Opinie

‘Testicle of Glass’

Bouwkundedocenten van de TU Delft maken een keuze uit Europese raadhuizen van Londen tot aan Usquert. Het levert een fascinerend overzicht op.

In het kleine Noord-Groningse dorpje Usquert wordt er nog altijd over gesproken. De belangrijke architect Berlage ontwierp eind jaren dertig een imposant raadhuis voor het waddendorp. Dit moest een oude herberg vervangen die dienst deed als gemeentehuis. Dat de 72-jarige Berlage de opdracht had aangenomen was al een grote verrassing, en het ontwerp was dat zelfs des te meer. In het dorp staan vrijwel alleen maar grote villa’s, gebouwd door rijke boeren die in Usquert rentenierden. Het eerste ontwerp van Berlage was ook een villa, maar hij kwam daar op terug. Uiteindelijk bedacht hij een hoekig bakstenen gebouw met een toren.

Toen Berlage de bouw inspecteerde, vond hij de toren niet hoog genoeg. Het geld was op, de nuchtere inwoners van Usquert vonden het moderne gebouw al hoog genoeg en waren bang dat het uit zou gaan steken boven de goudgele kerk. Dus zat er voor Berlage niets anders op dan de toren uit eigen zak te betalen. En ervoor te zorgen dat het gebouw niet hoger werd dan het geloofshuis om de bewoners niet tegen de haren in te strijken.

Deze anekdote is exemplarisch voor de toewijding van de architecten die in ‘Raadhuizen’ worden besproken. Het ontwerpen van een stad- of gemeentehuis is een prestigeproject voor architecten, hoe klein het dorp ook is. De auteurs, allen werkzaam als bouwkundedocent in Delft, selecteerden zestien Europese raadhuizen van na 1900.

De meeste raadhuizen uit het boek zijn moderne bouwwerken. Er staat slechts één traditioneel gebouw in: het stadhuis van Waalwijk, gebouwd door Alexander Kropholler in 1931. Net als Berlage gebruikte hij baksteen, maar met een volstrekt ander resultaat. Het gebouw heeft een trapgevel met boven de entree een afbeelding van het stadswapen van Waalwijk. Binnen is een loggia waar het volk nog ouderwets kan worden toegesproken. Eén vleugel bevat zelfs een artsenkamer en een keuringszaal . een verwijzing naar de verantwoordelijkheid van de gemeente voor de openbare hygiëne en gezondheid van haar volk. Voor die opmerkelijke functies is in hypermoderne raadhuizen geen plaats meer. Het gebouw in Waalwijk staat dan ook in groot contrast met de raadhuizen die tegenwoordig worden gebouwd. Bakstenen gevels, die verbergen wat er in een gebouw gebeurt, zijn definitief verleden tijd.

Het futuristische ontwerp van sterarchitect Norman Foster in Londen laat dit het duidelijkste zien. Fosters City Hall is een enorm gebouw van elf verdiepingen met transparant glas. ‘De gevel is volledig van glas. Geen glasplaat is hetzelfde, wat gerealiseerd kon worden door het gebruik van een computergestuurde lasersnijder’, schrijf Steven Steenbruggen. ‘Dat de City Hall een spraakmakend gebouw is geworden, moge blijken uit de bijnamen die de Londenaren, al dan niet liefkozend of met gevoel voor humor, hebben bedacht: ‘Helmet of Darth Vader’ en ‘Testicle of Glass’.’

Dit soort opmerkingen staan er helaas te weinig in dit boek. De meeste teksten over raadhuizen ontberen fascinerende anekdotes, wat de leesbaarheid niet ten goede komt. Daar tegenover staan de vele interessante afbeeldingen en plattegronden. Wat je na het lezen van ´Raadhuizen´vooral bij blijft is de veelzijdigheid van de ontwerpen die de bouwkundedocenten selecteren. Dat maakt het tot een boeiend boek.

Het grote contrast tussen ouderwetse en moderne raadhuizen komt soms zelfs tot uiting in één gebouw. De flamboyante architect Enric Miralles verenigde in zijn ontwerp voor het Utrechtse stadhuis oude en nieuwe gebouwen aan de Oudegracht en maakte twee ingangen. Eén voor ceremoniële gelegenheden aan de statige voorkant, en een voor dagelijks gebruik aan de moderne achterkant. In de raadzaal verwijderde hij het plafond zodat de originele balklaag in zicht kwam, maar ook de moderne stalenconstructie. Deze gedurfde oplossingen resulteerde in een gebouw met twee intrigerende gezichten. Een uitstekende keuze van de samenstellers.

Herman Prast (red.), ‘Raadhuizen. Een plandocumentatie’, SUN, 143 p., 24,50 euro

In het kleine Noord-Groningse dorpje Usquert wordt er nog altijd over gesproken. De belangrijke architect Berlage ontwierp eind jaren dertig een imposant raadhuis voor het waddendorp. Dit moest een oude herberg vervangen die dienst deed als gemeentehuis. Dat de 72-jarige Berlage de opdracht had aangenomen was al een grote verrassing, en het ontwerp was dat zelfs des te meer. In het dorp staan vrijwel alleen maar grote villa’s, gebouwd door rijke boeren die in Usquert rentenierden. Het eerste ontwerp van Berlage was ook een villa, maar hij kwam daar op terug. Uiteindelijk bedacht hij een hoekig bakstenen gebouw met een toren.

Toen Berlage de bouw inspecteerde, vond hij de toren niet hoog genoeg. Het geld was op, de nuchtere inwoners van Usquert vonden het moderne gebouw al hoog genoeg en waren bang dat het uit zou gaan steken boven de goudgele kerk. Dus zat er voor Berlage niets anders op dan de toren uit eigen zak te betalen. En ervoor te zorgen dat het gebouw niet hoger werd dan het geloofshuis om de bewoners niet tegen de haren in te strijken.

Deze anekdote is exemplarisch voor de toewijding van de architecten die in ‘Raadhuizen’ worden besproken. Het ontwerpen van een stad- of gemeentehuis is een prestigeproject voor architecten, hoe klein het dorp ook is. De auteurs, allen werkzaam als bouwkundedocent in Delft, selecteerden zestien Europese raadhuizen van na 1900.

De meeste raadhuizen uit het boek zijn moderne bouwwerken. Er staat slechts één traditioneel gebouw in: het stadhuis van Waalwijk, gebouwd door Alexander Kropholler in 1931. Net als Berlage gebruikte hij baksteen, maar met een volstrekt ander resultaat. Het gebouw heeft een trapgevel met boven de entree een afbeelding van het stadswapen van Waalwijk. Binnen is een loggia waar het volk nog ouderwets kan worden toegesproken. Eén vleugel bevat zelfs een artsenkamer en een keuringszaal . een verwijzing naar de verantwoordelijkheid van de gemeente voor de openbare hygiëne en gezondheid van haar volk. Voor die opmerkelijke functies is in hypermoderne raadhuizen geen plaats meer. Het gebouw in Waalwijk staat dan ook in groot contrast met de raadhuizen die tegenwoordig worden gebouwd. Bakstenen gevels, die verbergen wat er in een gebouw gebeurt, zijn definitief verleden tijd.

Het futuristische ontwerp van sterarchitect Norman Foster in Londen laat dit het duidelijkste zien. Fosters City Hall is een enorm gebouw van elf verdiepingen met transparant glas. ‘De gevel is volledig van glas. Geen glasplaat is hetzelfde, wat gerealiseerd kon worden door het gebruik van een computergestuurde lasersnijder’, schrijf Steven Steenbruggen. ‘Dat de City Hall een spraakmakend gebouw is geworden, moge blijken uit de bijnamen die de Londenaren, al dan niet liefkozend of met gevoel voor humor, hebben bedacht: ‘Helmet of Darth Vader’ en ‘Testicle of Glass’.’

Dit soort opmerkingen staan er helaas te weinig in dit boek. De meeste teksten over raadhuizen ontberen fascinerende anekdotes, wat de leesbaarheid niet ten goede komt. Daar tegenover staan de vele interessante afbeeldingen en plattegronden. Wat je na het lezen van ´Raadhuizen´vooral bij blijft is de veelzijdigheid van de ontwerpen die de bouwkundedocenten selecteren. Dat maakt het tot een boeiend boek.

Het grote contrast tussen ouderwetse en moderne raadhuizen komt soms zelfs tot uiting in één gebouw. De flamboyante architect Enric Miralles verenigde in zijn ontwerp voor het Utrechtse stadhuis oude en nieuwe gebouwen aan de Oudegracht en maakte twee ingangen. Eén voor ceremoniële gelegenheden aan de statige voorkant, en een voor dagelijks gebruik aan de moderne achterkant. In de raadzaal verwijderde hij het plafond zodat de originele balklaag in zicht kwam, maar ook de moderne stalenconstructie. Deze gedurfde oplossingen resulteerde in een gebouw met twee intrigerende gezichten. Een uitstekende keuze van de samenstellers.

Herman Prast (red.), ‘Raadhuizen. Een plandocumentatie’, SUN, 143 p., 24,50 euro

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.