De studentenraad (sr) wil een oplossing voor de volgens haar slecht functionerende netwerkverbindingen op de studentenwooncomplexen. Studentenorganisatie Online Internet (OLI) onderbouwt de kritiek met een deze week verschenen rapport.
Delen
Daarin schets OLI de problemen en de oplossingen. Het belangrijkste obstakel voor snelle verbindingen is volgens de studenten de zogenoemde PPPoE-access-concentrator. Alle verkeer vanuit de studentencomplexen verloopt via dit apparaat, dat gebruikers moet identificeren en het verkeer op het netwerk in goede banen moet leiden.
Volgens OLI is de capaciteit van dit apparaat veel te klein voor de aantallen studenten die er nu gebruik van maken. “Dat apparaat is ooit bedoeld voor 2580 mensen, van wie hooguit twintig procent tegelijk online zou zijn. Op piekuren om tien uur ’s avonds zijn er nu 2200 mensen online”, vertelt OLI-voorzitter Jochem Dieter.
De afgelopen jaren is het aantal bewoners van studentencomplexen dat toegang heeft tot het netwerk toegenomen tot 4600. “Maar er is geen apparaat bijgekomen. Dat maakt de verbindingen soms trager dan ADSL en ongeschikt voor bijvoorbeeld college-uitzendingen.”
Dieter vindt het samen met de studentenraad onbegrijpelijk dat de Dienst Technische Ondersteuning (DTO) het probleem nog niet heeft aangepakt. “Er is een oplossing, een andere netwerkauthenticatie, die niet duur is en die al getest is op de studentencomplexen Tienstraflat en Bagijnhof.”
Het hoofd van de DTO-afdeling infrastructuur en beheer Eric Winkel geeft toe dat die oplossing mogelijk is. “De vraag is alleen of deze zonder directe gevolgen voor de overige dienstverlening toegepast kan worden.” Winkel wil daarom eind januari 2005 zelf met een rapport komen waarin het probleem en de oplossingen worden geanalyseerd.
Intussen wil de sr om tafel met DTO en zal ze het probleem aankaarten bij het college van bestuur. (SB)
Daarin schets OLI de problemen en de oplossingen. Het belangrijkste obstakel voor snelle verbindingen is volgens de studenten de zogenoemde PPPoE-access-concentrator. Alle verkeer vanuit de studentencomplexen verloopt via dit apparaat, dat gebruikers moet identificeren en het verkeer op het netwerk in goede banen moet leiden.
Volgens OLI is de capaciteit van dit apparaat veel te klein voor de aantallen studenten die er nu gebruik van maken. “Dat apparaat is ooit bedoeld voor 2580 mensen, van wie hooguit twintig procent tegelijk online zou zijn. Op piekuren om tien uur ’s avonds zijn er nu 2200 mensen online”, vertelt OLI-voorzitter Jochem Dieter.
De afgelopen jaren is het aantal bewoners van studentencomplexen dat toegang heeft tot het netwerk toegenomen tot 4600. “Maar er is geen apparaat bijgekomen. Dat maakt de verbindingen soms trager dan ADSL en ongeschikt voor bijvoorbeeld college-uitzendingen.”
Dieter vindt het samen met de studentenraad onbegrijpelijk dat de Dienst Technische Ondersteuning (DTO) het probleem nog niet heeft aangepakt. “Er is een oplossing, een andere netwerkauthenticatie, die niet duur is en die al getest is op de studentencomplexen Tienstraflat en Bagijnhof.”
Het hoofd van de DTO-afdeling infrastructuur en beheer Eric Winkel geeft toe dat die oplossing mogelijk is. “De vraag is alleen of deze zonder directe gevolgen voor de overige dienstverlening toegepast kan worden.” Winkel wil daarom eind januari 2005 zelf met een rapport komen waarin het probleem en de oplossingen worden geanalyseerd.
Intussen wil de sr om tafel met DTO en zal ze het probleem aankaarten bij het college van bestuur. (SB)
Comments are closed.