Opinie

Tramlijn moet gewoon over Mekelweg

De nieuwe tram naar de TU-wijk moet gewoon over de Mekelweg lopen, en niet erlangs zoals het college van bestuur en architecte Francine Houben willen.

Zo meent hoogleraar verkeerskunde Ingo Hansen.

De door het college van bestuur reeds goedgekeurde uitgangspunten en het concept van het Stedenbouwkundig Masterplan (SMP) van de TU Delft wekten gemengde reacties bij de ondernemingsraad en studentenraad. De campusgedachte werd aanvaard, maar de kritiek betrof het dreigende verlies van het industrieel erfgoed van TU-Noord, het gebrek aan technische en wetenschappelijke uitstraling en het tramtracé langs de rand van de campus. Inmiddels hebben Stip, Vssd, Aag en Oras – dus een grote coalitie van studentengroeperingen – meer dan 1600 handtekeningen verzameld voor een tramtracé over de Mekelweg. De door de architecte Francine Houben voorgestelde inrichting en bebouwing van de middenas werd dus door de vertegenwoordigers van werknemers en studenten afgewezen.

Dit is ook niet verrassend indien men het programma van eisen en de wijze van besluitvorming van het concept-SMP onder de loep neemt. Ten eerste is de opsplitsing in drie deelplannen, te weten Noord, Midden en Zuid pragmatisch, maar niet consistent. Topografisch en functioneel gezien ligt een splitsing in twee integrale gebieden eerder voor de hand: kern (tussen de Schie en de Kruithuisweg) en zuid. De tweedeling voorkomt dat de bestaande gebouwen, wegen en functies in TU-Noord van tevoren gescheiden worden van het middengebied en het hele kerngebied als eenheid ten opzichte van het buitengebied wordt behandeld.

Ten tweede is de lijst van strategische uitgangspunten voor het middengebied eenzijdig en geeft ze in wezen alleen het beleid van het college (behoren tot de top 5, clustering van faculteiten) en de ambitie van de vastgoedstaf (intensiever ruimtegebruik, meer studentenhuisvesting) weer. Stellingen over een autoluwe Mekelweg en hoogwaardig openbaar vervoer hebben niets te zoeken in deze strategische uitgangspunten.

Men dient eerst een vervoerontwikkelingsplan op te stellen, zo leren wij onze studenten. Dit is mijns inziens niet (op tijd) gebeurd. Eerst was de gemeente het niet eens over het tramtracé via de Schoemakerstraat en later wordt een ‘sneltram’ via de Mekelweg zo maar afgeketst. Een degelijke vervoersanalyse en -prognose had ongetwijfeld naar voren gebracht dat voor de aantrekkingskracht en ontsluiting van de TU-wijk met het openbaar vervoer de ligging van de haltes nabij de belangrijkste vervoergeneratoren (Bouwkunde 3000 personen, Civiele Techniek 1700, OCP 2800) cruciaal is. Wanneer is ooit een serieuze vervoerprognose, voorlopig ontwerp van de verkeersvoorzieningen en een weloverwogen toedeling van de beschikbare en wenselijke verkeersruimte aan de verschillende modaliteiten gemaakt en waarom zijn prognosecijfers niet bekend gemaakt?

Vip-poldermodel

Een reden voor het Schoemakerstraattracé heeft Francine Houben recentelijk genoemd: ,,Wij zouden toch ook niet willen dat de tram over de Beestenmarkt of de Markt zou lopen … Het is geen boemeltje, het zijn sneltrams.” (Delftsche Courant,2-01-2001). Het verschil ligt erin dat de Mekelweg heel breed is en (snel-)trams uitstekend in voetgangersgebieden inpasbaar zijn. Helaas heeft de architecte blijkbaar geen kennis verworven van de succesvolle trams in Bern, Zürich, Linz, Graz, Freiburg, Grenoble en Straatsburg.

Haar plannen om de Mekelweg autoluw te maken en de tramhaltes op een afstand van 500 meter en meer van de grote faculteiten te plaatsen snijden geen hout. Integendeel, haar SMP zal de bereikbaarheid van de TU door het openbaar vervoer duidelijk verslechteren en dus het autogebruik en de behoefte aan parkeerplaatsen aanwakkeren! Tevens zal de openbare ruimte langs de Mekelweg intensief worden bebouwd, wat de bestaande parkeerplaatsen aantast en waardoor bus en tram aan de kant geduwd worden.

Ik ben van mening dat de interactie tussen de faculteiten en de ontmoeting van studenten, onderzoekers en medewerkers in voldoende mate kan worden bevorderd door drie minder grote onderwijsgebouwen met flexibele seminarruimtes, computerwerkplaatsen en cafés op de huidige parkeervlaktes. Daardoor kan de Mekelweg blijven functioneren als openbaarvervoerbaan en wordt de weg niet voortdurend versperd.

Ik raad het college van bestuur en de dienst Vastgoed aan: beperkt u zich niet tot een inventarisatie van de ideeën en wensen van de leidinggevenden, maar laat de TU-gemeenschap meedenken en reageren op de stedenbouwkundige, architectonische en verkeerskunde-ontwerpen. Voorkom dat het SMP en de toekomstige inrichting van de TU-campus het symbool worden van het vip poldermodel. Studenten, docenten en ondersteunendpersoneel van de TU functioneren beter indien zij zich plezierig voelen tijdens studie en werk en zich kunnen identificeren met de gebouwde omgeving.

Ik onderschrijf het initiatief van de studenten voor een tramtracé via de Mekelweg.

Prof. Dr.-Ing. Ingo A. Hansen

Sectie Verkeerskunde, CiTG

De nieuwe tram naar de TU-wijk moet gewoon over de Mekelweg lopen, en niet erlangs zoals het college van bestuur en architecte Francine Houben willen. Zo meent hoogleraar verkeerskunde Ingo Hansen.

De door het college van bestuur reeds goedgekeurde uitgangspunten en het concept van het Stedenbouwkundig Masterplan (SMP) van de TU Delft wekten gemengde reacties bij de ondernemingsraad en studentenraad. De campusgedachte werd aanvaard, maar de kritiek betrof het dreigende verlies van het industrieel erfgoed van TU-Noord, het gebrek aan technische en wetenschappelijke uitstraling en het tramtracé langs de rand van de campus. Inmiddels hebben Stip, Vssd, Aag en Oras – dus een grote coalitie van studentengroeperingen – meer dan 1600 handtekeningen verzameld voor een tramtracé over de Mekelweg. De door de architecte Francine Houben voorgestelde inrichting en bebouwing van de middenas werd dus door de vertegenwoordigers van werknemers en studenten afgewezen.

Dit is ook niet verrassend indien men het programma van eisen en de wijze van besluitvorming van het concept-SMP onder de loep neemt. Ten eerste is de opsplitsing in drie deelplannen, te weten Noord, Midden en Zuid pragmatisch, maar niet consistent. Topografisch en functioneel gezien ligt een splitsing in twee integrale gebieden eerder voor de hand: kern (tussen de Schie en de Kruithuisweg) en zuid. De tweedeling voorkomt dat de bestaande gebouwen, wegen en functies in TU-Noord van tevoren gescheiden worden van het middengebied en het hele kerngebied als eenheid ten opzichte van het buitengebied wordt behandeld.

Ten tweede is de lijst van strategische uitgangspunten voor het middengebied eenzijdig en geeft ze in wezen alleen het beleid van het college (behoren tot de top 5, clustering van faculteiten) en de ambitie van de vastgoedstaf (intensiever ruimtegebruik, meer studentenhuisvesting) weer. Stellingen over een autoluwe Mekelweg en hoogwaardig openbaar vervoer hebben niets te zoeken in deze strategische uitgangspunten.

Men dient eerst een vervoerontwikkelingsplan op te stellen, zo leren wij onze studenten. Dit is mijns inziens niet (op tijd) gebeurd. Eerst was de gemeente het niet eens over het tramtracé via de Schoemakerstraat en later wordt een ‘sneltram’ via de Mekelweg zo maar afgeketst. Een degelijke vervoersanalyse en -prognose had ongetwijfeld naar voren gebracht dat voor de aantrekkingskracht en ontsluiting van de TU-wijk met het openbaar vervoer de ligging van de haltes nabij de belangrijkste vervoergeneratoren (Bouwkunde 3000 personen, Civiele Techniek 1700, OCP 2800) cruciaal is. Wanneer is ooit een serieuze vervoerprognose, voorlopig ontwerp van de verkeersvoorzieningen en een weloverwogen toedeling van de beschikbare en wenselijke verkeersruimte aan de verschillende modaliteiten gemaakt en waarom zijn prognosecijfers niet bekend gemaakt?

Vip-poldermodel

Een reden voor het Schoemakerstraattracé heeft Francine Houben recentelijk genoemd: ,,Wij zouden toch ook niet willen dat de tram over de Beestenmarkt of de Markt zou lopen … Het is geen boemeltje, het zijn sneltrams.” (Delftsche Courant,2-01-2001). Het verschil ligt erin dat de Mekelweg heel breed is en (snel-)trams uitstekend in voetgangersgebieden inpasbaar zijn. Helaas heeft de architecte blijkbaar geen kennis verworven van de succesvolle trams in Bern, Zürich, Linz, Graz, Freiburg, Grenoble en Straatsburg.

Haar plannen om de Mekelweg autoluw te maken en de tramhaltes op een afstand van 500 meter en meer van de grote faculteiten te plaatsen snijden geen hout. Integendeel, haar SMP zal de bereikbaarheid van de TU door het openbaar vervoer duidelijk verslechteren en dus het autogebruik en de behoefte aan parkeerplaatsen aanwakkeren! Tevens zal de openbare ruimte langs de Mekelweg intensief worden bebouwd, wat de bestaande parkeerplaatsen aantast en waardoor bus en tram aan de kant geduwd worden.

Ik ben van mening dat de interactie tussen de faculteiten en de ontmoeting van studenten, onderzoekers en medewerkers in voldoende mate kan worden bevorderd door drie minder grote onderwijsgebouwen met flexibele seminarruimtes, computerwerkplaatsen en cafés op de huidige parkeervlaktes. Daardoor kan de Mekelweg blijven functioneren als openbaarvervoerbaan en wordt de weg niet voortdurend versperd.

Ik raad het college van bestuur en de dienst Vastgoed aan: beperkt u zich niet tot een inventarisatie van de ideeën en wensen van de leidinggevenden, maar laat de TU-gemeenschap meedenken en reageren op de stedenbouwkundige, architectonische en verkeerskunde-ontwerpen. Voorkom dat het SMP en de toekomstige inrichting van de TU-campus het symbool worden van het vip poldermodel. Studenten, docenten en ondersteunendpersoneel van de TU functioneren beter indien zij zich plezierig voelen tijdens studie en werk en zich kunnen identificeren met de gebouwde omgeving.

Ik onderschrijf het initiatief van de studenten voor een tramtracé via de Mekelweg.

Prof. Dr.-Ing. Ingo A. Hansen

Sectie Verkeerskunde, CiTG

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.