Campus

Toekomst van een stationspostkantoor

Bedenk een andere bestemming voor het Rotterdamse stationspostkantoor. Een groep van honderdtien bouwkundestudenten uit verschillende landen boog zich over deze opdracht. Het Nederlands Architectuur Instituut (NAi) toont een overzicht van de veertig architectonische plannen.

Het Rotterdamse stationspostkantoor aan de Delftselaan (achter het gebouw van Nationale Nederlanden) werd na de tweede Wereldoorlog ontworpen door architectenbureau Kraaijenvanger. Opvallend aan het modernistische gebouw is het kunstwerk op de zijgevel. Het gebouw, door de gemeente bestemd tot wederopbouwmonument, was dit jaar het thema voor het differentiatieproject D12 ‘Renovation the future task’ bij bouwkunde.

Het gebied rond Rotterdam Centraal gaat de komende jaren op de schop, maar het postkantoor blijft behouden. Gebruiker PTT Post verlaat het pand en het pand krijgt een nieuwe bestemming. Huidige eigenaar ING Vastgoed en de Rotterdamse dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting betaalden mee aan de kosten van de ontwerpwedstrijd.

De D12 is een internationaal project. In de groep van ongeveer honderdtien bouwkundestudenten zitten zestien nationaliteiten. Tachtig daarvan studeren aan de TU Delft, de rest bestaat uit studenten van bouwkundefaculteiten in het Duitse Münster en het Poolse Krakau.

Het project ‘Second Skin’ van de in Delft studerende Erasmusstudenten Felix Doering en Frederik Lith (beide 26) won de competitie. Laura Hulsman (22) werkte samen met een Duits meisje en een Japanse jongen aan het project ‘The Connecting Wedge’.

De bedenkers van ‘Second Skin’ plaatsten een functionele strook voor het bestaande gebouw, die onder meer als ontsluitingsroute dient voor de tientallen verschillende gebruikers die een plaats krijgen in het gebouw. Voor de bestaande gevel plaatsten ze een glazen scherm met wolkenmotief.

De groep van Hulsman verdeelde het gebouw in drie delen. ,,We hebben openbare, semi-openbare en publieke zones in het gebouw gecreëerd”, zegt Hulsman. Het westelijke deel is een hotel, het midden is een openbaar deel met kantoren, appartementen, een fitnesscentrum en een restaurant. De oostkant van het gebouw ondersteunt het openbare deel van het gebouw. Het middendeel is te donker voor een multifunctioneel gebouw en daarom maakten de studenten een soort wig dwars door het gebouw. ,,De wig dient voor daglichttoetreding en als bufferzone tussen privé en openbaar”, aldus de studente.

Gemis

Bij het ontwerp moesten de studenten rekening houden met het masterplan van Alsop Architecten voor de herinrichting voor het gebied rond Rotterdam Centraal. ,,Er zijn geen ideeën bedacht voor de toekomst van de bestaande bebouwing en dat is een gemis”, vindtDoering. ,,Het postkantoor is tussen al die geplande futuristische gebouwen niet aantrekkelijk. Het past niet in de omgeving en ziet er grauw en saai uit. Als je wilt dat er mensen in het gebouw willen werken, moeten ze het er prettig vinden om in te verblijven.”

Doering vond de opgave erg gecompliceerd. ,,Het is lastig om kantoorruimtes in te bouwen in een industrieel complex. Het ging om een bestaand gebouw van 2500 vierkante meter en dat is erg groot. De verdiepingshoogte is zeven meter, terwijl de eisen voor kantoorruimtes 2,70 meter zijn.” Vanwege veiligheidseisen moest het gebouw in kleinere eenheden worden verdeeld en moest er luchtcirculatie in komen. Ook het (dag)licht was een probleem, omdat het gebouw heel diep is.

De studenten hadden in totaal zeven weken de tijd voor de opdracht. Doering, die bouwkunde in Berlijn studeert, vond de regels erg streng. ,,Het was geen open programma, er was weinig ruimte om je vrijheden te veroorloven.” Hulsman is het niet met hem eens. ,,Binnen de regels kon je verschillende dingen uitproberen.”

Tijdens het project kwamen er allerlei cultuurverschillen tussen de deelnemers aan het licht. ,,Het concept is alles voor mij”, zegt de in Delft studerende Hulsman. ,,Sommige studenten van buitenlandse universiteiten hebben een heel andere manier van werken. Ze proberen verschillende dingen uit, alleen maar omdat ze het leuk vinden om te proberen.”

Onderzoek

Het was dit jaar de vijfde keer dat studenten van de Nederlandse, Duitse en Poolse universiteit zich op een herontwikkelingsopdracht stortten, aldus ir. Leo Verhoef, universitair hoofddocent renovatie- en onderhoudstechnieken bij bouwkunde en coördinator van het project. Voor de tweede maal was Nederland aan de beurt.

Vorige projecten waren het Emma und Henry Budgeheims in Frankfurt (van de Nederlandse architect Mart Stam), het werkplaatsengebouw in Rotterdam (architect Jaap Bakema), de Hala Targowa in Krakau (architect Juliusz Dumnicki) en Die Grossmarkthalle in Frankfurt (architect Martin Elsaesser).

,,Het zijn allemaal stedelijke gebouwen van bijzondere postuur waarvoor een nieuwe functie noodzakelijk is”, zegt de hoogleraar. Voor het project maken de studenten een excursie naar het gebouw, en worden internationale lecturers ingeschakeld. Jaarlijks verschijnt een boek van alle hergebruikprojecten en worden de resultaten tentoongesteld. Dit jaar is dat in het NAi. ,,Hierdoor zijn de kosten van dit project relatief hoog, maar het resultaat is in internationaal opzicht belangrijk”, vindt Verhoef. ,,Door tentoonstelling en boek is het werk van de D12 controleerbaar en kan de informatie in de toekomst dienen voor onderzoek naar ontwerpen.”

De tentoonstelling ‘De toekomst van het Stationspostkantoor’ is te zien tot en met 8 juli in het NAi in het Museumpark in Rotterdam.

Het Rotterdamse stationspostkantoor aan de Delftselaan (achter het gebouw van Nationale Nederlanden) werd na de tweede Wereldoorlog ontworpen door architectenbureau Kraaijenvanger. Opvallend aan het modernistische gebouw is het kunstwerk op de zijgevel. Het gebouw, door de gemeente bestemd tot wederopbouwmonument, was dit jaar het thema voor het differentiatieproject D12 ‘Renovation the future task’ bij bouwkunde.

Het gebied rond Rotterdam Centraal gaat de komende jaren op de schop, maar het postkantoor blijft behouden. Gebruiker PTT Post verlaat het pand en het pand krijgt een nieuwe bestemming. Huidige eigenaar ING Vastgoed en de Rotterdamse dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting betaalden mee aan de kosten van de ontwerpwedstrijd.

De D12 is een internationaal project. In de groep van ongeveer honderdtien bouwkundestudenten zitten zestien nationaliteiten. Tachtig daarvan studeren aan de TU Delft, de rest bestaat uit studenten van bouwkundefaculteiten in het Duitse Münster en het Poolse Krakau.

Het project ‘Second Skin’ van de in Delft studerende Erasmusstudenten Felix Doering en Frederik Lith (beide 26) won de competitie. Laura Hulsman (22) werkte samen met een Duits meisje en een Japanse jongen aan het project ‘The Connecting Wedge’.

De bedenkers van ‘Second Skin’ plaatsten een functionele strook voor het bestaande gebouw, die onder meer als ontsluitingsroute dient voor de tientallen verschillende gebruikers die een plaats krijgen in het gebouw. Voor de bestaande gevel plaatsten ze een glazen scherm met wolkenmotief.

De groep van Hulsman verdeelde het gebouw in drie delen. ,,We hebben openbare, semi-openbare en publieke zones in het gebouw gecreëerd”, zegt Hulsman. Het westelijke deel is een hotel, het midden is een openbaar deel met kantoren, appartementen, een fitnesscentrum en een restaurant. De oostkant van het gebouw ondersteunt het openbare deel van het gebouw. Het middendeel is te donker voor een multifunctioneel gebouw en daarom maakten de studenten een soort wig dwars door het gebouw. ,,De wig dient voor daglichttoetreding en als bufferzone tussen privé en openbaar”, aldus de studente.

Gemis

Bij het ontwerp moesten de studenten rekening houden met het masterplan van Alsop Architecten voor de herinrichting voor het gebied rond Rotterdam Centraal. ,,Er zijn geen ideeën bedacht voor de toekomst van de bestaande bebouwing en dat is een gemis”, vindtDoering. ,,Het postkantoor is tussen al die geplande futuristische gebouwen niet aantrekkelijk. Het past niet in de omgeving en ziet er grauw en saai uit. Als je wilt dat er mensen in het gebouw willen werken, moeten ze het er prettig vinden om in te verblijven.”

Doering vond de opgave erg gecompliceerd. ,,Het is lastig om kantoorruimtes in te bouwen in een industrieel complex. Het ging om een bestaand gebouw van 2500 vierkante meter en dat is erg groot. De verdiepingshoogte is zeven meter, terwijl de eisen voor kantoorruimtes 2,70 meter zijn.” Vanwege veiligheidseisen moest het gebouw in kleinere eenheden worden verdeeld en moest er luchtcirculatie in komen. Ook het (dag)licht was een probleem, omdat het gebouw heel diep is.

De studenten hadden in totaal zeven weken de tijd voor de opdracht. Doering, die bouwkunde in Berlijn studeert, vond de regels erg streng. ,,Het was geen open programma, er was weinig ruimte om je vrijheden te veroorloven.” Hulsman is het niet met hem eens. ,,Binnen de regels kon je verschillende dingen uitproberen.”

Tijdens het project kwamen er allerlei cultuurverschillen tussen de deelnemers aan het licht. ,,Het concept is alles voor mij”, zegt de in Delft studerende Hulsman. ,,Sommige studenten van buitenlandse universiteiten hebben een heel andere manier van werken. Ze proberen verschillende dingen uit, alleen maar omdat ze het leuk vinden om te proberen.”

Onderzoek

Het was dit jaar de vijfde keer dat studenten van de Nederlandse, Duitse en Poolse universiteit zich op een herontwikkelingsopdracht stortten, aldus ir. Leo Verhoef, universitair hoofddocent renovatie- en onderhoudstechnieken bij bouwkunde en coördinator van het project. Voor de tweede maal was Nederland aan de beurt.

Vorige projecten waren het Emma und Henry Budgeheims in Frankfurt (van de Nederlandse architect Mart Stam), het werkplaatsengebouw in Rotterdam (architect Jaap Bakema), de Hala Targowa in Krakau (architect Juliusz Dumnicki) en Die Grossmarkthalle in Frankfurt (architect Martin Elsaesser).

,,Het zijn allemaal stedelijke gebouwen van bijzondere postuur waarvoor een nieuwe functie noodzakelijk is”, zegt de hoogleraar. Voor het project maken de studenten een excursie naar het gebouw, en worden internationale lecturers ingeschakeld. Jaarlijks verschijnt een boek van alle hergebruikprojecten en worden de resultaten tentoongesteld. Dit jaar is dat in het NAi. ,,Hierdoor zijn de kosten van dit project relatief hoog, maar het resultaat is in internationaal opzicht belangrijk”, vindt Verhoef. ,,Door tentoonstelling en boek is het werk van de D12 controleerbaar en kan de informatie in de toekomst dienen voor onderzoek naar ontwerpen.”

De tentoonstelling ‘De toekomst van het Stationspostkantoor’ is te zien tot en met 8 juli in het NAi in het Museumpark in Rotterdam.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.