Campus

Techniek in trek bij eerstejaars

De drie TU’s trekken opnieuw veel meer eerstejaars, terwijl de algemene universiteiten nauwelijks groei zien. Pas over een aantal weken is het definitieve aantal eerstejaars bekend, maar door de bak genomen kunnen de technische universiteiten al tevreden zijn.

De groei van vorig jaar (na jarenlange malaise) wordt dit jaar voortgezet. De TU Eindhoven telt maar liefst tien procent meer eerstejaars, Delft ziet de instroom met vijf procent stijgen, Twente met drie. De algemene universiteiten verwelkomen daarentegen nauwelijks meer nieuwe studenten dan vorig jaar.

De technische eerstejaars zijn zeer ongelijk over de studies verdeeld. Bij informatica groeien de bomen net als vorig jaar tot in de hemel: aan alle TU’s stijgt het aantal eerstejaars met ruim eenderde. Ook technische scheikunde en elektrotechniek, die al jaren in de min zaten, krijgen dit jaar voor het eerst fors meer studenten. Alleen Elektro in Delft en chemie in Twente doen niet mee met deze flinke groei.

Behalve de Delftse ‘dwergstudies’ materiaalkunde en geodesie krijgt ook ‘grote jongen’ technische natuurkunde zware klappen. Gemiddeld over de drie TU’s meldden zich vijftien procent minder eerstejaars aan. Vreemd genoeg moeten Delft en Twente een grote veer laten (min 22 en min 34 procent).

Op het eerste gezicht lijkt er in Eindhoven niets aan de hand: daar staat de teller op dit moment juist op 38 procent meer nieuwelingen. Maar Brabant kreeg de klap vorig jaar al. Het aantal eerstejaars daalde toen van 87 in 1996 naar 54. Ook al gaat het nu weer beter, het aantal van 1996 wordt bij lange na niet gehaald.
Moeder

De desinteresse voor de moeder van alle natuurwetenschappen beperkt zich niet tot de technische universiteiten. Ook bij de natuurkunde-opleidingen van de algemene universiteiten melden zich naar verwachting veertien procent minder scholieren. In het hoger beroepsonderwijs is de situatie zo mogelijk nog dramatischer.

De terugval is opmerkelijk. In het verleden nam het aantal studenten natuurkunde weliswaar langzaam af, maar de daling hield gelijke tred met die bij de overige techniek- en bèta-studies. Die andere studies trekken nu aan, terwijl natuurkunde in een vrije val lijkt geraakt.

Een teleurgestelde voorzitter van de Nederlandse Natuurkunde Vereniging (NNV), prof.dr. A.W. Klein, spreekt dan ook van een trendbreuk. ,,Tot dusver koos steeds een min of meer constant percentage van de schoolverlaters voor natuurkunde”, zegt hij.

Prof.dr. J. Greve, decaan van de Twentse faculteit Technische Natuurkunde, vindt de plotselinge daling ‘verbazingwekkend’. Naar de oorzaken is het volgens hem gissen: ,,Er is niets bijzonders gebeurd, er zijn bijvoorbeeld geen visitatierapporten verschenen.”

Greve houdt het er daarom voorlopig op dat de daling eeneenmalige toevalstreffer is. ,,Statistisch kan dat voorkomen”. Maar hij moet toegeven dat het vreemd is dat de daling zich in bijna heel Nederland voordoet. Met spanning zal hij daarom de vooraanmeldingscijfers voor het komend jaar in de gaten houden.

Pas over een aantal weken is het definitieve aantal eerstejaars bekend, maar door de bak genomen kunnen de technische universiteiten al tevreden zijn. De groei van vorig jaar (na jarenlange malaise) wordt dit jaar voortgezet. De TU Eindhoven telt maar liefst tien procent meer eerstejaars, Delft ziet de instroom met vijf procent stijgen, Twente met drie. De algemene universiteiten verwelkomen daarentegen nauwelijks meer nieuwe studenten dan vorig jaar.

De technische eerstejaars zijn zeer ongelijk over de studies verdeeld. Bij informatica groeien de bomen net als vorig jaar tot in de hemel: aan alle TU’s stijgt het aantal eerstejaars met ruim eenderde. Ook technische scheikunde en elektrotechniek, die al jaren in de min zaten, krijgen dit jaar voor het eerst fors meer studenten. Alleen Elektro in Delft en chemie in Twente doen niet mee met deze flinke groei.

Behalve de Delftse ‘dwergstudies’ materiaalkunde en geodesie krijgt ook ‘grote jongen’ technische natuurkunde zware klappen. Gemiddeld over de drie TU’s meldden zich vijftien procent minder eerstejaars aan. Vreemd genoeg moeten Delft en Twente een grote veer laten (min 22 en min 34 procent).

Op het eerste gezicht lijkt er in Eindhoven niets aan de hand: daar staat de teller op dit moment juist op 38 procent meer nieuwelingen. Maar Brabant kreeg de klap vorig jaar al. Het aantal eerstejaars daalde toen van 87 in 1996 naar 54. Ook al gaat het nu weer beter, het aantal van 1996 wordt bij lange na niet gehaald.
Moeder

De desinteresse voor de moeder van alle natuurwetenschappen beperkt zich niet tot de technische universiteiten. Ook bij de natuurkunde-opleidingen van de algemene universiteiten melden zich naar verwachting veertien procent minder scholieren. In het hoger beroepsonderwijs is de situatie zo mogelijk nog dramatischer.

De terugval is opmerkelijk. In het verleden nam het aantal studenten natuurkunde weliswaar langzaam af, maar de daling hield gelijke tred met die bij de overige techniek- en bèta-studies. Die andere studies trekken nu aan, terwijl natuurkunde in een vrije val lijkt geraakt.

Een teleurgestelde voorzitter van de Nederlandse Natuurkunde Vereniging (NNV), prof.dr. A.W. Klein, spreekt dan ook van een trendbreuk. ,,Tot dusver koos steeds een min of meer constant percentage van de schoolverlaters voor natuurkunde”, zegt hij.

Prof.dr. J. Greve, decaan van de Twentse faculteit Technische Natuurkunde, vindt de plotselinge daling ‘verbazingwekkend’. Naar de oorzaken is het volgens hem gissen: ,,Er is niets bijzonders gebeurd, er zijn bijvoorbeeld geen visitatierapporten verschenen.”

Greve houdt het er daarom voorlopig op dat de daling eeneenmalige toevalstreffer is. ,,Statistisch kan dat voorkomen”. Maar hij moet toegeven dat het vreemd is dat de daling zich in bijna heel Nederland voordoet. Met spanning zal hij daarom de vooraanmeldingscijfers voor het komend jaar in de gaten houden.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.