Onderwijs

Techniek Museum wordt ‘TU-museum’

Meer ruimte voor eigen TU-collecties en minder voor techniek in het algemeen. Het Techniek Museum moet een ‘bedrijfsmuseum’ worden, maar Bouwkunde en Elektro willen hun verzameling niet kwijt.

Er staan het Techniek Museum de komende jaren grote veranderingen te wachten. Een nieuwe behuizing in TU-Noord (de voorkeur gaat uit naar het pand van Mijnbouw); enkele miljoenen steun van het onderwijsministerie (dat is althans de bedoeling); én de omslag van een algemeen techniekmuseum naar een ‘bedrijfsmuseum’. TU-collecties die nu nog door faculteiten zelf worden beheerd, gaan een belangrijk aandeel vormen, zegt Rob Korving, coördinator universitaire collecties van de TU.

,,Faculteitscollecties zijn ontstaan doordat enkele TU-medewerkers zich verantwoordelijk voelden voor spullen met historische waarde. Aangezien faculteiten zelf hun financiën regelen, valt het beheer ervan ook onder hun eigen verantwoording”, zegt Korving.

In enkele gevallen schiet dat beheer tekort. Sinds het college van bestuur te kennen heeft gegeven zich verantwoordelijk te voelen voor het universitair erfgoed, wordt er daarom met de faculteiten overlegd om hun collecties in een museum onder te brengen. De meesten opleidingen hebben daar wel oren naar. Alleen Elektrotechniek en Bouwkunde hebben volgens Korving bezwaren.
Stoelen

,,Onze faculteit heeft geen museum, maar een studieverzameling die nog volop in het onderwijs gebruikt wordt”, zegt Th. Ensing, die de collectie van Elektro beheert. ,,Er worden colloquia georganiseerd waarin de collectievoorwerpen behandeld worden. De verzameling mag dus niet minder compleet worden en moet in eigen beheer blijven.” Ook de stoelencollectie van Bouwkunde doet nog regelmatig dienst tijdens de lessen, vertelt beheerder De Wit.

Han Heijmans, directeur van het Techniek Museum, bevestigt dat het enthousiasme voor een ‘bedrijfsmuseum’ per faculteit verschilt, omdat enkele opleidingen hun ‘museumstukken’ nog actief gebruiken. Een andere reden is volgens hem dat sommige faculteiten meer geld kunnen vrijmaken voor collectiebeheer dan andere.

Zo haalt Ensing onder andere via het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voldoende sponsoring binnen voor het collectiebeheer. Hij wil graag met het Techniek Museum blijven samenwerken door collectievoorwerpen uit te lenen voor exposities, zegt hij. Van overdracht van de collectie zal echter geen sprake zijn. ,,Wat als het Techniek Museum Delft over de kop gaat? Wij hebben hier voor twintig miljoen gulden waarde aan voorwerpen staan. Dat hebben ze bij het Techniek Museum niet eens.”

De waardevolle verzamelingen van de TU zijn onlangs op cd-rom bijeengebracht onder de titel ‘Academische collecties Delft’. De cd toont onder meer objecten uit het facultaire erfgoed. Deze plaatjes tonen objecten van (vlnr) Bouwkunde, Civiel en Elektro.

Museum aast op twee miljoen aan subsidie

Het onderwijsministerie stelt via de Mondriaanstichting twaalf miljoen gulden ter beschikking aan de Nederlandse universiteiten voor de verbetering van de conservering van academische collecties.

Het Techniek Museum Delft heeft vorig jaar een subsidieaanvraag ingediend voor vijf projecten.

Tot nu toe heeft de Mondriaanstichting echter nog geen gulden uitgekeerd. Korving wijt dit voor een deel aan een ‘culture clash’. De ambtelijk ingestelde Mondriaanstichting zou vooraf een precieze verantwoording eisen, terwijl de universiteiten liever achteraf aangeven wat ze met hun geld hebben gedaan.

Maar een groter probleem vormt de voorwaarde dat tegenover elke gulden subsidie anderhalve gulden van de universiteit zelf staat. Het Techniek Museum mikt op 2 miljoen gulden subsidie; de TU zou dan zelf 3,5 miljoen gulden moeten vrijmaken voor collectiebeheer. Dat is volgens Korving geen realistische gedachte.

Toch ziet hij in de nabije toekomst mogelijkheden voor tenminste een paar van de vijf projectvoorstellen. Als de eisen wat verruimd worden en reeds gedane en toekomstige investeringen meetellen, valt de 3,5 miljoen volgens hem wel te halen. Het betrekken van een nieuw museumgebouw zou daar flink aan bijdragen.

,,,

Er staan het Techniek Museum de komende jaren grote veranderingen te wachten. Een nieuwe behuizing in TU-Noord (de voorkeur gaat uit naar het pand van Mijnbouw); enkele miljoenen steun van het onderwijsministerie (dat is althans de bedoeling); én de omslag van een algemeen techniekmuseum naar een ‘bedrijfsmuseum’. TU-collecties die nu nog door faculteiten zelf worden beheerd, gaan een belangrijk aandeel vormen, zegt Rob Korving, coördinator universitaire collecties van de TU.

,,Faculteitscollecties zijn ontstaan doordat enkele TU-medewerkers zich verantwoordelijk voelden voor spullen met historische waarde. Aangezien faculteiten zelf hun financiën regelen, valt het beheer ervan ook onder hun eigen verantwoording”, zegt Korving.

In enkele gevallen schiet dat beheer tekort. Sinds het college van bestuur te kennen heeft gegeven zich verantwoordelijk te voelen voor het universitair erfgoed, wordt er daarom met de faculteiten overlegd om hun collecties in een museum onder te brengen. De meesten opleidingen hebben daar wel oren naar. Alleen Elektrotechniek en Bouwkunde hebben volgens Korving bezwaren.
Stoelen

,,Onze faculteit heeft geen museum, maar een studieverzameling die nog volop in het onderwijs gebruikt wordt”, zegt Th. Ensing, die de collectie van Elektro beheert. ,,Er worden colloquia georganiseerd waarin de collectievoorwerpen behandeld worden. De verzameling mag dus niet minder compleet worden en moet in eigen beheer blijven.” Ook de stoelencollectie van Bouwkunde doet nog regelmatig dienst tijdens de lessen, vertelt beheerder De Wit.

Han Heijmans, directeur van het Techniek Museum, bevestigt dat het enthousiasme voor een ‘bedrijfsmuseum’ per faculteit verschilt, omdat enkele opleidingen hun ‘museumstukken’ nog actief gebruiken. Een andere reden is volgens hem dat sommige faculteiten meer geld kunnen vrijmaken voor collectiebeheer dan andere.

Zo haalt Ensing onder andere via het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voldoende sponsoring binnen voor het collectiebeheer. Hij wil graag met het Techniek Museum blijven samenwerken door collectievoorwerpen uit te lenen voor exposities, zegt hij. Van overdracht van de collectie zal echter geen sprake zijn. ,,Wat als het Techniek Museum Delft over de kop gaat? Wij hebben hier voor twintig miljoen gulden waarde aan voorwerpen staan. Dat hebben ze bij het Techniek Museum niet eens.”

De waardevolle verzamelingen van de TU zijn onlangs op cd-rom bijeengebracht onder de titel ‘Academische collecties Delft’. De cd toont onder meer objecten uit het facultaire erfgoed. Deze plaatjes tonen objecten van (vlnr) Bouwkunde, Civiel en Elektro.

Museum aast op twee miljoen aan subsidie

Het onderwijsministerie stelt via de Mondriaanstichting twaalf miljoen gulden ter beschikking aan de Nederlandse universiteiten voor de verbetering van de conservering van academische collecties.

Het Techniek Museum Delft heeft vorig jaar een subsidieaanvraag ingediend voor vijf projecten.

Tot nu toe heeft de Mondriaanstichting echter nog geen gulden uitgekeerd. Korving wijt dit voor een deel aan een ‘culture clash’. De ambtelijk ingestelde Mondriaanstichting zou vooraf een precieze verantwoording eisen, terwijl de universiteiten liever achteraf aangeven wat ze met hun geld hebben gedaan.

Maar een groter probleem vormt de voorwaarde dat tegenover elke gulden subsidie anderhalve gulden van de universiteit zelf staat. Het Techniek Museum mikt op 2 miljoen gulden subsidie; de TU zou dan zelf 3,5 miljoen gulden moeten vrijmaken voor collectiebeheer. Dat is volgens Korving geen realistische gedachte.

Toch ziet hij in de nabije toekomst mogelijkheden voor tenminste een paar van de vijf projectvoorstellen. Als de eisen wat verruimd worden en reeds gedane en toekomstige investeringen meetellen, valt de 3,5 miljoen volgens hem wel te halen. Het betrekken van een nieuw museumgebouw zou daar flink aan bijdragen.

Er staan het Techniek Museum de komende jaren grote veranderingen te wachten. Een nieuwe behuizing in TU-Noord (de voorkeur gaat uit naar het pand van Mijnbouw); enkele miljoenen steun van het onderwijsministerie (dat is althans de bedoeling); én de omslag van een algemeen techniekmuseum naar een ‘bedrijfsmuseum’. TU-collecties die nu nog door faculteiten zelf worden beheerd, gaan een belangrijk aandeel vormen, zegt Rob Korving, coördinator universitaire collecties van de TU.

,,Faculteitscollecties zijn ontstaan doordat enkele TU-medewerkers zich verantwoordelijk voelden voor spullen met historische waarde. Aangezien faculteiten zelf hun financiën regelen, valt het beheer ervan ook onder hun eigen verantwoording”, zegt Korving.

In enkele gevallen schiet dat beheer tekort. Sinds het college van bestuur te kennen heeft gegeven zich verantwoordelijk te voelen voor het universitair erfgoed, wordt er daarom met de faculteiten overlegd om hun collecties in een museum onder te brengen. De meesten opleidingen hebben daar wel oren naar. Alleen Elektrotechniek en Bouwkunde hebben volgens Korving bezwaren.
Stoelen

,,Onze faculteit heeft geen museum, maar een studieverzameling die nog volop in het onderwijs gebruikt wordt”, zegt Th. Ensing, die de collectie van Elektro beheert. ,,Er worden colloquia georganiseerd waarin de collectievoorwerpen behandeld worden. De verzameling mag dus niet minder compleet worden en moet in eigen beheer blijven.” Ook de stoelencollectie van Bouwkunde doet nog regelmatig dienst tijdens de lessen, vertelt beheerder De Wit.

Han Heijmans, directeur van het Techniek Museum, bevestigt dat het enthousiasme voor een ‘bedrijfsmuseum’ per faculteit verschilt, omdat enkele opleidingen hun ‘museumstukken’ nog actief gebruiken. Een andere reden is volgens hem dat sommige faculteiten meer geld kunnen vrijmaken voor collectiebeheer dan andere.

Zo haalt Ensing onder andere via het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voldoende sponsoring binnen voor het collectiebeheer. Hij wil graag met het Techniek Museum blijven samenwerken door collectievoorwerpen uit te lenen voor exposities, zegt hij. Van overdracht van de collectie zal echter geen sprake zijn. ,,Wat als het Techniek Museum Delft over de kop gaat? Wij hebben hier voor twintig miljoen gulden waarde aan voorwerpen staan. Dat hebben ze bij het Techniek Museum niet eens.”

De waardevolle verzamelingen van de TU zijn onlangs op cd-rom bijeengebracht onder de titel ‘Academische collecties Delft’. De cd toont onder meer objecten uit het facultaire erfgoed. Deze plaatjes tonen objecten van (vlnr) Bouwkunde, Civiel en Elektro.

Museum aast op twee miljoen aan subsidie

Het onderwijsministerie stelt via de Mondriaanstichting twaalf miljoen gulden ter beschikking aan de Nederlandse universiteiten voor de verbetering van de conservering van academische collecties.

Het Techniek Museum Delft heeft vorig jaar een subsidieaanvraag ingediend voor vijf projecten.

Tot nu toe heeft de Mondriaanstichting echter nog geen gulden uitgekeerd. Korving wijt dit voor een deel aan een ‘culture clash’. De ambtelijk ingestelde Mondriaanstichting zou vooraf een precieze verantwoording eisen, terwijl de universiteiten liever achteraf aangeven wat ze met hun geld hebben gedaan.

Maar een groter probleem vormt de voorwaarde dat tegenover elke gulden subsidie anderhalve gulden van de universiteit zelf staat. Het Techniek Museum mikt op 2 miljoen gulden subsidie; de TU zou dan zelf 3,5 miljoen gulden moeten vrijmaken voor collectiebeheer. Dat is volgens Korving geen realistische gedachte.

Toch ziet hij in de nabije toekomst mogelijkheden voor tenminste een paar van de vijf projectvoorstellen. Als de eisen wat verruimd worden en reeds gedane en toekomstige investeringen meetellen, valt de 3,5 miljoen volgens hem wel te halen. Het betrekken van een nieuw museumgebouw zou daar flink aan bijdragen.