Campus

Studenten uit de spits: iets voor Delft?

De Nijmeegse ochtendspits is minder druk sinds de hogeschool en de universiteit de aanvangstijd van hun colleges hebben aangepast. Iets voor Delft?

File op de campus. (Foto: Marjolein van der Veldt)

Aan de Radboud Universiteit beginnen de colleges sinds september om 8.30 uur in plaats van 8.45 uur. De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) start een kwartier later, namelijk om 9 uur. En dat is te merken, meldt de Radboud.


De universiteit heeft ov-chipkaart-data geanalyseerd om erachter te komen hoe druk het is in het openbaar vervoer. Voor de analyse van het autoverkeer zijn navigatiesystemen gebruikt die de snelheid weergeven.


Stoplicht

Wat blijkt? Om 8.15 uur zitten er tegenwoordig 22 procent minder mensen in de trein en het aantal busreizigers is met 10 procent gedaald. Ook fietsers hebben sinds september meer ruimte. Op de Heyendaalseweg, een van de drukste toegangswegen op de campus, zijn er nu vijf procent minder fietsers op dinsdagochtend, de drukste dag van de week.


Auto’s rijden er nu gemiddeld vijf kilometer per uur sneller, namelijk 27 km per uur. En zowel auto’s als fietsers staan minder lang voor de stoplichten. De gemiddelde wachttijd is met 8,5 procent afgenomen.


Tel daarbij op dat het aantal studenten op de campus het afgelopen jaar met 2.000 studenten is gegroeid naar 49 duizend. “Dat een groot deel van hen vijftien minuten heeft geschoven in hun agenda’s om de spitsdrukte te beperken, is goed nieuws voor alle spitsreizigers”, concludeert de Nijmeegse wethouder Hariëtt Tiemens. “Spreiding draagt bovendien bij aan de verkeersveiligheid. Door samen te werken hebben we een prachtig resultaat bereikt.”


Staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat is onder de indruk. “Studenten vragen vroeger op te staan, je moet het maar durven. Ik ga graag in gesprek met andere regio’s, want ik hoop dat velen dit geslaagde voorbeeld gaan volgen.”            


TU Delft

De TU Delft reageert vooralsnog terughoudend als Delta om een reactie vraagt. Collegelid Rob Mudde noemt de resultaten ‘interessant’, maar wijst er op dat Delft en Nijmegen een erg verschillende studentenpopulatie hebben. “Het aantal HBO-studenten dat naar Delft komt is betrekkelijk klein ten opzichte van de grote stroom studenten van de TU Delft. En InHolland begint al iets eerder dan de TU Delft, om 8.30 uur.” De universiteit begint een kwartier later.


Mudde vraagt zich af hoe aanpassingen van de collegetijden in Delft zouden uitpakken:


  • Wat betekent zoiets voor de omliggende wijken? “Leidt het tot minder belasting zodat verkeer makkelijker de wijken in en uit kan? Of werkt het juist averechts en verleng je de periode van belemmerd verkeer juist met het uitspreiden van de verkeersstroom?”
  • Hoe verhoudt een verschuiving van de reistijden van onze studenten zich in het OV tot de forenzen tussen de knooppunten Rotterdam en Den Haag?
  • Wat doet het met het woon-werkverkeer van de medewerkers? “Vervroegen van de start maakt dat we een deel van hen eerder het verkeer in trekken. Dit zou kunnen leiden tot grotere drukte op de snelwegen en toegangswegen en dat kan dan weer tot meer vertraging leiden.” 


Voordelen

Tweede Kamer wil al langer dat onderwijsinstellingen hun roosters aanpassen. Er zitten tal van voordelen aan, niet in de laatste plaats financiële. Als er in de spits minder treinen en bussen nodig zijn om alle reizigers tegelijkertijd te vervoeren, kan de overheid jaarlijks 200 miljoen euro besparen op de kosten van de ov-studentenkaart, argumenteerde het vorige kabinet bij de invoering van het leenstelsel.


Dat geld zou, samen met de overige ‘leenstelselmiljoenen’, gebruikt kunnen worden voor de verbetering van het hoger onderwijs. Maar critici waarschuwden van meet af aan dat het niet zou lukken om studenten uit de spits te halen en in juni moest ook minister Van Engelshoven erkennen dat het nog een hele toer zou worden.


HOP, Steffi Weber / Delta, Connie van Uffelen

HOP Hoger Onderwijs Persbureau

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

redactie@hogeronderwijspersbureau.nl

Comments are closed.