Onderwijs

Studentenwoningen zijn niet illegaal in Amsterdam

De Telegraaf meldde dinsdag 19 oktober dat studentenwoningen illegaal zijn in Amsterdam en dat woongroepen verboden worden. Maar volgens de gemeente klopt dat niet en is er niets nieuws onder de zon.

Het bericht in de Telegraaf, dat door diverse media werd overgenomen, leidde tot de nodige verwarring. De Amsterdamse Dienst Wonen, die zich volgens de Telegraaf te gedetailleerd bemoeit met de manier waarop mensen samenleven, laat weten dat zij alleen over woningen in de sociale sector gaat.

Die woningen zijn bedoeld voor mensen met weinig geld. Daarom zijn er regels tegen misbruik. Zo is onderverhuur sinds jaar en dag verboden. Samenwonen is alleen toegestaan als de bewoners een ‘duurzaam gemeenschappelijke huishouding’ voeren.

Als een huisjesmelker een huis uit de sociale sector koopt, mag hij er niet zomaar een studentenhuis van maken. Dat mag alleen als hij er zelf ook woont. Ouders die een goedkope woning voor hun studerende zoon of dochter willen kopen, moeten er dus voor zorgen dat deze mede-eigenaar wordt. Anders mag er niet worden onderverhuurd.

De Telegraaf meldde verder dat Amsterdam “een streep wil halen door woongroepen in de stad”, maar ook dat is volgens de Dienst Wonen niet juist. Wel wordt de woonverordening technisch aangepast om illegale verhuurpraktijken beter aan te kunnen pakken. “We willen niet dat er in een sociale huurwoning van zestig vierkante meter ineens tien matrassen worden verhuurd met als argument dat het een woongroep is.”

Vraagje. Noem drie wereldberoemde naoorlogse Nederlanders. Rembrandt en Van Gogh tellen dus niet. Mondriaan ook niet. Cruijff reken ik goed. En niet omdat ik een in Amsterdam geboren voetballiefhebber ben. Maar eerlijk is eerlijk, ‘Kroeiff’ doet het bijna overal op de aardbol goed. Ik heb zelf lang nagedacht over deze vraag maar verder dan Cruijff kom ik niet. Paul Verhoeven? Nee toch. Rem Koolhaas? Doe me een lol. Joop Zoetemelk, Karel Appel, Harry Mulisch, Gerard ’t Hooft? Ik ben bang dat als je deze namen op een willekeurig stadsplein in een willekeurig land aan willekeurige voorbijgangers voorlegt, je voornamelijk verbaasde, onwetende gezichten zal oogsten. Anne Frank? Eh, ik had het over wereldberoemde náoorlogse Nederlanders… (of beledig ik nu iemand?)  
Nog een keer dezelfde vraag. Maar dan anders. Noem drie wereldberoemde naoorlogse Belgen. Even denken. Ja, ik weet er één. Magritte. Eh, nog even denken. Ja, weer één: Eddy Merckx. Ah, dit is gemakkelijk: Kuifje (Hergé), Jacques Brel, Georges Simenon, en sinds afgelopen week: Herman van Rompuy. En omdat ik Mulisch en Zoetemelk niet goed rekende, keur ik ook Hugo Claus, Justin Henin en Kim Clijsters af. Maar ook de lijst met bijna-wereldberoemde Belgen is niet beperkt: James Ensor, de Smurfen, Manneken Pis en Willy Vandersteen haalden het bij mij net niet.
Het kan aan mijn ingeboren Hollandse arrogantie (lees: Amsterdams zelfvertrouwen) liggen maar ik vind het opmerkelijk dat het voor Belgen vrij eenvoudig is om een dergelijk lijstje te produceren en het voor de Nederlanders een vrijwel ondoenlijke zaak is. Hoewel verklaringen als de Hollandse nuchterheid en ons aller levensmotto ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, natuurlijk snel gevonden zijn. Maar recent las ik een verklaring die beter en actueler is en verwoord werd door de beste burgemeester ter wereld, Job Cohen van Amsterdam. ‘Wij zijn uiteindelijk allemaal amateurs’, verklaarde hij. Voor de goede orde, waarde lezer, hij had het niet over u of mij maar over de bestuurlijke elite van Amsterdam die niet in staat is een gewogen oordeel te geven over de voorstellen van bouwers van de Noord/Zuidlijn in Amsterdam. Met uw welnemen verbreed ik de classificatie van Cohen naar de overige bestuurlijke elite in Nederland. De elite die ons bankwezen in de soep heeft laten lopen, die ons onderwijssysteem de nek heeft omgedraaid, die ‘ingrijpt’ bij onze faculteiten, die niets snapt van integratie, die onze ruimtelijke ordening verrommeld heeft, die de democratische structuur heeft entfremd van de bevolking. Kortom, die elite die ervoor zorgt dat we geen lijst kunnen maken met wereldberoemde Nederlanders. Die de bescheiden Belgen wèl hebben. ónze elite, die wereldberoemd is in eigen land.
Een bekende stelling is dat je nooit de mensen moet laten opruimen die de rotzooi hebben gemaakt. Maar in Nederland is het zelfreinigend vermogen van onze elite bijzonder hardnekkig. Kijk naar Harry Borghouts, commissaris van de koningin in Noord-Holland, die na het Landsbanki-debacle met geen stok van zijn positie als ad interim directeur van het ABP was weg te slaan.
Vaak moet je je manager opvoeden, en soms later je ouders. Maar onze elite is niet alleen untouchable maar vooral ook uncoachable. Niets helpt. Een blanke vrouw vroeg ooit aan Malcolm X wat zij voor hem kon betekenen in zijn strijd. ‘Nothing’, antwoordde hij. Ik bedoel maar.  

Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie technology, strategy and entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.