Wetenschap

Terry de theaterconsultant

Het is fijn als je na een avondje theater nog even in de sfeer kunt blijven met een drankje in de foyer. Industrieel ontwerper Terry Brochard verschafte theaterdirecteuren zeven inzichten in theaterbeleving.

Aanvankelijk voor zijn afstuderen bij Design for Interaction, nu voor zijn bedrijf Theater Beleving

Onderzoek: ‘Theatre Experience, the experience of a visit in theatre from the visitor’s perspective’
Eindcijfer: 8,5

Eigenlijk had hij niets liever gewild dan er zelf staan. Daar, op die planken, waar het allemaal gebeurt. Nu heeft industrieel ontwerper Terry Brochard (25) een ingenieurstitel en staat achter de coulissen. “Na de middelbare school wilde ik helemaal niet studeren. Ik had altijd in een theatergroepje gezeten en wilde naar de theateracademie. Toen ik in de laatste ronde van de toelating sneuvelde, dacht ik: dan maar industrieel ontwerpen. Ik kon in elk geval acteren en theater maken in de theatergroep van mijn studentenvereniging Virgiel.”

Maar bloed kruipt waar het niet gaan kan. Dus toen Brochard voor zijn afstuderen twijfelde tussen de onderwerpen Lego en theater, was de keuze snel gemaakt. Zeker toen hij eenmaal koffie had gedronken met dr.ir. Jasper van Kuijk, cabaretier én docent bij Design for Interaction. “Samen hebben we het onderwerp theaterbeleving gekozen”, vertelt hij. “Waar iedereen bij ons afstudeert op mens-productinteractie heb ik het product vervangen door een avond in het theater. Wat gebeurt er met een toeschouwer tijdens zo’n bezoek? Dat is voor theaterdirecteuren interessant om te weten.”

Dat valt redelijk te voorspellen, toch? Je gaat naar binnen, laat je kaartje controleren, hangt je jas op, bestelt een wijntje, gaat naar de zaal, drinkt in de pauze nog een wijntje, haalt na de voorstelling je jas weer op en gaat naar huis. Toch zagen theaterdirecteuren het onderzoek van Brochard helemaal zitten en de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD) verbond zich aan het onderzoek. “Tijdens al die stappen, van binnenkomst, via de voorstelling weer naar de uitgang, gebeurt veel meer dan je zou vermoeden”, weet Brochard. “Op locatieniveau bijvoorbeeld. Een simpel voorbeeld: de verwerking van een voorstelling kan pas plaatsvinden tijdens de pauze of na de voorstelling, omdat dan geen nieuwe informatie binnenkomt. Maar in de foyer wordt meestal geen rekening gehouden met muziek die bij de voorstelling past. Daardoor is de bezoeker vrijwel onmiddellijk uit de flow.

Brochard knipte de avond op in meer dan twintig stukjes en analyseerde ze stuk voor stuk. Hij bezocht tal van theaters, sprak met bezoekers, personeel, directeuren en schaduwde tien keer een bezoekersduo. Daaruit concludeerde hij onder andere dat niet-vaste bezoekers veel kritischer zijn dan vaste. “Vaste klanten zeggen eerder: ach, zo gaat dat hier nu eenmaal.” Ook bleek een groot deel van de theaterbeleving in details te zitten. Aardig personeel bijvoorbeeld, of suikersticks die binnen handbereik zijn wanneer je koffie hebt besteld, in plaats van dat je je door veertig man publiek moet worstelen naar de andere kant van de bar. “Bezoekers moeten zorgenvrij zijn. Zo heeft een theater in Gouda klapstoeltjes direct na de ingang van de theaterzaal, zodat laatkomers de voorstelling niet verstoren, maar toch naar binnen kunnen. En weet je hoe veel zorgen het scheelt als je gewoon even de eindtijd van een voorstelling vermeld? Bezoekers zitten een stuk rustiger als ze de oppas van tevoren kunnen zeggen hoe laat ze weer thuis zijn.”

Theaterbeleving heeft feitelijk twee niveaus, volgens de industrieel ontwerper: de beleving van de voorstelling, en de beleving van het theater. Die verwerkte hij in een chronologische tijdlijn van een theaterbezoek, die op zijn beurt weer leidde tot zeven inzichten in waar het wel en waar het niet goed gaat met de beleving in theaters. Daarnaast ontwierp Brochard een service waarin hij directeuren meeneemt door hun theater, via de route van de bezoeker. Sinds hij zijn bevindingen onlangs presenteerde op het Congres Podiumkunsten, staat zijn telefoon roodgloeiend van theaterleiders die zijn methode willen invoeren. Brochard heeft dus maar besloten er een bedrijf van te maken: Theater Beleving. “Terry de theaterconsultant, noemden mijn vrienden me gekscherend tijdens mijn afstuderen.” Wie had durven dromen dat daar nu een nummer van de Kamer van Koophandel aan hangt.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.