Campus

Studenten met een hart

Door de langstudeerboete en het zelf betalen voor een master, wordt het voor veel studenten lastiger om vrijwilligerswerk te doen. Hun kostbare tijd stoppen TU’ers liever in hun studie of betaalde bijbaan. Maar niet iedereen denkt er zo over.


Een technische studie kost veel tijd. Een tentamen leer je niet met twee vingers in de neus, maar door flink te stampen. Soms tot laat in de nacht. Wie niet wil lenen tijdens de masterfase moet een bijbaan zoeken. Tel daarbij op dat je als student gezellig wilt borrelen met vrienden of je huisgenoten en er blijft weinig tijd meer over voor vrijwilligerswerk.


Toch zijn er op de TU Delft nog aardig wat studenten te vinden die maatschappelijk betrokken zijn. Ze zijn dat bijvoorbeeld vanuit hun geloof. Zoals Jan Fokke Post (23), masterstudent bouwkunde, die drie weken naar India ging om daar te helpen bij het bouwen van een weeshuis. Of omdat ze graag meer willen weten van de stad waarin ze studeren, door met rasechte Delftenaren te werken, zoals masterstudent industrieel ontwerpen Paul van Veen (24).


Plezier staat voorop. Want wie maatschappelijk betrokken is, gaat met een grote glimlach naar het vrijwilligerswerk toe en niet omdat het moet.

Abel Heinsbroek (22), vierdejaars student civiele techniek was verkocht toen hij langs de ratelende projector bij filmhuis Lumen liep. Nu scheurt hij als vrijwilliger de toegangskaartjes, opent de deuren en duikt daarna de magische wereld van bewegend beeld en ratelende machines in.


Kick

Niet alleen plezier is belangrijk voor maatschappelijk betrokken studenten. Tweedejaars technische natuurkunde Jasper Eenhoorn (19) doet vrijwilligerswerk omdat hij een kick krijgt als hij anderen helpt. Op de middelbare school gaf hij al bijles en hielp hij studiegenoten met examentraining, nu heeft hij zich op School’s cool gestort.


Komend schooljaar is hij mentor van een basisschoolleerling die in september naar de middelbare school gaat en die hij helpt bij de lastige schoolovergang. “Ik krijg veel energie van vrijwilligerswerk”, zegt hij. “Mensen hebben mij geholpen toen ik het vroeger moeilijk had thuis, nu kan ik anderen helpen.”

De vier studenten zijn het roerend met elkaar eens: een baantje als vakkenvuller in de supermarkt geeft niet zoveel voldoening als vrijwilligerswerk. En dat maakt dat ze het graag doen en er tijd voor vrij maken.


Al wordt het door overheidsmaatregelen wel lastiger, vinden de meeste studenten. Paul van Veen is inmiddels op zoek naar een betaalde bijbaan omdat hij door het wegvallen van zijn studiefinanciering niet meer kan rondkomen. Toch denken de meeste vrijwilligers dat maatschappelijke betrokkenheid onder studenten niet zomaar verdwijnt. “Er is altijd wel wat tijd voor vrij te maken”, vindt Post. “Het vraagt meer offers door de langstudeerboete. Maar ik zou er niet door stoppen”, zegt Eenhoorn. “Daarvoor vind ik het te leuk en belangrijk. Je vindt altijd wel een manier om toch nog iets aan vrijwilligerswerk te doen.”

Traffic around campus 
Due to a lack of funding, the municipality of Delft must make choices in its plans for improving the traffic network in Delft. In this plan, the accessibility of the TU campus is a priority. The mayoral council and aldermen have chosen this planning direction in order to support the building plans on and around the TU Delft campus. An environmental effect report (MER), published last year, stated that accessibility was a precondition for the construction of thousands of new student apartments. The largest share of the funding that the municipality has earmarked for the new plan will be devoted to the accessibility of TU North. The TU North infrastructure comprises the Mijnbouwstraat, the Poortlandplein, the Zuidplantsoen and the Schoemakerstraat. 

Young criminals
The Administration of Criminal Justice and Protection of Juveniles Council (RSJ) has recommended that only punishing juvenile delinquents is largely ineffectual: instead, the educational element in the criminal justice system must be retained and improved. The council wants a separate juvenile criminal code to be established for young criminals. In 2007, 95,400 people aged between 12 and 24 were arrested, which, according to national crime statistics, means that 4 out of every 10 persons detained were younger than 24 years old. 

Early selection
Students should ‘preselect’ early for a career in science. Talented young students often do not gain a sense of direction until staring their MSc programmes, warns Robbert Dijkgraaf, president of the Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW). Students often do not yet know what professional direction they want to go in and thus wander aimlessly through the halls of higher education institutes, he implied during a recent speech. Dijkgraaf is also a member of a key trio of advisers who will instruct the Dutch Cabinet on how educational institutions can ‘profile’ in order to offer improved education and cope with the large influx of new students. 

Filmprojector
Filmprojector

Filmprojector


Abel Heinsbroek was met vrienden in de bioscoop toen hij uit een openstaande deur geratel hoorde. De student civiele techniek werd nieuwsgierig en nam een kijkje. “Ik heb me staan vergapen aan alle machines die ik zag”, vertelt hij. “Ik zag dat ze vrijwilligers zochten en heb me meteen aangemeld.”

Inmiddels weet hij alles van de ratelende projector, hoe hij de stukken film aan elkaar plakt en in de machine plaatst. “Ik werk hier niet zozeer uit liefde voor films, maar vooral vanwege de apparaten”, zegt hij. “Het zijn oude, bewezen technieken. De projector stamt uit de jaren zestig. Over twee maanden gaan we over op digitale projectie en leert niemand dit ambacht meer. Dat ik het nog mag meemaken is uniek.” Hij pakt een stukje film van 35 millimeter groot. Wie goed kijkt ziet een man en een vrouw op een boot, een scène uit de film ‘A dangerous method’. “Het is magisch dat uit een postzegel van 35 millimeter een complete filmscène zichtbaar wordt”, zegt Heinsbroek. “Veel mensen hebben niet door dat een film uit bewegende beeldjes bestaat. Maar ik zie ze vliegensvlug, beeldje voor beeldje, door de projector ratelen.”

Naast de liefde voor oude machines vergroten de collega’s het plezier. “Vaak borrelen we nog tot een uur of twee. Iedereen die hier werkt doet dat voor zijn plezier. Je gaat niet voor je plezier vrijwilligerswerk in een supermarkt doen.” Zonder de vrijwilligers kan Lumen bepaalde artistieke films niet draaien, denkt Heinsbroek. “Bij sommige films zitten maar een paar mensen. Zonder vrijwilligers zouden hier alleen maar commerciële films draaien.” De student moet er niet aan denken. “Ik zie liever de Deense film ‘Melancholia’ of de stomme film ‘The Artist’, dan een echte kaskraker.” Doordat iedereen zo bevlogen is, ziet de student het niet als werk. “Ik offer er graag mijn zondagavond voor op.” Hij is nog nooit in tijdnood gekomen met zijn studie door zijn vrijwilligerswerk. “Gelukkig heb ik op maandag nooit het eerste uur college, want dan is het wel heftig om tot drie uur na te borrelen.” Maar mocht hij wel op maandag negen uur college hebben, dan is dat ook geen probleem. “Dan ga ik eerder naar huis.”

Weeshuis
Weeshuis

Weeshuis


Jan Fokke Post is lid van de christelijke studentenvereniging Navigators. Voor hem en zijn medestudenten is vrijwilligerswerk een belangrijk onderdeel van hun geloof. Samen met vijf andere TU’ers zet Post zich regelmatig in voor vrijwilligerswerk bij stichting Present. Vaak kunnen ze kiezen uit sociale projecten als koken voor gedetineerden. “Maar meestal kiezen we voor projecten waarbij we lekker kunnen klussen”, zegt Post. “Dat vinden we leuk, want we zijn natuurlijk TU-studenten.” De mensen bij wie ze klussen hebben er ook veel aan, denkt Post. Voor stichting Present hielpen ze een oude vrouw in haar Haagse woning. “In haar muren zaten allemaal scheuren, waardoor de verf los liet en kalk vrij kwam. Daar was ze allergisch voor. Door onze expertise wisten we precies welke materialen we nodig hadden en hoe we de problemen goed konden verhelpen.” Het karwei was in een avond gepiept.

Afgelopen zomer ging Post met een aantal Navigators naar India om daar te helpen bij het bouwen van een weeshuis. Ze hadden 7500 euro mee. Met het geld kochten ze stapelbedden, wasmachines en speelgoed voor de weeskinderen. En ze staken zelf de handen uit de mouwen. Het ging er primitiever aan toe dan in Nederland. “Ze gebruiken geen beton, maar oud puin voor de fundering.” De wasmachines installeerden ze met hamers en beitels. “Een heel gedoe, maar door onze opleiding wisten we gelukkig goed hoe we dat probleem op konden lossen.” De weeskinderen waren erg blij met hun aanwezigheid en het meegebrachte materiaal en speelgoed. “Ze hebben eindelijk schone kleren. ‘You are super!’ riepen de kinderen enthousiast.” De studenten vonden het zelf ook erg leuk om met de kinderen te spelen. “De verzorgers hebben daar geen tijd voor. Ineens waren er jongens die het leuk vonden om met ze te mens-erger-je-nieten en te voetballen. Dat vonden ze geweldig.”

Post vertelt andere studiegenoten wel eens over het project in India. “Ze vinden het leuk om te horen, maar zeggen zelf niet snel zoiets te zullen doen”, zegt hij. “Veel mensen vinden dat de regering dit soort problemen moet oplossen. Terwijl ziekenhuizen vaak vanuit de kerk en de samenleving zijn ontstaan. Nu de regering bezig is met bezuinigen, moeten we misschien juist meer inzetten op vrijwilligerswerk. Als studenten wel tijd hebben voor commissies, dan kan het hier ook voor.”

Gastheer
Gastheer

Gastheer


Paul van Veen is een geboren en getogen Hagenees. “Ik was als kind maar twee keer in Delft geweest en kende de stad totaal niet toen ik er kwam studeren”, zegt de student industrieel ontwerpen. Dat vond hij stom. “Want als je ergens studeert, wil je een stad goed leren kennen.”

Die kans kreeg hij toen hij vier jaar geleden een vriend uit de brand hielp door in te vallen bij het Techniek Ontmoetings Punt (TOP). TOP heeft als uitgangspunt om de inwoners van Delft kennis te laten maken met de techniek van de universiteit. Dat sprak hem aan. Na de invalbeurt werkte hij er ieder weekend een dag. Als gastheer leidt hij bezoekers rond bij de verschillende tentoonstellingen, zoals een tentoonstelling over de spoorzone. Hij leerde er Delft en zijn inwoners beter door kennen. TOP-collega’s die al heel lang in Delft wonen, vertellen hem over Delftse festivals en wijzen hem de onbekende maar geliefde plekjes van Delft. “Dat is leuk om te horen.”

Tijdens de tentoonstelling over de spoorzone kwamen er oude bewoners op hem af die vertelden hoe het er vroeger in de Phoenixstraat uitzag. “Ze herkenden het van de oude foto’s op de tentoonstelling en vertelden me enthousiaste verhalen over vroeger.”

Zelf vond hij de tentoonstelling ‘BliepBliep’, vol oude computerspelletjes erg leuk. “Als kind speelde ik niet vaak computerspelletjes omdat wij geen console hadden, maar bij vriendjes speelde ik altijd Super Mario. Het was heel cool om die oude spellen tijdens de tentoonstelling te kunnen doen.”

TOP is inmiddels omgedoopt tot Hypo Kunst Supermarkt. Naast tentoonstellingen over techniek verkoopt het oude postkantoor aan de Hippolytusbuurt nu ook vrolijk gekleurde houten bloemen en kunstig gebakken mokken en schotels. “Het is een kunstsupermarkt zonder het elitaire van een galerie”, zegt Van Veen. Lang zal hij geen gastheer meer zijn. De student is inmiddels in zijn masterfase beland en krijgt geen studiefinanciering meer. “Ik ben op zoek naar een betaalde bijbaan”, zegt hij. “Nu ik geen stufi meer krijg, wordt het financieel lastig. Ik heb het geld momenteel echt nodig. Studeren is sowieso duur, dus ik denk niet dat de langstudeerboete veel uitmaakt voor studenten die vrijwilligerswerk doen. Alhoewel. Bij mij is dat dus wel zo.”

Mentor
Mentor

Mentor


Jasper Eenhoorn is al sinds de middelbare school actief als vrijwilliger. In de vijfde klas gaf hij vrijwillig bijles aan medescholieren. “Ik ontdekte toen dat ik daar heel goed in was.” Binnen korte tijd wist Eenhoorn de cijfers van zijn medescholieren op te krikken. “Binnen drie lessen waren ze op weg naar een voldoende.”

Tijdens zijn eerste jaar op de TU Delft werkte hij op een instituut voor huiswerkbegeleiding. Daar had hij al snel door waarom scholieren er met de pet naar gooiden op school en hoe hij dat kon veranderen. “Dat komt door mijn zusje. Het ging niet goed op school, terwijl ze toch op haar tenen liep. Later bleek dat ze dyslectisch was, maar dat niemand dat door had omdat ze zo hard werkte.” Zijn ouders vroegen zelden naar haar schoolresultaten, maar grote broer Jasper juist wel. “Ik merkte dat ze het fijn vond om over problemen te praten en aandacht te krijgen. Nu gaat het weer goed.”

Die karrenvracht aan ervaring zet hij de komende maanden in als mentor van een groep acht leerling die de overstap maakt naar de middelbare school. “Die periode is zo belangrijk voor een kind. Als die overstap naar de middelbare school goed gaat, zijn de meeste problemen overwonnen”, weet

Eenhoorn. Hij is erg enthousiast over het School’s Cool-project. “Ik was op zoek naar vrijwilligerswerk en de vacature voor School’s Cool was de eerste die ik zag. Dat kon geen toeval zijn.”

Eenhoorn wil weer graag vrijwilligerswerk doen omdat hij weet hoe belangrijk het is om anderen te helpen. Mijn ouders maakten veel ruzie en ik probeerde dat op te lossen. Ik zat er erg mee, maar kon altijd met mijn verhaal bij vrienden terecht. Een moeder van een vriend is psycholoog, zij hielp mij om alles op een rijtje te krijgen. Dat was erg fijn.”

De student technische natuurkunde zegt door al die ervaring goed te weten hoe hij jongeren kan helpen. “Als jongeren negatief benaderd worden door docenten, vertel ik ze waardoor dat kan komen. Een jongen van huiswerkbegeleiding deed stinkend zijn best, maar werd toch altijd bekritiseerd door zijn docent. Dat gedrag relativeren hielp die jongen enorm.”

Eenhoorn heeft veel zin in zijn vrijwilligerswerk. “Je steekt er tijd in, maar krijgt er zoveel energie voor terug. Dat is het leuke en fijne aan vrijwilligerswerk.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.