Tram met halte past goed op Mekelweg

Bach stelt dat in het concept stedenbouwkundig masterplan (SMP) van de TU Delft een stedenbouwkundig programma ontbreekt en dat de uitwerking ‘niet is gericht op levendigheid en publieke veiligheid’. Hij verwijst naar voorbeelden van trams in Karlsruhe en Grenoble. ,,Die laten zien dat er geen hekken om tramlijn 19 hoeven. Je kunt een tram zachtjes laten rijden door een voetgangersgebied en verderop harder laten rijden, zodat de totale reistijd niet toeneemt. Ook als je een halte opheft, compenseer je de langere reistijd door de langzamere tram.”

Volgens het masterplan, waarover het college in mei een definitief besluit neemt, gaat het snelle verkeer, en dus ook openbaar vervoer zoals bussen en tram 19, in de toekomst om de universiteitswijk heen. Zo ontstaat een ring van verkeer langs de rand van de campus. De nieuwe regionale sneltram wordt vanaf de Michiel de Ruyterweg over de Christiaan Huygensweg naar de Schoemakerstraat geleid.

Bach vreest dat openbaar vervoer buiten de campus het leven wegzuigt uit de wijk. Ook de publieke veiligheid is volgens hem gediend met een tramlijn dwars door de campus. ,,Ik ben bang dat de Mekelweg anders ’s avonds uitgestorven zal zijn.” Volgens hem is een tram prima te combineren met een autovrije Mekelweg en maakt dit zelfs inpandige haltes mogelijk.

,,Nederland loopt achter in het gebruik van moderne trams als middel voor stedenbouwkundige renovatie. De TU kan voorop lopen door de haltes inpandig te maken in de servers.” Servers zijn in het masterplan de gebouwen waar centrale voorzieningen komen zoals collegezalen, TU-winkels en restaurants.

Vervoerwaarde

Verkeerskundige Hansen meent dat de vervoerwaarde van een tram over de Mekelweg ‘aanzienlijk hoger’ is dan via de Schoemakerstraat. ,,Meer ov-reizigers en reizigers met bestemming TU betekenen minder fietsers en auto’s naar de TU-wijk. Dit levert een besparing op in de parkeervoorzieningen.”

In de discussie omtrent het SMP wordt beweerd dat de vervoerwaarde van het tracé over de Schoemakerstraat gelijkwaardig is aan de Mekelweg, aldus Hansen. ,,De beschikbare studies laten een ander beeld zien. Een rapport van stadsgewest Haaglanden van augustus 2000 komt tot de conclusie dat de Mekelweg duidelijke voordelen heeft ten opzichte van de Schoemakerstraat. Een tracé door de Schoemakerstraat kost meer en het aantal instappers is erg laag in vergelijking met de Mekelweg en in relatie tot de lengte van het tracé.”

Volgens Hansen zijn in een vervolgrapport van februari de ritten van tweeduizend hbo-studenten van en naar een gebouw ten zuiden van TNO meegenomen. Een grove schatting levert voor het Mekelwegtracé5200 en voor het Schoemakertracé 3800 reizigers per dag op. ,,Verderop in de studie wordt opgemerkt dat nader onderzoek meer duidelijkheid moet geven over het te verwachten aantal reizigers in relatie tot de loopafstanden tot de haltes”, aldus Hansen.

De verkeerskundige vindt het ‘opmerkelijk’ dat drie maanden na afronding van het eindrapport in augustus 2000 een nieuwe schatting werd gelanceerd. ,,Vermoedelijk moet deze een onderbouwing leveren voor het convenant tussen de gemeente Delft en de TU ten gunste van een tramtracé over de Schoemakerstraat kort daarna. Weer drie maanden later in februari 2001 komt de gemeente Delft weer tot het oordeel dat het Mekelwegtracé veel gunstiger is.”

Hansen vraagt zich af of het college van bestuur bij de start van het werk van Francine Houben voor het masterplan al het uitgangspunt heeft vastgesteld dat de tram niet over de Mekelweg mag. ,,En daardoor voorkomen dat dit alternatief überhaupt werd onderzocht?”

Bach stelt dat in het concept stedenbouwkundig masterplan (SMP) van de TU Delft een stedenbouwkundig programma ontbreekt en dat de uitwerking ‘niet is gericht op levendigheid en publieke veiligheid’. Hij verwijst naar voorbeelden van trams in Karlsruhe en Grenoble. ,,Die laten zien dat er geen hekken om tramlijn 19 hoeven. Je kunt een tram zachtjes laten rijden door een voetgangersgebied en verderop harder laten rijden, zodat de totale reistijd niet toeneemt. Ook als je een halte opheft, compenseer je de langere reistijd door de langzamere tram.”

Volgens het masterplan, waarover het college in mei een definitief besluit neemt, gaat het snelle verkeer, en dus ook openbaar vervoer zoals bussen en tram 19, in de toekomst om de universiteitswijk heen. Zo ontstaat een ring van verkeer langs de rand van de campus. De nieuwe regionale sneltram wordt vanaf de Michiel de Ruyterweg over de Christiaan Huygensweg naar de Schoemakerstraat geleid.

Bach vreest dat openbaar vervoer buiten de campus het leven wegzuigt uit de wijk. Ook de publieke veiligheid is volgens hem gediend met een tramlijn dwars door de campus. ,,Ik ben bang dat de Mekelweg anders ’s avonds uitgestorven zal zijn.” Volgens hem is een tram prima te combineren met een autovrije Mekelweg en maakt dit zelfs inpandige haltes mogelijk.

,,Nederland loopt achter in het gebruik van moderne trams als middel voor stedenbouwkundige renovatie. De TU kan voorop lopen door de haltes inpandig te maken in de servers.” Servers zijn in het masterplan de gebouwen waar centrale voorzieningen komen zoals collegezalen, TU-winkels en restaurants.

Vervoerwaarde

Verkeerskundige Hansen meent dat de vervoerwaarde van een tram over de Mekelweg ‘aanzienlijk hoger’ is dan via de Schoemakerstraat. ,,Meer ov-reizigers en reizigers met bestemming TU betekenen minder fietsers en auto’s naar de TU-wijk. Dit levert een besparing op in de parkeervoorzieningen.”

In de discussie omtrent het SMP wordt beweerd dat de vervoerwaarde van het tracé over de Schoemakerstraat gelijkwaardig is aan de Mekelweg, aldus Hansen. ,,De beschikbare studies laten een ander beeld zien. Een rapport van stadsgewest Haaglanden van augustus 2000 komt tot de conclusie dat de Mekelweg duidelijke voordelen heeft ten opzichte van de Schoemakerstraat. Een tracé door de Schoemakerstraat kost meer en het aantal instappers is erg laag in vergelijking met de Mekelweg en in relatie tot de lengte van het tracé.”

Volgens Hansen zijn in een vervolgrapport van februari de ritten van tweeduizend hbo-studenten van en naar een gebouw ten zuiden van TNO meegenomen. Een grove schatting levert voor het Mekelwegtracé5200 en voor het Schoemakertracé 3800 reizigers per dag op. ,,Verderop in de studie wordt opgemerkt dat nader onderzoek meer duidelijkheid moet geven over het te verwachten aantal reizigers in relatie tot de loopafstanden tot de haltes”, aldus Hansen.

De verkeerskundige vindt het ‘opmerkelijk’ dat drie maanden na afronding van het eindrapport in augustus 2000 een nieuwe schatting werd gelanceerd. ,,Vermoedelijk moet deze een onderbouwing leveren voor het convenant tussen de gemeente Delft en de TU ten gunste van een tramtracé over de Schoemakerstraat kort daarna. Weer drie maanden later in februari 2001 komt de gemeente Delft weer tot het oordeel dat het Mekelwegtracé veel gunstiger is.”

Hansen vraagt zich af of het college van bestuur bij de start van het werk van Francine Houben voor het masterplan al het uitgangspunt heeft vastgesteld dat de tram niet over de Mekelweg mag. ,,En daardoor voorkomen dat dit alternatief überhaupt werd onderzocht?”