TNO beslist deze week of de afdelingen Microbiologie en Scheidingstechnologie naar Delft verhuizen. Dat zegt TNO-woordvoerder Maarten Lörtzer, die verder niet vooruit wil lopen op dat besluit. Microbiologie zit nu in Zeist, Scheidingstechnologie in Apeldoorn.
Delen
br />
Onlangs werd bekend dat de TNO-afdeling Automotive definitief verhuist uit Delft naar Eindhoven. ‘Wat de portefeuille betreft’ is dat volgens Hans van Luijk, voorzitter van het college van bestuur van de TU Delft, niet erg. “Automotive sluit niet zo goed bij ons aan”, vertelt hij. “Wij hebben onze voertuigtechniek twee jaar geleden al aan Eindhoven aangeboden. Dat was hier een heel kleine activiteit bij werktuigbouw.”
Veel belangrijker vindt Van Luijk de komst van Microbiologie en Scheidingstechnologie, waarover deze week een besluit valt. De TU doet volgens de collegevoorzitter ‘veel moeite’ deze TNO-onderdelen aan te trekken. “Wij vinden dat die vakgebieden ten nauwste aansluiten bij wat wij doen”, zegt hij. “Daaruit synergie halen, kan naar onze mening alleen in Delft.”
Want hoewel de afstand tussen Delft en Zeist en Apeldoorn niet onoverbrugbaar is, werkt het volgens Van Luijk toch een stuk prettiger als onderzoeksgroepen die zich met dezelfde onderwerpen bezighouden dicht bij elkaar gehuisvest zijn. “Wij doen niks anders dan virtuele netwerken oprichten, maar het heeft toch grote voordelen ook fysiek naast elkaar te zitten. Je hebt dan een veel beter contact. Plus het voordeel dat je de faciliteiten niet twee keer hoeft te bouwen.”
Van Luijk hoopt dat ook de overheid, die gelden toekent aan zowel universiteiten als TNO, inziet dat het niet goed is eendere vakgebieden te ‘fragmenteren’ over Nederland. Helemaal niet, omdat in 3TU-verband is afgesproken vakgebieden bij elkaar te brengen.
De collegevoorzitter zegt dat hij ‘zeer teleurgesteld’ zou zijn als Scheidingstechnologie en Microbiologie niet naar Delft zouden komen. “Maar ik heb goede hoop dat het goed komt.” (SB)
Dat zegt TNO-woordvoerder Maarten Lörtzer, die verder niet vooruit wil lopen op dat besluit. Microbiologie zit nu in Zeist, Scheidingstechnologie in Apeldoorn.
Onlangs werd bekend dat de TNO-afdeling Automotive definitief verhuist uit Delft naar Eindhoven. ‘Wat de portefeuille betreft’ is dat volgens Hans van Luijk, voorzitter van het college van bestuur van de TU Delft, niet erg. “Automotive sluit niet zo goed bij ons aan”, vertelt hij. “Wij hebben onze voertuigtechniek twee jaar geleden al aan Eindhoven aangeboden. Dat was hier een heel kleine activiteit bij werktuigbouw.”
Veel belangrijker vindt Van Luijk de komst van Microbiologie en Scheidingstechnologie, waarover deze week een besluit valt. De TU doet volgens de collegevoorzitter ‘veel moeite’ deze TNO-onderdelen aan te trekken. “Wij vinden dat die vakgebieden ten nauwste aansluiten bij wat wij doen”, zegt hij. “Daaruit synergie halen, kan naar onze mening alleen in Delft.”
Want hoewel de afstand tussen Delft en Zeist en Apeldoorn niet onoverbrugbaar is, werkt het volgens Van Luijk toch een stuk prettiger als onderzoeksgroepen die zich met dezelfde onderwerpen bezighouden dicht bij elkaar gehuisvest zijn. “Wij doen niks anders dan virtuele netwerken oprichten, maar het heeft toch grote voordelen ook fysiek naast elkaar te zitten. Je hebt dan een veel beter contact. Plus het voordeel dat je de faciliteiten niet twee keer hoeft te bouwen.”
Van Luijk hoopt dat ook de overheid, die gelden toekent aan zowel universiteiten als TNO, inziet dat het niet goed is eendere vakgebieden te ‘fragmenteren’ over Nederland. Helemaal niet, omdat in 3TU-verband is afgesproken vakgebieden bij elkaar te brengen.
De collegevoorzitter zegt dat hij ‘zeer teleurgesteld’ zou zijn als Scheidingstechnologie en Microbiologie niet naar Delft zouden komen. “Maar ik heb goede hoop dat het goed komt.” (SB)
Comments are closed.