Wetenschap

Teruggave grond in Centraal-Europa

Veel van de door de communisten onteigende landerijen in Centraal-Europa zijn nog niet teruggegeven aan de vroegere eigenaren. De traagheid van dat proces staat toetreding tot de EU in de weg, waarschuwt geodeet prof.

dr.ir. Theo Bogaerts.

,,Mensen zijn erg bezitsgevoelig”, stelt Bogaerts, die verbonden is aan de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Iemand die grond terugkrijgt van de overheid wil veelal dat de begrenzing ervan precies overeenkomt met die van zijn oorspronkelijke eigendom. In de voormalig communistische staten van Centraal-Europa vergt zo’n precieze aanpak enorm veel tijd; iets dat die landen niet hebben nu hun toetreding tot de EU voor de deur staat. Om de eigendomsrechten toch tijdig op orde te krijgen, pleit Bogaerts ervoor om minder te focussen op de exacte grenzen van kavels, maar meer op het recht van grondbezit. Iemand die kan aantonen dat hij een deel van het oppervlak van een coöperatie bezit, kan er bijvoorbeeld een hypotheek op afsluiten. Of het stuk grond een meter meer naar links of rechts ligt, maakt dan weinig uit.

De Europese Unie heeft het recht op persoonlijke eigendom hoog in het vaandel staan omdat het deel uitmaakt van de Universele Rechten van de Mens. Landen die willen toetreden tot de EU moeten aantonen dat ze die rechten respecteren. Een goed registratiesysteem voor de eigendom van grond, een kadaster, is een absolute noodzaak om hieraan te voldoen, vindt Bogaerts. Daarnaast legt het de basis voor een vrije markteconomie, een andere speerpunt van de EU. ,,Je koopt immers niet zomaar een kavel als je niet met grote zekerheid weet wie de eigenaar is.” Een betrouwbaar kadaster maakt het daarom voor buitenlandse investeerders veel aantrekkelijker om zich in een bepaald land te vestigen.

Hervormingen

Projecten voor kadastrale hervormingen in het voormalige Oostblok zijn legio. Zo kunnen West-Europese landen zich inschrijven op de Twinning-projecten van de EU. Het land dat het meest overtuigende projectvoorstel aandraagt, krijgt het recht om een bepaald Centraal-Europees land voor lange tijd te ondersteunen.

Veel West-Europese landen initiëren daarnaast hun eigen projecten. Zo werkt Bogaerts samen met onderzoeksassistent Elfriede Fendel aan kadasterprojecten onder het Nederlandse Matra-programma. Matra is door het ministerie van Buitenlandse Zaken in het leven geroepen om kandidaat-lidstaten van de EU te helpen met de noodzakelijke hervormingen van hun overheid.

De praktijksituaties voor verkaveling en registratie die Bogaerts en Fendel op hun veldbezoeken tegenkomen, kunnen hen tot nu toe echter niet bekoren. Zo geven ze het voorbeeld van een kavel in Tsjechië van 170 m2, waarop 120 verschillende eigenaars staan ingetekend. Velen daarvan bezitten dus niet meer dan een perceel ter grootte van deze krant. Bogaerts: ,,Die mensen zijn waarschijnlijk niet eens geïnteresseerd in hun bezit, laat staan dat je het nauwkeurig moet registreren en afpalen.” Volgens Bogaerts moeten Centraal-Europese overheden daarom alleen land teruggeven aan diegenen die er ook daadwerkelijk aanspraak op maken. ,,Dat zou het proces aanzienlijk versnellen en het scheelt een enorme zoektocht naar moeilijk vindbare eigenaars.” Ook de Hongaarse ‘stripmethode’ kan niet op Bogaerts’ zegen rekenen: daarbijwordt een perceel onderverdeeld in evenwijdige stroken, waarbij iedere eigenaar een strook krijgt overeenkomstig het oppervlak waarop hij recht heeft. Fendel: ,,We kwamen kavels tegen van zeven centimeter breed bij zevenhonderd meter lang. Precies genoeg voor een rij worteltjes dus.”

Concurrentie

Westerse landen zijn gretig om voet aan de grond te krijgen in het voormalige Oostblok. Alleen al op het gebied van kadasters ontwikkelt zich daar een enorme markt voor moderne communicatiemiddelen, data-opslagsystemen en apparatuur voor bijvoorbeeld luchtfotografie en landmeting. Het is daarom niet verwonderlijk dat West-Europese landen die een EU-Twinningproject aan hun neus voorbij zien gaan, zelfstandig projecten opstarten. Op die manier krijgen ze via de achterdeur toch nog toegang tot zo’n land. In zijn voormalige rol als adviseur voor de EU zegt Bogaerts vooral van Noorwegen veel last te hebben gehad. Maar ook Nederland laat zich op dit vlak niet onbetuigd. De kadasterprojecten onder Matra komen voort uit het feit dat Nederland zijn inschrijving op de Twinning met Polen heeft verloren van Frankrijk en Duitsland. Bij Bogaerts ligt nu de taak om ze in de pas te laten lopen met projecten van de Europese Unie en de Wereldbank.

Bogaerts vindt het vreemd dat de Centraal-Europese landen telkens weer bij ons aankloppen voor hulp. Ze hebben zelf veel kennis en kunnen prima van elkaar leren, maar toch denken ze dat wij het allemaal beter weten. Bogaerts: ,,Dat komt waarschijnlijk doordat wij hen altijd onze mooiste dingen laten zien. Misschien zouden we ze wat vaker moeten vertellen dat ook wij de wijsheid niet in pacht hebben.”

Veel van de door de communisten onteigende landerijen in Centraal-Europa zijn nog niet teruggegeven aan de vroegere eigenaren. De traagheid van dat proces staat toetreding tot de EU in de weg, waarschuwt geodeet prof. dr.ir. Theo Bogaerts.

,,Mensen zijn erg bezitsgevoelig”, stelt Bogaerts, die verbonden is aan de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Iemand die grond terugkrijgt van de overheid wil veelal dat de begrenzing ervan precies overeenkomt met die van zijn oorspronkelijke eigendom. In de voormalig communistische staten van Centraal-Europa vergt zo’n precieze aanpak enorm veel tijd; iets dat die landen niet hebben nu hun toetreding tot de EU voor de deur staat. Om de eigendomsrechten toch tijdig op orde te krijgen, pleit Bogaerts ervoor om minder te focussen op de exacte grenzen van kavels, maar meer op het recht van grondbezit. Iemand die kan aantonen dat hij een deel van het oppervlak van een coöperatie bezit, kan er bijvoorbeeld een hypotheek op afsluiten. Of het stuk grond een meter meer naar links of rechts ligt, maakt dan weinig uit.

De Europese Unie heeft het recht op persoonlijke eigendom hoog in het vaandel staan omdat het deel uitmaakt van de Universele Rechten van de Mens. Landen die willen toetreden tot de EU moeten aantonen dat ze die rechten respecteren. Een goed registratiesysteem voor de eigendom van grond, een kadaster, is een absolute noodzaak om hieraan te voldoen, vindt Bogaerts. Daarnaast legt het de basis voor een vrije markteconomie, een andere speerpunt van de EU. ,,Je koopt immers niet zomaar een kavel als je niet met grote zekerheid weet wie de eigenaar is.” Een betrouwbaar kadaster maakt het daarom voor buitenlandse investeerders veel aantrekkelijker om zich in een bepaald land te vestigen.

Hervormingen

Projecten voor kadastrale hervormingen in het voormalige Oostblok zijn legio. Zo kunnen West-Europese landen zich inschrijven op de Twinning-projecten van de EU. Het land dat het meest overtuigende projectvoorstel aandraagt, krijgt het recht om een bepaald Centraal-Europees land voor lange tijd te ondersteunen.

Veel West-Europese landen initiëren daarnaast hun eigen projecten. Zo werkt Bogaerts samen met onderzoeksassistent Elfriede Fendel aan kadasterprojecten onder het Nederlandse Matra-programma. Matra is door het ministerie van Buitenlandse Zaken in het leven geroepen om kandidaat-lidstaten van de EU te helpen met de noodzakelijke hervormingen van hun overheid.

De praktijksituaties voor verkaveling en registratie die Bogaerts en Fendel op hun veldbezoeken tegenkomen, kunnen hen tot nu toe echter niet bekoren. Zo geven ze het voorbeeld van een kavel in Tsjechië van 170 m2, waarop 120 verschillende eigenaars staan ingetekend. Velen daarvan bezitten dus niet meer dan een perceel ter grootte van deze krant. Bogaerts: ,,Die mensen zijn waarschijnlijk niet eens geïnteresseerd in hun bezit, laat staan dat je het nauwkeurig moet registreren en afpalen.” Volgens Bogaerts moeten Centraal-Europese overheden daarom alleen land teruggeven aan diegenen die er ook daadwerkelijk aanspraak op maken. ,,Dat zou het proces aanzienlijk versnellen en het scheelt een enorme zoektocht naar moeilijk vindbare eigenaars.” Ook de Hongaarse ‘stripmethode’ kan niet op Bogaerts’ zegen rekenen: daarbijwordt een perceel onderverdeeld in evenwijdige stroken, waarbij iedere eigenaar een strook krijgt overeenkomstig het oppervlak waarop hij recht heeft. Fendel: ,,We kwamen kavels tegen van zeven centimeter breed bij zevenhonderd meter lang. Precies genoeg voor een rij worteltjes dus.”

Concurrentie

Westerse landen zijn gretig om voet aan de grond te krijgen in het voormalige Oostblok. Alleen al op het gebied van kadasters ontwikkelt zich daar een enorme markt voor moderne communicatiemiddelen, data-opslagsystemen en apparatuur voor bijvoorbeeld luchtfotografie en landmeting. Het is daarom niet verwonderlijk dat West-Europese landen die een EU-Twinningproject aan hun neus voorbij zien gaan, zelfstandig projecten opstarten. Op die manier krijgen ze via de achterdeur toch nog toegang tot zo’n land. In zijn voormalige rol als adviseur voor de EU zegt Bogaerts vooral van Noorwegen veel last te hebben gehad. Maar ook Nederland laat zich op dit vlak niet onbetuigd. De kadasterprojecten onder Matra komen voort uit het feit dat Nederland zijn inschrijving op de Twinning met Polen heeft verloren van Frankrijk en Duitsland. Bij Bogaerts ligt nu de taak om ze in de pas te laten lopen met projecten van de Europese Unie en de Wereldbank.

Bogaerts vindt het vreemd dat de Centraal-Europese landen telkens weer bij ons aankloppen voor hulp. Ze hebben zelf veel kennis en kunnen prima van elkaar leren, maar toch denken ze dat wij het allemaal beter weten. Bogaerts: ,,Dat komt waarschijnlijk doordat wij hen altijd onze mooiste dingen laten zien. Misschien zouden we ze wat vaker moeten vertellen dat ook wij de wijsheid niet in pacht hebben.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.