Onderwijs

Toekomstig studeren geen science fiction

Hoe zitten studenten in de toekomst in de collegebanken? Zítten ze nog wel in collegebanken? Twee studenten en één team van nog eens twee studenten hebben geprobeerd de toekomst van het leren te voorspellen.

Zij doen hun verhaal uit de doeken tijdens de opening van het collegejaar in de hoop er duizend euro mee te verdienen.


De plannen van Wouter Verbeek, Hildo Bijl, Veronika Heidegger en Alexandros Christodoulou zijn misschien minder vergezocht en minder science fiction dan verwacht (of gehoopt), maar zijn desalniettemin – of juist daardoor – interessant voor de TU.


Neem het idee van masterstudent control theory (L&R) Hildo Bijl (23). Zelf ontdekte hij tijdens zijn studie dat hij een lezer is en geen luisteraar. “Colleges zijn voor mij niet geschikt. Dit heeft er bijna voor gezorgd dat ik gestopt was met studeren.” Totdat Bijl besloot niet meer naar colleges te gaan en thuis de boeken te lezen. Dat hielp kennelijk prima, want op 2 juli studeert Bijl af. In september begint hij aan zijn promotieonderzoek.


Bijls conclusie: iedere student moet een manier van leren kunnen kiezen die bij hem past – of dat nou is via online colleges, werkcolleges of studiegroepen, via een goed theorieboek of een praktisch doe-boek. Dan gaat het sneller, gemakkelijker en met een beter resultaat. De universiteit moet al die verschillende manieren aanbieden en ervoor zorgen dat ze allemaal voldoende informatie geven om het vak te halen. “Deze garantie is heel belangrijk, want dat is precies wat nu ontbreekt”, aldus Bijl.


Ook bij Wouter Verbeek (22) geen science fiction-achtige taferelen, maar wel een idee waarvan je denkt: waarom gebeurt dat niet allang? Volgens de student systems and control (3mE) moeten studenten van de TU Delft al tijdens hun bachelor leren werken met collega’s in andere landen. Dat zullen ze als ze later bij een multinational werken immers ook moeten doen. Werktuigbouwkundestudenten kunnen bijvoorbeeld al in hun eerste jaar voor de ontwerpwedstrijd waaraan ze moeten meedoen samenwerken met de eerstejaars van de ETH Zürich, Paris Tech en MIT. “Een samenwerking op afstand waarbij cultuurverschillen naar voren komen en er samen een global challenge wordt aangepakt. Een samenwerking waarbij je niet met iedereen in één groep komt te zitten, maar moet overleggen met mensen die expert zijn op een ander deel van het project.”


Het meest vergaande het idee is dat van studenten building engineering (CiTG) Veronika Heidegger en Alexandros Christodoulou, beiden 24 jaar oud. Eerst het probleem dat zij zien. Dat is kortweg te beschrijven als: toenemende hoeveelheden studenten, van wie velen ervaring moeten opdoen in laboratoria, waar ze moeten werken met dure apparatuur en materialen en waar ze een (klein) risico lopen in contact te komen met gevaarlijke stoffen.

Dat oefenen zal in de toekomst gebeuren in een ‘3D lab’, denken

Heidegger en Alexandros, dat tot stand is gekomen door de nieuwste technologieën. Studenten zetten simpelweg een speciale 3D-bril op en trekken 3D–handschoenen aan en hun handelingen kunnen worden vertaald naar een virtuele omgeving. Voordeel: ze kunnen zo lang oefenen als ze willen, zonder dat kostbare materialen op gaan. Zo kunnen ze werken in het lab beter virtueel onder de knie krijgen dan in de werkelijkheid. Dat klinkt als science fiction, maar wie goed naar de presentatie van de twee studenten kijkt ziet dat de toekomst al best dichtbij is.

 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.