Campus

Toekomst Techniekmuseum nog allerminst duidelijk

Een dezer dagen krijgt een accountant inzage in de boeken van een museum dat een Delfts paradepaardje had moeten worden, maar de meeste betrokkenen tot nu toe voornamelijk hoofdbrekens heeft bezorgd.

Met het recente TU-besluit het Techniek Museum Delft weer onder de hoede te nemen, is de toekomst van het museum echter nog allerminst zeker.

Het ‘proces van verzelfstandiging’ is mislukt. De twee stichtingen, waarop thans het wankele Techniekmuseum is gebouwd, moeten worden opgeheven waarna een compleet nieuwe stichting de zaak, met een nieuw bedrijfsplan, ter hand kan nemen. Het advies-Zeevalking, dat onlangs door het college van bestuur werd onderschreven, blinkt uit in helderheid, maar biedt geen garantie voor succes.

Belangrijkste complicatie is namelijk de ontvlechting en, zoals juristen dat noemen, op een zorgvuldige wijze uit het rechtsverkeer halen van de twee huidige stichtingen (lees: zonder rechtszaken of faillissement). Het gaat hier om de Stichting Techniek Delft, die het gebouw beheert (in bruikleen van de gemeente) en het museum exploiteert, en de Stichting Histechnica, die, zo was de bedoeling, de collectie (in bruikleen van de TU) zou beheren en presenteren.

Eind 1993 zegde Histechnica de bruikleenovereenkomst met de TU echter op en maakte het een eind aan het huurcontract met de Stichting Techniek Delft. De stichting ‘slaapt’. Toezeggingen met betrekking tot het bedrijfsplan werden niet nagekomen en afspraken opnieuw ter discussie gesteld; zo viel niet te werken, is kort samengevat de verklaring van prof.dr. W.J. Beek. Beek, een belangrijk actor in het heden en verleden van de geflopte verzelfstandiging, noemt de in 1989 in gang gezette poging tot privatisering ‘een miljoenenzeperd’.

,,Onze inspanningen zijn er steeds op gericht geweest het museum overeind te houden”, zegt ir. A. Spelter, waarnemend voorzitter van de Stichting Techniek Delft. Ook al wil hij niemand persoonlijk iets verwijten, minder goede herinneringen eraan over gehouden heeft hij wel. Bijvoorbeeld toen er met de TU een verschil van mening bestond over de rekening-courant van 27 duizend gulden, dacht althans STD. Nee, 43 duizend, zei de TU. Waarna, na een barre correspondentie, de TU alsnog uitkwam op de som van 480 duizend gulden die STD terug moest terugbetalen.

Inmiddels blijkt dat Histechnica het vermogen van 400 duizend probeert over te hevelen naar een andere stichting. We hebben het geld zelf bijeen gebracht en willen het daarom ook zelf beheren, is de gedachte achter dit besluit. De man erachter, Beek, wijst op de veel bredere functie van Histechnica: de promotie van techniek in ruime zin des woords. Een lege oude stichting kan de TU krijgen, wat Histechnica betreft.
Medewerking

Het kan dus nog wel even duren voordat de per 1 september opgerichte nieuwe Stichting Techniek Museum Delft, die de beide stichtingen moet incorporeren en waarvan mr. H.J. Zeevalking voorzitter wordt, met een nieuw bedrijfsplan aan de slag kan. Eerst probeert een ‘kernteam’ van de TU inzicht te krijgen in de nalatenschap van de twee oude stichtingen. Van de toezeggingen, overeenkomsten, schulden, huurverplichtingen, vorderingen en alle andere rechten en plichten waaraan financiële consequenties kleven, zal een dezer dagen een boedelbeschrijving worden gemaakt.

,,Vervolgens wordt met de stichtingsbesturen onderhandeld over het al dan niet overnemen van oude rechten en plichten”, aldus kernteam-lid mr. C. Peels, hoofd van Juridische en Bestuurlijke Zaken van het Bureau. De TU verwacht hier ‘loyale medewerking’, formuleert hij. ,,Blijkt dat in bepaalde gevallen niet tot mogelijkheden te behoren, dan zullen we in het uiterste geval de rechter om een beslissing moeten vragen.”

Vier rechtszaken, schat Beek, nooit te beroerd voor wat krasse taal. Spelter – bereid tot alle medewerking voor een goed techniekmuseum in Delft – stelt vraagtekens bij het woord ‘onderhandelen’. ,,Als er een nieuw stichtingsbestuur komt, neemt die toch ook de oude rechten en plichten over? Je kunt bestuurders aanspreken op hun fouten, maar daar valt niet over te onderhandelen.”

Achteraf denkt Spelter dat – onder druk van de viering van het honderdvijftigjarig TU-bestaan – de privatisering te snel van start is gegaan, zonder dat dat proces vanuit de TU goed werd begeleid en afspraken scherp werden ‘afgelijnd’. Hij wil niemand de zwarte piet toespelen, maar evenmin de geschiedenis ingaan als de stichtingsbestuurder die er ‘een zootje’ van heeft gemaakt.

Zeker is in elk geval dat het museum, dat vorige week vrijdag precies één jaar geleden werd geopend, structureel met verlies draaide en dat er geld bij moet komen om de exploitatie in de toekomst wel sluitend te krijgen. Het college van bestuur laat nog in het midden of het bereid is extra geld toe te leggen op de jaarlijkse subsidie van honderdvijftigduizend gulden. ,,Voorlopig pleegt de TU inzet met gesloten beurs”, aldus Peels. ,,We stropen onze mouwen op zonder TU-tijd in rekening te brengen.” Voorts laat de universiteit het nieuwe stichtingsbestuur alle beleidsruimte om met een goed plan te komen.
Failliet

Volgens Peels moet het museum toe naar een public private partnership op fifty-fifty-basis, ,,maar door dat te zeggen loop ik de nieuwe stichting al voor de voeten.” Beek durft wel een voorspelling te doen. ,,Na meer dan tien jaar de raad van advies van het TTC (de voorloper van het Techniekmuseum, red.) te hebben voorgezeten, weet ik hoe dit eindigt: opheffen of privatiseren.” Spelters inzet is een museum dat stevig op de fundamenten staat en goed bemand is, ,,vandaar dat alle rumoer eromheen ons nog steeds overkomt als verspilde energie met als vervelende bijkomstigheid dat het museum helemaal op z’n gat gaat.”

De TU richt haar aandacht nu op de liquidatie van de tweestichtingen, de statutenwijziging en het voorkomen van financiële claims uit het verleden. Het gevolg kan zijn, zo realiseert het college van bestuur zich, dat een stichting op grond van met haar verbonden claims alsnog failliet wordt verklaard, ,,hetgeen de aanleiding kan zijn voor het onverhoopt staken van het ontwikkelingstraject naar de nieuwe configuratie.” In plat Nederlands: einde oefening. (H.O.)

Henk Orsel


Techniek Museum: Delfts paradepaardje …

Een dezer dagen krijgt een accountant inzage in de boeken van een museum dat een Delfts paradepaardje had moeten worden, maar de meeste betrokkenen tot nu toe voornamelijk hoofdbrekens heeft bezorgd. Met het recente TU-besluit het Techniek Museum Delft weer onder de hoede te nemen, is de toekomst van het museum echter nog allerminst zeker.

Het ‘proces van verzelfstandiging’ is mislukt. De twee stichtingen, waarop thans het wankele Techniekmuseum is gebouwd, moeten worden opgeheven waarna een compleet nieuwe stichting de zaak, met een nieuw bedrijfsplan, ter hand kan nemen. Het advies-Zeevalking, dat onlangs door het college van bestuur werd onderschreven, blinkt uit in helderheid, maar biedt geen garantie voor succes.

Belangrijkste complicatie is namelijk de ontvlechting en, zoals juristen dat noemen, op een zorgvuldige wijze uit het rechtsverkeer halen van de twee huidige stichtingen (lees: zonder rechtszaken of faillissement). Het gaat hier om de Stichting Techniek Delft, die het gebouw beheert (in bruikleen van de gemeente) en het museum exploiteert, en de Stichting Histechnica, die, zo was de bedoeling, de collectie (in bruikleen van de TU) zou beheren en presenteren.

Eind 1993 zegde Histechnica de bruikleenovereenkomst met de TU echter op en maakte het een eind aan het huurcontract met de Stichting Techniek Delft. De stichting ‘slaapt’. Toezeggingen met betrekking tot het bedrijfsplan werden niet nagekomen en afspraken opnieuw ter discussie gesteld; zo viel niet te werken, is kort samengevat de verklaring van prof.dr. W.J. Beek. Beek, een belangrijk actor in het heden en verleden van de geflopte verzelfstandiging, noemt de in 1989 in gang gezette poging tot privatisering ‘een miljoenenzeperd’.

,,Onze inspanningen zijn er steeds op gericht geweest het museum overeind te houden”, zegt ir. A. Spelter, waarnemend voorzitter van de Stichting Techniek Delft. Ook al wil hij niemand persoonlijk iets verwijten, minder goede herinneringen eraan over gehouden heeft hij wel. Bijvoorbeeld toen er met de TU een verschil van mening bestond over de rekening-courant van 27 duizend gulden, dacht althans STD. Nee, 43 duizend, zei de TU. Waarna, na een barre correspondentie, de TU alsnog uitkwam op de som van 480 duizend gulden die STD terug moest terugbetalen.

Inmiddels blijkt dat Histechnica het vermogen van 400 duizend probeert over te hevelen naar een andere stichting. We hebben het geld zelf bijeen gebracht en willen het daarom ook zelf beheren, is de gedachte achter dit besluit. De man erachter, Beek, wijst op de veel bredere functie van Histechnica: de promotie van techniek in ruime zin des woords. Een lege oude stichting kan de TU krijgen, wat Histechnica betreft.
Medewerking

Het kan dus nog wel even duren voordat de per 1 september opgerichte nieuwe Stichting Techniek Museum Delft, die de beide stichtingen moet incorporeren en waarvan mr. H.J. Zeevalking voorzitter wordt, met een nieuw bedrijfsplan aan de slag kan. Eerst probeert een ‘kernteam’ van de TU inzicht te krijgen in de nalatenschap van de twee oude stichtingen. Van de toezeggingen, overeenkomsten, schulden, huurverplichtingen, vorderingen en alle andere rechten en plichten waaraan financiële consequenties kleven, zal een dezer dagen een boedelbeschrijving worden gemaakt.

,,Vervolgens wordt met de stichtingsbesturen onderhandeld over het al dan niet overnemen van oude rechten en plichten”, aldus kernteam-lid mr. C. Peels, hoofd van Juridische en Bestuurlijke Zaken van het Bureau. De TU verwacht hier ‘loyale medewerking’, formuleert hij. ,,Blijkt dat in bepaalde gevallen niet tot mogelijkheden te behoren, dan zullen we in het uiterste geval de rechter om een beslissing moeten vragen.”

Vier rechtszaken, schat Beek, nooit te beroerd voor wat krasse taal. Spelter – bereid tot alle medewerking voor een goed techniekmuseum in Delft – stelt vraagtekens bij het woord ‘onderhandelen’. ,,Als er een nieuw stichtingsbestuur komt, neemt die toch ook de oude rechten en plichten over? Je kunt bestuurders aanspreken op hun fouten, maar daar valt niet over te onderhandelen.”

Achteraf denkt Spelter dat – onder druk van de viering van het honderdvijftigjarig TU-bestaan – de privatisering te snel van start is gegaan, zonder dat dat proces vanuit de TU goed werd begeleid en afspraken scherp werden ‘afgelijnd’. Hij wil niemand de zwarte piet toespelen, maar evenmin de geschiedenis ingaan als de stichtingsbestuurder die er ‘een zootje’ van heeft gemaakt.

Zeker is in elk geval dat het museum, dat vorige week vrijdag precies één jaar geleden werd geopend, structureel met verlies draaide en dat er geld bij moet komen om de exploitatie in de toekomst wel sluitend te krijgen. Het college van bestuur laat nog in het midden of het bereid is extra geld toe te leggen op de jaarlijkse subsidie van honderdvijftigduizend gulden. ,,Voorlopig pleegt de TU inzet met gesloten beurs”, aldus Peels. ,,We stropen onze mouwen op zonder TU-tijd in rekening te brengen.” Voorts laat de universiteit het nieuwe stichtingsbestuur alle beleidsruimte om met een goed plan te komen.
Failliet

Volgens Peels moet het museum toe naar een public private partnership op fifty-fifty-basis, ,,maar door dat te zeggen loop ik de nieuwe stichting al voor de voeten.” Beek durft wel een voorspelling te doen. ,,Na meer dan tien jaar de raad van advies van het TTC (de voorloper van het Techniekmuseum, red.) te hebben voorgezeten, weet ik hoe dit eindigt: opheffen of privatiseren.” Spelters inzet is een museum dat stevig op de fundamenten staat en goed bemand is, ,,vandaar dat alle rumoer eromheen ons nog steeds overkomt als verspilde energie met als vervelende bijkomstigheid dat het museum helemaal op z’n gat gaat.”

De TU richt haar aandacht nu op de liquidatie van de tweestichtingen, de statutenwijziging en het voorkomen van financiële claims uit het verleden. Het gevolg kan zijn, zo realiseert het college van bestuur zich, dat een stichting op grond van met haar verbonden claims alsnog failliet wordt verklaard, ,,hetgeen de aanleiding kan zijn voor het onverhoopt staken van het ontwikkelingstraject naar de nieuwe configuratie.” In plat Nederlands: einde oefening. (H.O.)

Henk Orsel


Techniek Museum: Delfts paradepaardje …

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.