Campus

Techniek en maatschappij in zeven kaarten

Met het programma Studio kunnen eerstejaars studenten technisch-maatschappelijke problemen in kaart brengen. Lost Boys en de faculteit Techniek Bestuur en Management (TBM) koesteren hoge verwachtingen van het samen ontwikkelde product.

Blackboard rules. Wie het tegenwoordig over online onderwijs heeft, kan niet om deze elektronische leeromgeving heen. U kent de mantra misschien al: Blackboard is gebruikersvriendelijk, Blackboard is flexibel, Blackboard verovert in een verbluffend tempo de universitaire wereld. Het is allemaal waar, en het laatste wat Peter de Jong (manager e-learning bij Lost Boys Interactive Media) wil is dat het interactieve onderwijsprogramma Studio als een concurrent wordt gezien. ,,Blackboard voorziet in veel behoeften, maar het is een geraamte, een kaartenbak. De docent wiens ambitie niet veel verder gaat dan het digitaal archiveren van zijn lesmateriaal, kan met het programma ook prima uit de voeten.” Studio – te vinden op een website en een cd-rom – vergelijkt hij liever met een kwalitatief hoogstaande uitgave van een educatieve uitgever: een lesmethode waar lang over is nagedacht en met een mooie, heldere vormgeving. ,,We hebben het bewust niet te cool of te popi gemaakt, omdat je daar maar een deel van de doelgroep mee aanspreekt.”

De faculteit TBM had een duidelijk idee over de inhoud van de module toen de projectgroep bij Lost Boys binnenstapte voor een ‘gestructureerde brainstormsessie’. De Jong: ,,Ze hadden een uitgewerkt concept, en lieten het functioneel ontwerp van het programma aan ons over.”

De website van Studio is technisch te ingewikkeld om in Blackboard te worden gemaakt. Dat heeft vooral te maken met het analysemodel: door studenten in te vullen kaarten, die door student-assistenten kunnen worden bekeken en van commentaar voorzien. Wel zal het programma via Blackboard te benaderen zijn.

Controversieel

Studio is ontstaan uit de wens om aan alle eerstejaars studenten een vak aan te bieden over techniek en maatschappij. Dit jaar gaan de studenten technische informatica met het Studio aan de slag, bij gebleken succes volgen de andere studies binnen twee jaar. Het aantal thema’s waar de studenten uit kunnen kiezen wordt uitgebreid, maar voor de informaticastudenten zijn dat er nu twee: informatietechnologie en communicatietechnologie. Binnen zo’n thema kiest een groep van drie tot zeven studenten een subonderwerp, liefst controversieel en samengevat in een vraag. (Voorbeeld: ‘Is onbetaalde muziekdistributie via het internet geoorloofd?’).De zeven kaarten waarop de studenten na uitgebreid bronnen- en literatuuronderzoek schetsen maken van onder meer de maatschappelijke gevolgen, de rol van de ingenieur, de historische achtergrond en de betrokken actoren, vormen het hart van Studio. DeJong: ,,Ze vullen de kaarten gezamenlijk via een elektronisch formulier in, en het programma geeft de informatie visueel weer. Zo kan de student-assistent in één oogopslag zien of de student kennis van zaken heeft.”

Dilemma

De student-assistent kan waar nodig de studenten bijsturen. ,,Daar doet zich een dilemma voor”, vertelt dr. Simon Peerdeman, als directeur ontwikkelingen van TBM één van de geestelijke vaders van Studio. ,,Studenten schrikken er voor terug om zich in een vroeg stadium ‘in de kaarten te laten kijken’. Aan de andere kant wil je ze tijdig kunnen waarschuwen als ze op het verkeerde spoor zitten. Je moet een evenwicht zien te vinden.” Als afsluiting van de module moet elke student in een essay zijn persoonlijke stellingname over het probleem uitwerken.

Als docent werd prof.dr.ir. Harry Lintsen aangezocht, hoogleraar in de geschiedenis van de techniek. Lintsen doceert tevens in Eindhoven, waar in november ook een pilotproject gaat draaien. Voor Studio heeft de hoogleraar zijn colleges uitgeschreven. Hij moet zich beperken tot slechts één traditioneel college, aan het begin van de module.,,Harry probeerde er steeds colleges tussen te proppen, en kreeg dan een stevige tik op de vingers”, vertelt Peerdeman.

Vorige week is het programma voor het eerst op bescheiden schaal getest, bij de sectie arbeids- en organisatiepsychologie van TBM. ,,De interface bleek hier en daar nog wat onoverzichtelijk”, vertelt Wouter Danes, student-assistent van Peerdeman.

Pas in de praktijk zal echt duidelijk worden wat nu precies de sterke en zwakke plekken van Studio zijn. ,,We hadden de release kunnen uitstellen”, zegt Peter de Jong van Lost Boys. ,,Op basis van ervaring hebben we het aangedurfd. We gaan er nu van uit dat de student acht weken lang data verwerkt en deelt met zijn medestudenten en de student-assistent. En dat terwijl het beeld van de student nu is: iemand die op zondagmiddag snel-snel het werkstuk maakt en op het allerlaatste nippertje inlevert.”

Blackboard rules. Wie het tegenwoordig over online onderwijs heeft, kan niet om deze elektronische leeromgeving heen. U kent de mantra misschien al: Blackboard is gebruikersvriendelijk, Blackboard is flexibel, Blackboard verovert in een verbluffend tempo de universitaire wereld. Het is allemaal waar, en het laatste wat Peter de Jong (manager e-learning bij Lost Boys Interactive Media) wil is dat het interactieve onderwijsprogramma Studio als een concurrent wordt gezien. ,,Blackboard voorziet in veel behoeften, maar het is een geraamte, een kaartenbak. De docent wiens ambitie niet veel verder gaat dan het digitaal archiveren van zijn lesmateriaal, kan met het programma ook prima uit de voeten.” Studio – te vinden op een website en een cd-rom – vergelijkt hij liever met een kwalitatief hoogstaande uitgave van een educatieve uitgever: een lesmethode waar lang over is nagedacht en met een mooie, heldere vormgeving. ,,We hebben het bewust niet te cool of te popi gemaakt, omdat je daar maar een deel van de doelgroep mee aanspreekt.”

De faculteit TBM had een duidelijk idee over de inhoud van de module toen de projectgroep bij Lost Boys binnenstapte voor een ‘gestructureerde brainstormsessie’. De Jong: ,,Ze hadden een uitgewerkt concept, en lieten het functioneel ontwerp van het programma aan ons over.”

De website van Studio is technisch te ingewikkeld om in Blackboard te worden gemaakt. Dat heeft vooral te maken met het analysemodel: door studenten in te vullen kaarten, die door student-assistenten kunnen worden bekeken en van commentaar voorzien. Wel zal het programma via Blackboard te benaderen zijn.

Controversieel

Studio is ontstaan uit de wens om aan alle eerstejaars studenten een vak aan te bieden over techniek en maatschappij. Dit jaar gaan de studenten technische informatica met het Studio aan de slag, bij gebleken succes volgen de andere studies binnen twee jaar. Het aantal thema’s waar de studenten uit kunnen kiezen wordt uitgebreid, maar voor de informaticastudenten zijn dat er nu twee: informatietechnologie en communicatietechnologie. Binnen zo’n thema kiest een groep van drie tot zeven studenten een subonderwerp, liefst controversieel en samengevat in een vraag. (Voorbeeld: ‘Is onbetaalde muziekdistributie via het internet geoorloofd?’).De zeven kaarten waarop de studenten na uitgebreid bronnen- en literatuuronderzoek schetsen maken van onder meer de maatschappelijke gevolgen, de rol van de ingenieur, de historische achtergrond en de betrokken actoren, vormen het hart van Studio. DeJong: ,,Ze vullen de kaarten gezamenlijk via een elektronisch formulier in, en het programma geeft de informatie visueel weer. Zo kan de student-assistent in één oogopslag zien of de student kennis van zaken heeft.”

Dilemma

De student-assistent kan waar nodig de studenten bijsturen. ,,Daar doet zich een dilemma voor”, vertelt dr. Simon Peerdeman, als directeur ontwikkelingen van TBM één van de geestelijke vaders van Studio. ,,Studenten schrikken er voor terug om zich in een vroeg stadium ‘in de kaarten te laten kijken’. Aan de andere kant wil je ze tijdig kunnen waarschuwen als ze op het verkeerde spoor zitten. Je moet een evenwicht zien te vinden.” Als afsluiting van de module moet elke student in een essay zijn persoonlijke stellingname over het probleem uitwerken.

Als docent werd prof.dr.ir. Harry Lintsen aangezocht, hoogleraar in de geschiedenis van de techniek. Lintsen doceert tevens in Eindhoven, waar in november ook een pilotproject gaat draaien. Voor Studio heeft de hoogleraar zijn colleges uitgeschreven. Hij moet zich beperken tot slechts één traditioneel college, aan het begin van de module.,,Harry probeerde er steeds colleges tussen te proppen, en kreeg dan een stevige tik op de vingers”, vertelt Peerdeman.

Vorige week is het programma voor het eerst op bescheiden schaal getest, bij de sectie arbeids- en organisatiepsychologie van TBM. ,,De interface bleek hier en daar nog wat onoverzichtelijk”, vertelt Wouter Danes, student-assistent van Peerdeman.

Pas in de praktijk zal echt duidelijk worden wat nu precies de sterke en zwakke plekken van Studio zijn. ,,We hadden de release kunnen uitstellen”, zegt Peter de Jong van Lost Boys. ,,Op basis van ervaring hebben we het aangedurfd. We gaan er nu van uit dat de student acht weken lang data verwerkt en deelt met zijn medestudenten en de student-assistent. En dat terwijl het beeld van de student nu is: iemand die op zondagmiddag snel-snel het werkstuk maakt en op het allerlaatste nippertje inlevert.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.