Opinie

Touw – ‘Jammer-dan’-variant?

 De langstudeerdersmaatregelen zijn inmiddels omgedoopt tot ‘BSc in vier jaar’. Een fraai stukje branding, waar menig reclamebureau een berg geld voor zou vragen.

Maar omdat de term, anders dan ‘langstudeerders’, precies de lading dekt en niet dat negatieve imago van luiwammes en corpsbal heeft, zal ik er deze keer geen flauwe grap over maken. 


Ik zie de meeste ‘BSc in vier jaar’-maatregelen wel zitten maar geloof niet in het plan om het bindend studieadvies (bsa) onder de huidige omstandigheden in 2012 naar 45 EC te verhogen. En vooral het argument dat wordt aangevoerd: 180 gedeeld door 4 is 45, vind ik typisch een ingenieursredenering. 180 gedeeld door 4 is 45 als je pijlers onder een brug zet of in de meetkunde. Als je studeert kan 180 ook 50+40+30+60 zijn, als je in je derde jaar actief wordt op de vereniging. Of 60+30+50+40, als je je P-in-1 haalt, maar in je tweede jaar vreselijk verliefd wordt. En ook 30+40+50+60, als je wat langzamer de truc van het studeren te pakken krijgt. Theoretisch rond je in alle gevallen je BSc binnen vier jaar af. Alleen ben je bij een bsa van 45 EC in het laatste geval al na een jaar weggestuurd. Raar toch? Want wie zegt dat je binnen zeven jaar niet net zo’n goede ingenieur zou zijn geworden als je vrienden? 


De overgang van voortgezet onderwijs naar universiteit is groot en het is behoorlijk wennen. Tot en met hun eindexamen hebben leerlingen kennis per theelepel toegediend gekregen. En zodra zij zich hier melden verwachten we dat ze ineens overweg kunnen met ‘academische vrijheid’? Studeren zullen ze hier moeten leren. Net als alle generaties voor hen. Alleen hadden die generaties wel tijd voor trial-and-error, de nieuwe studenten helaas niet.


Als we willen dat studenten 75 procent halen, dan moeten we in het eerste jaar programma’s bieden waarin die 75 procent gestructureerd te halen valt. Programma’s zonder zes tentamens per periode, maar met samenhangende vakken waarin oefenen en meedoen vanzelfsprekend is, met tussentijdse toetsen om te laten zien wat je al kan. Durven we onze hand er voor in het vuur te steken dat alle programma’s per september 2012 aan die voorwaarden voldoen? Nee? Dan komt er dus op neer dat het bsa van 45 EC bij sommige opleidingen niet selecteert op capaciteit en voorkennis, maar op de snelheid waarmee studenten zich aanpassen aan de manier van lesgeven hier. En is dat het criterium waarop wij toekomstige ingenieurs willen beoordelen? 


Het argument voor invoering van het bsa van 30 EC was: ‘de juiste student op de juiste plek’. Helemaal mee eens, want als je nog niet de helft van je punten kan halen, moet je je afvragen wat je hier doet. Maar wat wordt het motto van een bsa van 45 EC als we de onderwijsprogramma’s niet aanpassen? De ‘jammer-dan’-variant? ‘Tempo laten zakken is biezen pakken’? Er moet echt een heel goed bureau worden ingehuurd om hier nog een pakkende kreet voor te bedenken.


Ellen Touw is hoofd van de dienst onderwijs- en studentenzaken bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en beleidsadviseur internationalisering.

Ze wilden tussen drie en vijf uur ‘s middags in het Mekelpark voor tien procent van hun tijd staken door demonstratief te gaan borrelen naast het gebouw van het college van bestuur (cvb). Vanwege de aanhoudende regen is de actie verplaatst naar aanstaande donderdag, weer van drie tot vijf  ‘s middags naast het cvb-onderkomen.

Protest

De actie is een protest tegen de voorgenomen tien procent bezuiniging op de RAS-maanden. Met de RAS-maanden krijgen studentbestuurders hun collegegeld gecompenseerd voor de periode dat zij in functie zijn.

In een persbericht stellen de besturen van de VSSD, VeRa en svr dat het college van bestuur, ondanks fel protest van de Studentenraad, lijkt vast te houden aan een bezuiniging van ‘minstens tien procent’ op de bestuurs- en commissiemaanden van studie- en studentenverenigingen. Daarmee zouden deze verenigingen geconfronteerd worden met een even grote bezuiniging als de faculteiten en diensten van de TU.

Onevenredig

Samengevat komen de bezwaren van de gezamenlijke studentenverenigingen er op neer dat de voorgenomen bezuiniging van tien procent niet logisch is en de studenten onevenredig hard treft.

“De TU Delft lijkt niet te beseffen hoeveel werk uit handen genomen wordt door de verenigingen. Studiereizen, borrels, vakinhoudelijke excursies, allemaal studentenbinding die marketing & communicatie niet hoeft te verzorgen”, meldt René Kleizen, voorzitter van de svr in het persbericht. Een fulltime m&c-medewerker kost in de ogen van de verenigingsbestuurders vele malen meer dan een studentbestuurder.

Sociale leven

Bovendien stellen de bestuurders dat de sport-, en gezelligheidsverenigingen ‘onevenredig worden getroffen’, omdat ongeveer de helft van de Delftse studenten lid is van een dergelijke vereniging. In de ogen van de bestuurders zorgen deze verenigingen een belangrijk deel van het sociale leven in Delft. Een bezuiniging zou dat deels ‘vernietigen’ en de stad minder aantrekkelijk maken.

Ook menen de bestuurders dat de studenten dubbel worden getroffen omdat ze ook gevolgen gaan ondervinden van de tien procent aan bezuinigingen op de faculteiten en ondersteunende diensten. “Overal waar tien procent af gaat krijgt de studenten tien procent minder ruimte, tien procent minder begeleiding, tien procent minder ICT faciliteiten en ga zo maar door!”

De langstudeerdersmaatregelen zijn inmiddels omgedoopt tot ‘BSc in vier jaar’. Een fraai stukje branding, waar menig reclamebureau een berg geld voor zou vragen. Maar omdat de term, anders dan ‘langstudeerders’, precies de lading dekt en niet dat negatieve imago van luiwammes en corpsbal heeft, zal ik er deze keer geen flauwe grap over maken. 

Ik zie de meeste ‘BSc in vier jaar’-maatregelen wel zitten maar geloof niet in het plan om het bindend studieadvies (bsa) onder de huidige omstandigheden in 2012 naar 45 EC te verhogen. En vooral het argument dat wordt aangevoerd: 180 gedeeld door 4 is 45, vind ik typisch een ingenieursredenering. 180 gedeeld door 4 is 45 als je pijlers onder een brug zet of in de meetkunde. Als je studeert kan 180 ook 50+40+30+60 zijn, als je in je derde jaar actief wordt op de vereniging. Of 60+30+50+40, als je je P-in-1 haalt, maar in je tweede jaar vreselijk verliefd wordt. En ook 30+40+50+60, als je wat langzamer de truc van het studeren te pakken krijgt. Theoretisch rond je in alle gevallen je BSc binnen vier jaar af. Alleen ben je bij een bsa van 45 EC in het laatste geval al na een jaar weggestuurd. Raar toch? Want wie zegt dat je binnen zeven jaar niet net zo’n goede ingenieur zou zijn geworden als je vrienden? 

De overgang van voortgezet onderwijs naar universiteit is groot en het is behoorlijk wennen. Tot en met hun eindexamen hebben leerlingen kennis per theelepel toegediend gekregen. En zodra zij zich hier melden verwachten we dat ze ineens overweg kunnen met ‘academische vrijheid’? Studeren zullen ze hier moeten leren. Net als alle generaties voor hen. Alleen hadden die generaties wel tijd voor trial-and-error, de nieuwe studenten helaas niet.

Als we willen dat studenten 75 procent halen, dan moeten we in het eerste jaar programma’s bieden waarin die 75 procent gestructureerd te halen valt. Programma’s zonder zes tentamens per periode, maar met samenhangende vakken waarin oefenen en meedoen vanzelfsprekend is, met tussentijdse toetsen om te laten zien wat je al kan. Durven we onze hand er voor in het vuur te steken dat alle programma’s per september 2012 aan die voorwaarden voldoen? Nee? Dan komt er dus op neer dat het bsa van 45 EC bij sommige opleidingen niet selecteert op capaciteit en voorkennis, maar op de snelheid waarmee studenten zich aanpassen aan de manier van lesgeven hier. En is dat het criterium waarop wij toekomstige ingenieurs willen beoordelen? 

Het argument voor invoering van het bsa van 30 EC was: ‘de juiste student op de juiste plek’. Helemaal mee eens, want als je nog niet de helft van je punten kan halen, moet je je afvragen wat je hier doet. Maar wat wordt het motto van een bsa van 45 EC als we de onderwijsprogramma’s niet aanpassen? De ‘jammer-dan’-variant? ‘Tempo laten zakken is biezen pakken’? Er moet echt een heel goed bureau worden ingehuurd om hier nog een pakkende kreet voor te bedenken.

Ellen Touw is hoofd van de dienst onderwijs- en studentenzaken bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en beleidsadviseur internationalisering.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.