Campus

‘Studenten kiezen zelf wat ze belangrijk vinden’

Kan Studium Generale met pensioen nu het zijn zeventigste verjaardag heeft gevierd? ‘Nee’, luidde het niet zo verrassende antwoord tijdens het eigen verjaardagsfeestje op 9 februari.

Toch is het moeilijk de belangrijkste doelgroep, de studenten, te bereiken. “We moeten knokken voor aandacht.”

Wie om zich heen keek op het verjaardagsfeestje van Studium Generale in het Science Centre kon het niet ontgaan: er waren weinig studenten. De studenten die er wel waren, waren meest gestoken in mantelpakje of pak. Zij waren hier in functie, uitgenodigd als bestuurder van een studie- of studentenvereniging.

Oké, het symposium begon op een niet zo handige tijd, vier uur in de middag. En ja, om in het Science Centre te komen, moest je door de stromende regen. Bovendien, Studium Generale-directeur Coen Vermeeren zei het op de borrel na afloop van de lezingen zelf: het onderwerp was ‘relatief vaag en niet heel sexy’: ’70 jaar Studium Generale: het geweten van de universiteit?’. De sprekers vonden allemaal in meer of mindere mate van wel. (zie kader) Maar ja, zij waren allen van middelbare leeftijd.

Hoe denken studenten over het belang van Studium Generale? Hebben zij behoefde aan verdieping en verbreding naast hun studie? En als zij in theorie waarde hechten aan ethische vraagstukken, wat doen zij dan in de praktijk?

De studenten die op het feestje zijn afgekomen, geven allemaal min of meer hetzelfde antwoord op deze vragen. Neem het bestuur van de VGSD: voorzitter Niels Timmer en vice-voorzitter Wilco Meijer zeggen beiden interesse te hebben in ethische vraagstukken.

Timmer, nu derdejaars, is echter maar een paar keer naar Studium Generale-activiteiten geweest. En als hij een tip mag geven, zegt hij toch wel graag een link met techniek te willen zien bij die activiteiten. Elke Salzmann, bestuurder bij de Elektrotechnische Vereeniging, denkt dat de stap om naar een lezing te gaan voor met name bachelorstudenten als zijzelf groot is. “Ze hebben voor techniek gekozen. Daarvoor zijn ze in Delft. Daar ligt hun interesse. Lezingen van Studium Generale zijn meestal ver van je bed. Activiteiten op de eigen faculteit zijn toegankelijker.”

Eline Kleimann, bestuurder bij Christiaan Huygens, is het daarmee eens. Al zegt ze erbij dat ethiek wel degelijk toegevoegde waarde heeft. “Ik ben alleen zelf nog niet zoveel naar Studium Generale-lezingen geweest. Ik heb er vaak geen tijd voor.” Bij ETV-bestuurder Jan de Jong blijkt het net zo te werken: “Meestal ontglipt het me. Dan denk ik: o ja, die lezing was vanavond. Bachelorstudenten hebben al zoveel naast hun studie.”

Studium Generale-directeur Vermeeren is de eerste om volmondig te bekennen dat hij zijn voornaamste doelgroep niet altijd weet te bereiken. “We moeten knokken voor aandacht. Daarbij trekken we aan het kortste eind. Onze naamsbekendheid is niet groot. Maar alles wat we kunnen doen om dat te veranderen, dat doen we.” Zo werkt Studium Generale samen met studentenclubs als VOX, Delft Debatteert en Students4Sustainability en zijn sommige lezingen terug te kijken op Youtube. En wat te denken van lezingen met gratis broodjes?

Vermeeren snapt dat met name de wat jongere studenten hun studie en studentenleven belangrijker vinden dan ethiek, geschiedenis of wereldpolitiek. “Ik begrijp het best: pas als je ouder wordt, ga je nadenken over ethiek. Kom je daar te vroeg mee bij studenten, dan denken ze: wat is dit?” Toch verbazen de studenten hem soms, vertelt hij. “De opkomst bij de lezing van Carolien Roelants over Syrië was heel groot. Daaraan merk je dat sommige algemene zaken toch ook hier leven. Wij behandelen veel onderwerpen die niet in enige studie aan de TU zitten. Studenten kiezen daaruit zelf wat ze belangrijk vinden.”

Dat studenten wel degelijk een bredere interesse hebben, dat weet Vermeeren zeker. Hij voelt zich gesteund door een enquête. Daarin vraagt Studium Generale studenten (en medewerkers) bijvoorbeeld of ze zich wel eens zorgen maken over de manier waarop hun werk wordt toegepast. Uit de voorlopige resultaten blijkt dat 60 procent (van de 138 respondenten) zich daarvoor verantwoordelijk voelt. Studium Generale vraagt de studenten ook of ze vinden dat de universiteit hen goed voorbereidt op ethische dilemma’s. 33 Procent zegt ‘nee’, nog eens 29 procent zegt ‘een beetje, maar er zou meer nadruk op moeten liggen’.

In dat gat wil Studium Generale springen. Vermeeren is deels van plan door te gaan op de ingeslagen weg. 2015 was een topjaar met twintigduizend bezoekers, van wie 14 duizend studenten. In andere jaren lag de opkomst steeds rond de zesduizend. Toppers waren Joris Luyendijk (over de banken), Richard Gage (9/11-complottheorieën), Edward Heerema (het grootste schip ter wereld), Carolien Roelants (Syrië) en het toneelstuk Getekend (over de TU in oorlogstijd).

Vermeeren is van plan ‘per faculteit te onderzoeken waar de gevoelige onderwerpen zitten en daarop in te springen’. Zou hij daarbovenop, net als in sommige andere steden, de mogelijkheid willen hebben om studiepunten uit te reiken? “Daar ben ik over aan het nadenken. In Wageningen kunnen studenten bijvoorbeeld 1 ECTS krijgen als ze veertien keer naar evenementen van Studium Generale komen. Daar zitten haken en ogen aan, want hoe controleer je dat? Bovendien, 1 ECTS zal voor niemand het verschil maken. Toch is zoiets het overwegen waard. In Eindhoven geeft Studium Generale vakken. Dat zou ik ook wel willen. Het afgelopen jaar hebben we 14 duizend studenten getrokken met 150 activiteiten. Zelfs als die 14 duizend allemaal unieke studenten waren, dan hebben we daarmee nog niet iedereen bereikt.”

‘Niemand kijkt uit het raam’

De vier sprekers die het zeventigjarig bestaan van Studium Generale mochten opluisteren, beaamden allemaal in meer of mindere mate de vraag of Studium Generale het geweten is van de universiteit.

“Maak van dat vraagteken maar een uitroepteken”, zei Klaas van Egmond, hoogleraar geowetenschappen aan de Universiteit Utrecht. “Wetenschappers zijn bezig met details. Niemand kijkt uit het raam. De wetenschap heeft de economische crisis niet zien aankomen, de grote vluchtelingenstromen van nu zag niemand aankomen. Wat heeft de wetenschap bijgedragen aan het oplossen van de problemen van deze tijd?”

Volgens Van Egmond is er iets mis met de wetenschap. “De wetenschappelijke incentive ligt niet in het zien van de samenhang tussen problemen. Dat is heel erg suboptimaal.” En dus moet Studium Generale de samenhang vergroten en met verbredende en verdiepende lezingen, debatten en cursussen het verband laten zien tussen ‘waarden, menselijke doelstellingen en de wetenschap’.

Vóór Van Egmond spraken rector magnificus Karel Luyben, VSNU-voorman Karl Dittrich en Allseas-ceo en TU-alumnus Edward Heerema. Allemaal waren ze het erover eens dat Studium Generale een toekomst heeft. Voor Dittrich gaat de term ‘geweten van de universiteit’ wat ver, zei hij. “Want het geweten, dat zijn we zelf. Maar Studium Generale kan ons daarbij wel helpen door ons een spiegel voor te houden.”

Heerema onderstreepte in zijn toespraak het belang van reflectie. “We willen dat studenten kritisch denken, dat ze onderbouwd bezwaar kunnen maken.” Een ingenieur heeft volgens hem een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid. “Wij ingenieurs zijn prima in staat problemen op te lossen, maar willen we sommige problemen wel oplossen? Er is zoveel mogelijk met biotech, gentech, nanotech. Maar voordat we dat gebruiken, moeten we ons rekenschap geven van de betekenis die die technieken hebben.”

Volgens rector Luyben is Studium Generale nog steeds relevant. Hij bleek zich erbij te hebben neergelegd dat directeur Vermeeren soms de grenzen opzoekt met lezingen over graancirkels, ufo’s, vrije energie, van ‘charlatans en complotdenkers’. “Ik ben blij met de discussies die deze onderwerpen opwekken. Want als we altijd braaf tussen de lijntjes blijven kleuren, worden de hokjes waar we in kleuren steeds kleiner.” En dus wenste hij Studium Generale succes met de komende zeventig jaar.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.