Onderwijs

Studiefinanciering, wat blijft ervan over?

Wie door alle proefballonnen, plannen, beloftes en wetswijzigingen heen nog zicht heeft op de studiefinanciering, is een uitzondering. De meest gewijzigde Nederlandse wet van de afgelopen jaren kenmerkt zich vooral door korte-termijnpolitiek.

Vier jaar lijkt het maximum, want zo lang zit immers een minister …

Een overzicht van het slagveld: wat kunnen je jongere broertje of zusje nog verwachten?

Wat staat er eigenlijk nog overeind van de studiefinanciering? De basisbeurs is er nog, 470 gulden, te verminderen per 1 januari 1996 tot 425 gulden. Daarop een OV-kaart die maar half geldig is, en waar de student meer voor betaalt dan onder het oude contract met de Spoorwegen: nu zo’n 91 gulden in de maand. Bovendien zal het collegegeld met forse stappen in drie jaar tot 2750 gulden worden verhoogd.

Er staat een tempobeurs van vijftig procent, terwijl de studiefinancieringsduur al met een jaar teruggeschroefd is. Dat is nu: de cursusduur (voor de nieuwe lichting vijf jaar) plus nog één jaar. Een grote activiteit buiten je studie vraagt een paar keer goed nadenken, en niet in alle steden zijn de regelingen daaromheen zo goed als in Delft. Zelfs een lange stage kan een probleem worden.

Een paar concessies heeft Ritzen gedaan: je mag meer bijverdienen, dus én harder studeren én harder werken naast je studie. Overigens geldt het maximumbedrag van vijftienduizend gulden alleen om geen korting te krijgen op je basisbeurs. Je belastingvrije voet is nog altijd zesduizend gulden, zoals bij elke Nederlander.
Beloofd

O ja, gelukkig heeft Ritzen beloofd dat de basisbeurs niet verder mag dalen, en eveneens heeft hij beloofd dat de temponorm niet verder omhoog mag. Dat hebben we overigens niet zozeer aan de minister te danken, maar aan Kamerleden die het wel vreemd vonden dat mensen die enige jaren geleden gingen studeren zonder tempobeurs aan het eind van hun studie tegen een tempobeurs van zeventig procent zouden aankijken.

Maar die laatste twee positieve punten zijn slechts beloftes, en Ritzen heeft herhaaldelijk laten zien dat hij zich daar niet veel van aantrekt. Niet voor niets reageerde het Interuniversitair Studenten Overleg (ISO) deze zomer woest op het laatste slachtoffer van Ritzen’s schenden van beloftes: een eventuele spaarregeling voor studiepunten, zodat de slachtoffers van de tempobeurs een herkansing zouden krijgen, werd van tafel geveegd als ‘onnodig’.

De zomer gebruikt minister Ritzen om voor studenten negatieve maatregelen te nemen. Hij lijkt te denken dat alle studenten dan vakantie vieren en dat de reacties dan minder hevig zijn.
In petto

Voor je jongere broertje of zusje dat volgend jaar gaatstuderen heeft Ritzen nog wat leuks klaar liggen. Het prestatiebeursvoorstel dat vlak voor de zomer door de Eerste Kamer werd afgestemd, zal opnieuw ingediend worden. Waarschijnlijk verandert hij van het oude wetsvoorstel slechts de datum.

Ritzen had voor de prestatiebeurs de keus uit het ‘diplomamodel’ en het ‘relatiefmodel’. Essentieel is dat de basisbeurs een lening wordt, die slechts onder bepaalde voorwaarden na de studie omgezet wordt in een gift. Bij het diplomamodel moet de student na een aantal jaren zijn diploma op zak – zoniet, dan blijft de hele beurs een lening, die al snel kan oplopen tot ongeveer een ton. Bij het relatiefmodel zou de student voor ieder procent dat hij van zijn studie haalde een procent studiefinanciering krijgen. Dit flexibele systeem was favoriet bij de studentenorganisaties, omdat de schulden dan minder hoog zouden oplopen.
Eenvoudiger

Ritzen heeft echter voor het diplomamodel gekozen, met als sterkste argument dat het administratief eenvoudiger is. Niemand wil nog een keer de chaos van stufi acht jaar geleden, maar om dàt nu als je meest inhoudelijke argument te presenteren…?

Feitelijk gaat een studievoortgangsnorm van zeventig procent gelden, en bovendien krijgt iedereen slechts even lang studiefinanciering als zijn cursus duurt. Daarna mag je lenen, hoera! Vertraging oplopen, hoe klein ook, gaat je dus geld kosten. Met alle veranderingen die Ritzen nog in het onderwijs en onderzoek wil doorvoeren verwacht hij zeker dat in korte tijd iedereen per direct een jaar sneller gaat studeren? Zijn veelbesproken stelselwijziging zal voor het eerste jaar dat je ermee te maken krijgt eerder vertraging betekenen, getuige de problemen rond invoering van nieuwe onderwijssystemen aan de TU.

Over die veranderingen ligt al enige tijd een waas van geheimzinnigheid. Van de nieuwe begroting voor onderwijs en het Hoger Onderwijs en Onderzoeks Plan, die in september openbaar worden, is nog niets bekend. Het studiefinancieringsstelsel van de prestatiebeurs lijkt nog moeilijk verder uit te melken. Toch zal Ritzen moeten knokken om het te behouden: studenten, dat zijn toch die luie nietsnutten die voor niets geld krijgen van de staat en gratis mogen reizen …?

Op dit moment is op geen enkele manier meer te analyseren welke maatregel welk gevolg heeft gehad. Maar in plaats van het stelsel rust te geven wil Ritzen nog wel eens een balletje opgooien over een nieuwe vorm van studiefinanciering, zolang het maar minder kost. Het oude ideaal van stufi is nog niet dood, maar een bezuinigingsronde verder zou het wel eens belachelijk kunnen maken: dan geeft de overheid misschien minder aan stufi uit dan zij via de collegegelden int. Voorlopig hoop ik op rust uit Zoetermeer.

(De schrijver is assessor politiek van de Landelijke Kamer van Verenigingen.)


Ritzen, september vorig jaar, in overleg met Delftse studenten: … schending van beloftes …

Paul Rutten

Wie door alle proefballonnen, plannen, beloftes en wetswijzigingen heen nog zicht heeft op de studiefinanciering, is een uitzondering. De meest gewijzigde Nederlandse wet van de afgelopen jaren kenmerkt zich vooral door korte-termijnpolitiek. Vier jaar lijkt het maximum, want zo lang zit immers een minister …

Een overzicht van het slagveld: wat kunnen je jongere broertje of zusje nog verwachten?

Wat staat er eigenlijk nog overeind van de studiefinanciering? De basisbeurs is er nog, 470 gulden, te verminderen per 1 januari 1996 tot 425 gulden. Daarop een OV-kaart die maar half geldig is, en waar de student meer voor betaalt dan onder het oude contract met de Spoorwegen: nu zo’n 91 gulden in de maand. Bovendien zal het collegegeld met forse stappen in drie jaar tot 2750 gulden worden verhoogd.

Er staat een tempobeurs van vijftig procent, terwijl de studiefinancieringsduur al met een jaar teruggeschroefd is. Dat is nu: de cursusduur (voor de nieuwe lichting vijf jaar) plus nog één jaar. Een grote activiteit buiten je studie vraagt een paar keer goed nadenken, en niet in alle steden zijn de regelingen daaromheen zo goed als in Delft. Zelfs een lange stage kan een probleem worden.

Een paar concessies heeft Ritzen gedaan: je mag meer bijverdienen, dus én harder studeren én harder werken naast je studie. Overigens geldt het maximumbedrag van vijftienduizend gulden alleen om geen korting te krijgen op je basisbeurs. Je belastingvrije voet is nog altijd zesduizend gulden, zoals bij elke Nederlander.
Beloofd

O ja, gelukkig heeft Ritzen beloofd dat de basisbeurs niet verder mag dalen, en eveneens heeft hij beloofd dat de temponorm niet verder omhoog mag. Dat hebben we overigens niet zozeer aan de minister te danken, maar aan Kamerleden die het wel vreemd vonden dat mensen die enige jaren geleden gingen studeren zonder tempobeurs aan het eind van hun studie tegen een tempobeurs van zeventig procent zouden aankijken.

Maar die laatste twee positieve punten zijn slechts beloftes, en Ritzen heeft herhaaldelijk laten zien dat hij zich daar niet veel van aantrekt. Niet voor niets reageerde het Interuniversitair Studenten Overleg (ISO) deze zomer woest op het laatste slachtoffer van Ritzen’s schenden van beloftes: een eventuele spaarregeling voor studiepunten, zodat de slachtoffers van de tempobeurs een herkansing zouden krijgen, werd van tafel geveegd als ‘onnodig’.

De zomer gebruikt minister Ritzen om voor studenten negatieve maatregelen te nemen. Hij lijkt te denken dat alle studenten dan vakantie vieren en dat de reacties dan minder hevig zijn.
In petto

Voor je jongere broertje of zusje dat volgend jaar gaatstuderen heeft Ritzen nog wat leuks klaar liggen. Het prestatiebeursvoorstel dat vlak voor de zomer door de Eerste Kamer werd afgestemd, zal opnieuw ingediend worden. Waarschijnlijk verandert hij van het oude wetsvoorstel slechts de datum.

Ritzen had voor de prestatiebeurs de keus uit het ‘diplomamodel’ en het ‘relatiefmodel’. Essentieel is dat de basisbeurs een lening wordt, die slechts onder bepaalde voorwaarden na de studie omgezet wordt in een gift. Bij het diplomamodel moet de student na een aantal jaren zijn diploma op zak – zoniet, dan blijft de hele beurs een lening, die al snel kan oplopen tot ongeveer een ton. Bij het relatiefmodel zou de student voor ieder procent dat hij van zijn studie haalde een procent studiefinanciering krijgen. Dit flexibele systeem was favoriet bij de studentenorganisaties, omdat de schulden dan minder hoog zouden oplopen.
Eenvoudiger

Ritzen heeft echter voor het diplomamodel gekozen, met als sterkste argument dat het administratief eenvoudiger is. Niemand wil nog een keer de chaos van stufi acht jaar geleden, maar om dàt nu als je meest inhoudelijke argument te presenteren…?

Feitelijk gaat een studievoortgangsnorm van zeventig procent gelden, en bovendien krijgt iedereen slechts even lang studiefinanciering als zijn cursus duurt. Daarna mag je lenen, hoera! Vertraging oplopen, hoe klein ook, gaat je dus geld kosten. Met alle veranderingen die Ritzen nog in het onderwijs en onderzoek wil doorvoeren verwacht hij zeker dat in korte tijd iedereen per direct een jaar sneller gaat studeren? Zijn veelbesproken stelselwijziging zal voor het eerste jaar dat je ermee te maken krijgt eerder vertraging betekenen, getuige de problemen rond invoering van nieuwe onderwijssystemen aan de TU.

Over die veranderingen ligt al enige tijd een waas van geheimzinnigheid. Van de nieuwe begroting voor onderwijs en het Hoger Onderwijs en Onderzoeks Plan, die in september openbaar worden, is nog niets bekend. Het studiefinancieringsstelsel van de prestatiebeurs lijkt nog moeilijk verder uit te melken. Toch zal Ritzen moeten knokken om het te behouden: studenten, dat zijn toch die luie nietsnutten die voor niets geld krijgen van de staat en gratis mogen reizen …?

Op dit moment is op geen enkele manier meer te analyseren welke maatregel welk gevolg heeft gehad. Maar in plaats van het stelsel rust te geven wil Ritzen nog wel eens een balletje opgooien over een nieuwe vorm van studiefinanciering, zolang het maar minder kost. Het oude ideaal van stufi is nog niet dood, maar een bezuinigingsronde verder zou het wel eens belachelijk kunnen maken: dan geeft de overheid misschien minder aan stufi uit dan zij via de collegegelden int. Voorlopig hoop ik op rust uit Zoetermeer.

(De schrijver is assessor politiek van de Landelijke Kamer van Verenigingen.)


Ritzen, september vorig jaar, in overleg met Delftse studenten: … schending van beloftes …

Paul Rutten

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.