Opinie

Studentenraad heeft wel degelijk invloed

In het opiniestuk ‘Wel verkiezingen, geen studentenpolitiek’ (Delta 18) deed Ramses Kaijen het voorkomen alsof er een tegenstelling bestaat tussen het behartigen van de belangen van studenten en het bezig zijn met ‘de TU-politiek en het TU-bestuur’.

Het eerste zou de studentenraad wel doen, het laatste niet (meer voldoende). Het stuk riep uiteraard reacties op van AAG én Oras.

Het is onjuist een tegenstelling te zien tussen belangen behartigen en het beïnvloeden van TU-beleid. De studentenraad behartigt de belangen van studenten door middel van haar plaats in ‘de TU-politiek en het TU-bestuur’. De conclusie van Kaijen dat de raad zich nauwelijks met ‘TU-politiek en TU-bestuur’ bezighoudt komt voort uit het gebrek aan zichtbaarheid daarvan, niet omdat het niet gebeurt.

De invloed van de studentenraad op de gang van zaken op de TU Delft is op de concrete niveaus goed zichtbaar. Wanneer wij lobbyen voor cursussen Engels voor docenten of allerlei mensen tot elkaar proberen te brengen om ruimere openingstijden van faculteiten te bewerkstelligen, dan zijn de resultaten concrete punten, die studenten kunnen waarnemen. Wij hebben echter ook inspraak op zaken op abstractere niveaus, zoals de nieuwe strategienota, de begroting, (inter)nationale samenwerkingsverbanden enzovoorts.

Hoewel wij onze mening daarover zichtbaar proberen te maken voor alle studenten, door middel van artikelen in ‘Delta’, onze website en de flyers die we door het jaar heen op de TU verspreiden, blijkt helaas dat de meeste studenten er weinig interesse voor hebben. Vrijwel alle documenten en vergaderingen van de raad zijn openbaar: de onzichtbaarheid is dus niet het gevolg van gebrek aan informatievoorziening of mogelijkheden informatie te verkrijgen.

Kaijen beweert in zijn stuk dat de verschillen in werkwijze tussen Oras en AAG marginaal zijn en dat wij het liefst ‘op een constructieve manier proberen er het beste van te maken’ en dat wij ‘onze goede relatie met de bestuurders niet op het spel willen zetten’. Deze punten laten juist wel een verschil tussen AAG en Oras zien. Oras is inderdaad van mening dat een goede relatie met de bestuurders echt noodzakelijk is, terwijl AAG vindt dat je wel eens op je strepen moet staan om de studentenbelangen te vertegenwoordigen, ook als dit tot een minder prettige sfeer leidt.

De studentenraad houdt zich dus niet meer met politiek bezig volgens Kaijen. Maar in de politiek gaat het erom je standpunt te verdedigen, op te komen voor de dingen waar je voor staat, te onderhandelen en te discussiëren. Volgens ons bedrijft de raad dus wel degelijk politiek. Ook Kaijen heeft niet de moeite genomen de discussies binnen de raad en tussen raad en college van bestuur te volgen. Anders had hij waar kunnen nemen dat omtrent de onderwerpen ‘hbo’s in Delft’, ‘bindend studieadvies’, ‘honours tracks’ en bijvoorbeeld ‘nieuwe masteropleidingen’, lange discussies en onderhandelingen gevoerd zijn. Discussies die vooraf gegaan zijn door overleg en discussie in andere gremia en met de achterban. De studentenraad kiest er vervolgens wel zo vaak mogelijk voor om één standpunt in te nemen tegenover het college van bestuur. Dat vergroot de kans dat er ook daadwerkelijk naar haar geluisterd wordt: zodra het college merkt dat de raad verdeeld is, zal het daar handig gebruik van maken door de partijen tegen elkaar uit te spelen en te kiezen wat hen het beste uitkomt. Dat is nou politiek.

De auteur is lid van de studentenraad namens de AAG-fractie

In het opiniestuk ‘Wel verkiezingen, geen studentenpolitiek’ (Delta 18) deed Ramses Kaijen het voorkomen alsof er een tegenstelling bestaat tussen het behartigen van de belangen van studenten en het bezig zijn met ‘de TU-politiek en het TU-bestuur’. Het eerste zou de studentenraad wel doen, het laatste niet (meer voldoende). Het stuk riep uiteraard reacties op van AAG én Oras.

Het is onjuist een tegenstelling te zien tussen belangen behartigen en het beïnvloeden van TU-beleid. De studentenraad behartigt de belangen van studenten door middel van haar plaats in ‘de TU-politiek en het TU-bestuur’. De conclusie van Kaijen dat de raad zich nauwelijks met ‘TU-politiek en TU-bestuur’ bezighoudt komt voort uit het gebrek aan zichtbaarheid daarvan, niet omdat het niet gebeurt.

De invloed van de studentenraad op de gang van zaken op de TU Delft is op de concrete niveaus goed zichtbaar. Wanneer wij lobbyen voor cursussen Engels voor docenten of allerlei mensen tot elkaar proberen te brengen om ruimere openingstijden van faculteiten te bewerkstelligen, dan zijn de resultaten concrete punten, die studenten kunnen waarnemen. Wij hebben echter ook inspraak op zaken op abstractere niveaus, zoals de nieuwe strategienota, de begroting, (inter)nationale samenwerkingsverbanden enzovoorts.

Hoewel wij onze mening daarover zichtbaar proberen te maken voor alle studenten, door middel van artikelen in ‘Delta’, onze website en de flyers die we door het jaar heen op de TU verspreiden, blijkt helaas dat de meeste studenten er weinig interesse voor hebben. Vrijwel alle documenten en vergaderingen van de raad zijn openbaar: de onzichtbaarheid is dus niet het gevolg van gebrek aan informatievoorziening of mogelijkheden informatie te verkrijgen.

Kaijen beweert in zijn stuk dat de verschillen in werkwijze tussen Oras en AAG marginaal zijn en dat wij het liefst ‘op een constructieve manier proberen er het beste van te maken’ en dat wij ‘onze goede relatie met de bestuurders niet op het spel willen zetten’. Deze punten laten juist wel een verschil tussen AAG en Oras zien. Oras is inderdaad van mening dat een goede relatie met de bestuurders echt noodzakelijk is, terwijl AAG vindt dat je wel eens op je strepen moet staan om de studentenbelangen te vertegenwoordigen, ook als dit tot een minder prettige sfeer leidt.

De studentenraad houdt zich dus niet meer met politiek bezig volgens Kaijen. Maar in de politiek gaat het erom je standpunt te verdedigen, op te komen voor de dingen waar je voor staat, te onderhandelen en te discussiëren. Volgens ons bedrijft de raad dus wel degelijk politiek. Ook Kaijen heeft niet de moeite genomen de discussies binnen de raad en tussen raad en college van bestuur te volgen. Anders had hij waar kunnen nemen dat omtrent de onderwerpen ‘hbo’s in Delft’, ‘bindend studieadvies’, ‘honours tracks’ en bijvoorbeeld ‘nieuwe masteropleidingen’, lange discussies en onderhandelingen gevoerd zijn. Discussies die vooraf gegaan zijn door overleg en discussie in andere gremia en met de achterban. De studentenraad kiest er vervolgens wel zo vaak mogelijk voor om één standpunt in te nemen tegenover het college van bestuur. Dat vergroot de kans dat er ook daadwerkelijk naar haar geluisterd wordt: zodra het college merkt dat de raad verdeeld is, zal het daar handig gebruik van maken door de partijen tegen elkaar uit te spelen en te kiezen wat hen het beste uitkomt. Dat is nou politiek.

De auteur is lid van de studentenraad namens de AAG-fractie

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.