Onderwijs

Studentenraad zet advocaat in

De studentenraad (sr) heeft wel degelijk instemmingsrecht over het totaal aantal maanden bestuursbeurzen voor studenten. Dat meent de advocaat van de sr. Het college bestrijdt dat.

De sr heeft een advocaat in de arm genomen omdat het college van bestuur weigert zijn voorgenomen bezuiniging van tien procent op bestuursbeurzen in te trekken. Via zijn advocaat probeert de sr het college er alsnog van te overtuigen instemmingsrecht te hebben over de totale omvang van de bestuursbeurzen.

Collegelid Paul Rullmann bestreed die visie tijdens een hervat overleg met de studenten. Rullmann zei dat het college van bestuur het budget vaststelt voor de zogeheten RAS-maanden (Regeling Afstudeersteun Studenten). Studenten kunnen dit geld krijgen bij studievertraging door onder meer bestuurswerk. “Jullie hebben wel instemmingsrecht over de prijs per maand, maar niet over de hoogte van het budget.” De sr wilde daarop eerst uitzoeken wat zijn rechtspositie is. Rullmann hield de sr voor dat er drie opties zijn. Of er is geen instemmingsrecht, of dit is er wel en dan ligt de zaak stil, of de zaak is diffuus omdat beide partijen iets anders beweren. “Dan heb je een geschil of er komt een andere oplossing”, zei Rullmann.

Navraag bij de advocaat leert dat hij zich onder meer baseert op het studentenstatuut. Daarin staat dat het instemmingsrecht betrekking heeft ‘op tenminste de vaststelling en wijziging van: het Studentenstatuut, de ‘Regeling Afstudeersteun Studenten’ (…).’ Clou van zijn verhaal is: als je de regeling aanpast, heb je instemming nodig. Daar zou ook jurisprudentie over zijn.
Volgens universiteitssecretaris Hans Krul heeft de sr echter instemmingsrecht op criteria en de procedure van de regeling. Het instemmingsrecht strekt zich volgens hem niet uit tot de omvang van het profileringsfonds (waaruit de TU de RAS-maanden betaalt), omdat daarbij sprake is van het financiële beleid van de instelling waarvoor instemmingsrecht niet geëigend is.
Het gaat volgens Krul om financiële kortingen die de hele TU aangaan, waardoor ook de omvang van het fonds zal worden beperkt. Het gaat niet om een andere verdeling van de maanden. 

“In rap tempo groeide vanaf begin jaren negentig in Shanghai een skyline die niet onder doet voor Manhattan. Politici zeiden ook: “Hier komt het New York van Azië”. Een woonwijk ging tegen de vlakte en maakte plaats voor wolkenkrabbers. Het is allemaal top down tot stand gekomen. Dat is een heel effectieve manier om een levensloze wijk te creëren.”
De Ierse architect Gregory Bracken ging vier jaar lang geregeld vanuit zijn woonplaatsen Hongkong en Singapore naar Shanghai om te onderzoeken hoe en door welke culturele en sociaal-economische factoren de stad verandert. De tijdens de koloniale periode – van 1842 tot 1949 – zo roerige en bruisende vrijhaven voor handelaren en gelukszoekers wordt volgens hem door Chinese politiek en stedenbouwkundige beslissingen elk jaar minder dynamisch.
“De nieuwe publieke ruimtes van Shanghai zijn zo goed als levenloos”, zegt Bracken huiverend. “Het zijn open plekken met veel bankjes en fonteinen. Het ziet er architecttonisch mooi uit. Maar het is griezelig, want er is werkelijk niemand.”
“Een van de problemen is dat de openbare ruimtes overgebleven plekken zijn tussen hoogbouw”, stelt Bracken. “Ze zijn ontworpen voor doorgang en niet voor gebruik.” Westerse stedenbouwkundige principes gaan volgens hem bovendien niet op in Shanghai. Chinezen gebruiken niet graag grote open gebieden voor gemeenschapsactiviteiten. En zeker niet de inwoners van Shanghai. “Shanghai kent namelijk graduated privacy. Dat is een geleidelijke overgang van openbare ruimte, die te vinden is langs grote wegen via semipublieke gebieden, naar kleinere weggetjes door woonwijken heen en de privéruimtes op de binnenpleintjes van de wooneenheden.”
Die structuur is te vinden in de wijken met de alleyway houses in het koloniale deel van de stad. De woningen lijken op traditionele Chinese huizen, de siheyuans, die rond een binnenplaats opgesteld staan. In negentiende-eeuws Shanghai zijn de huizen in enorme blokken gebouwd met steeds eigen toegangs- en binnenweggetjes die, naarmate je dieper de wijk binnentreedt, steeds kleiner en intiemer worden.
“De schakering van publiek- naar privégebied vormt de basis voor een rijk en dynamisch straatleven. Elke plek binnen dit stelsel heeft een speciale functie afhankelijk van de daar heersende mate van privacy. Bij kruispunten van hoofdwegen met binnenwegen staan fruitverkopers met hun stalletjes. Ze staan altijd aan de kant van de hoofdweg. Een oud vrouwtje dat toekijkt op het marktgebeuren zal altijd aan de kant van het binnenweggetje plaatsnemen, zodat ze niet in de weg zit. Meer naar binnen toe verkopen mensen weer andere producten en repareren ze hun fiets. In de kleinste straatjes bereiden ze het eten, spelen ze mah-jong en letten ze op de kinderen.”
Bracken lardeert zijn proefschrift met opvattingen van grote denkers zoals de oriëntalist Edward Saïd en de Franse Filosoof Michel Foucault.
Volgens de architect beschrijft Foucault in de theorie over de relaties tussen ruimte en kracht, goed wat er speelt in Shanghai. De ondertitel van zijn proefschrift luidt niet voor niets: ‘A Foucauldian Interrogation of the Postsocialist Metropolis’. De theorie verklaart hoe een machtsstructuur ontstaat door de interactie tussen een bepaalde ruimte (bijvooorbeeld de alley ways) en een gemeenschap. De opbouw van de alley ways vormt als het ware een soort keurslijf voor de sociale structuur van de bewoners. Deze bepaalt wat je waar wel en niet mag doen.
Door de één-kind-politiek van China verandert de leefwijze. “De wooneenheden waren oorspronkelijk ontworpen voor grote gezinnen, maar die zijn er nu niet meer. Delen van de alley ways worden bovendien gesloopt om plaats te maken voor andere gebouwen. De levendige straten verdwijnen hierdoor.”
“Architectonisch zijn de veranderingen goed, maar stedenbouwkundig gezien niet omdat er sociale netwerken verloren gaan. Zo is er bijvoorbeeld een wijk waar een grote opening in is gemaakt en waar nu een winkelcentrum is gekomen. De toeristen gaan er naartoe omdat ze denken dat ze daar de echte leefstijl van Shanghai zien en de Chinezen vinden het interessant omdat ze denken dat ze in de westerse wereld zijn beland. Iedereen wordt voor de gek gehouden.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.