Campus

Studeren en turnen op topniveau: hoe doe je dat?

Eerstejaars studente elektrotechniek Sanne Romijn zit in het Nederlands rhönradteam. Als junior won zij vijf individuele Nederlandse titels en eenmaal brons op een WK.

(Foto: Sam Rentmeester)

Wat is rhönradturnen?

“Een turnvariant met een rad in plaats van toestellen. Er zijn drie onderdelen: rechtuit rollen, ‘spiralen’ en sprong. Bij spiralen draait het rad als een soort dubbeltje op zijn kant. Het is mijn sterkste onderdeel.”


Hoe kwam je op het idee?

“Ik turnde op hoog niveau, maar kreeg rugblessures. Ik zakte af en ben gaan rhönradturnen. Dat vergt een ander soort lenigheid, meer in de vorm van spagaten. Het gaat vooral om techniek en het onder controle hebben van je lichaamsspanning.”


Wat vind je er leuk aan?

“Je denkt steeds een oefening onder controle te hebben, maar dat is niet zo. Dat blijft een mooie uitdaging die veel doorzettingsvermogen vereist. Je traint heel lang om iets te kunnen. Als dat een keer lukt, ga je daarna eerst drie stappen achteruit voordat je echt een stap voorwaarts maakt. Opeens ben je dan een stukje verder. Het is bovendien een superelegante sport, ook leuk om naar te kijken.”


Verzin je je eigen choreografie en muziek?

“Op het hoogste niveau kun je zelf je oefeningen kiezen. De muziek moet passen bij de snelheid waarmee het rad rolt. In het Oranjeteam gebruiken we alle vier totaal andere muziek. Daardoor krijg je heel verschillende oefeningen, wat het ook zo’n leuke kijksport maakt.”


Wat levert je topsportstatus aan de TU op?

“Ik zat in de knoop met mijn trainingen. Die moeten op een speciale houten vloer gebeuren in een zaaltje waarin we alleen op vrijdag een paar uur terecht kunnen. Dat viel samen met een verplicht practicum op dezelfde dag. Dankzij mijn status mag ik dat practicum nu verzetten. Ik heb ook financiële steun aangevraagd. De bond betaalt niks, het is een kleine sport.”


Hoeveel train je?

“Meer dan zes à zeven uur per week is niet mogelijk. Zo beschouwd is het bizar hoe ver wij komen vergeleken bij bijvoorbeeld Duitsland, waar de sport heel groot is. Ik ga ook één keer per week naar de sportschool, doe aan krachttraining en werk aan mijn lenigheid.”


Wat zijn je ambities?

“Het eerstvolgende doel is het senioren-WK in juli 2020 in New York. De sport is best belangrijk voor mij. In mijn eindexamenjaar had ik de ziekte van Pfeiffer. Ik heb toen gekozen voor het (junioren-)WK en mijn examen een jaar later gedaan.”


Hoe combineer je je TU-studie met topsport?

“Tot nu toe gaat dat soepel. Van mijn schooltijd was ik al gewend om het hele weekend te studeren. Er zijn niet zo vaak wedstrijden in het weekend. De buitenlandse trainingskampen zijn wel belangrijk, vooral in aanloop naar een WK. Ze zijn erg leerzaam, omdat daar de beste buitenlandse trainers komen. Dit jaar valt het kamp vlak voor een tentamenweek. Ik denk dat ik een paar dagen trainingskamp meepik.”


Heb je nog een sociaal leven?

“Niet in Delft, wel bij de trainingen. Uitgaan deed ik al niet, maar daar heb ik vrede mee. Ik haal mijn voldoening uit studie- en sportprestaties.”


  • Naam: Sanne Romijn (19)
  • Studie: Elektrotechniek, eerstejaars
  • Sport: Rhönradturnen, senioren niveau 1
  • Prestaties als junior (ook niveau 1): drie WK-deelnames, drie keer op rij Nederlands kampioen op het onderdeel spiralen, twee jaar op rij Nederlands kampioen allround. April 2019: Vierde plaats met Oranjeteam op de World Cup in Japan.Mei 2019: brons WK junioren allround.


Jimmy Tigges / Redacteur Sport

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.