten met inlichtingenofficieren beginnen vaak met een grote glimlach – in het begin zijn ze de vriendelijkheid zelve, waarschuwde Van Veen. Word je op een conferentie wel érg enthousiast of vleiend aangesproken? En vraagt die persoon specifiek naar de gevoeligste aspecten van je onderzoek? Het kan geen kwaad te checken welk vlees je in de kuip hebt. Stel bijvoorbeeld een paar behoorlijk vakinhoudelijke tegenvragen. Natuurlijk doen de officieren wel hun huiswerk – maar tot op zekere hoogte. “Vaak zakken ze na de vierde vraag door het ijs”, is de ervaring van Van Veen.

     
  4. Eén klik kan al genoeg zijn
    Ook online gaan buitenlandse mogendheden heel ver, met de ene na de andere geraffineerde cyberaanval. “Ze spelen graag in op je routines, om nét dat ene onbewaakte moment te vinden om toe te slaan. Blijf altijd alert. Wees je ervan bewust dat je het opneemt tegen torenflats vol cybercriminelen die op zoek zijn naar zo veel mogelijk intellectueel eigendom en gevoelige onderzoeksinformatie”, stelt Van Veen. Een vuistregel: klik nóóit een link aan zonder dat je hebt gecheckt vanaf welk e-mailadres het bericht werkelijk is gestuurd – inclusief dat linkje uit die zo vertrouwd ogende mail van je bank of beste vriend.

     
  5. Hou verdenkingen niet voor jezelf
    Krijg je een aanbod dat te mooi lijkt om waar te zijn? Zie je dingen of gedragingen die op een onbestemde manier niet lijken te kloppen? Vermoed je dat iemand moeite doet om je chantabel te maken? Hou het niet voor jezelf, maar praat erover met iemand die je vertrouwt – een medestudent, een collega – en pols hoe hij of zij de signalen interpreteert. En aarzel niet om aan de bel te trekken bij de afdeling integrale veiligheid, het Integrity Office of een van de vertrouwenspersonen als je nattigheid voelt. Van Veen: “Negen van de tien keer zal het loos alarm zijn. Maar dat doet er niet toe. Het gaat erom dat we die tiende keer niet over het hoofd zien.”

Marieke Enter / Nieuwsredacteur

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.