Onderwijs

Studenten gaan los

De ontvangstweek (Owee) is deze week van start gegaan. De vijfdaagse introductieweek voor de aankomende eerstejaars studenten in Delft duurt tot donderdag 25 augustus.

In deze week maken de 2300 deelnemers kennis met het het studentenleven: de stad Delft, de universiteit en hogescholen, de sport- en studentenverenigingen en elkaar.

De Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam zijn de grote verliezers. Ze moeten genoegen nemen met de plaatsen 143 en 165. In de THE-ranking van vorig jaar bezetten ze de posities 49 en 70.

Maar ook de nu hoogst geklasseerde Nederlandse universiteit valt ver buiten de top vijftig. De TU Eindhoven klimt van positie 120 naar 114. De andere twee TU’s volgen op gepaste afstand: Delft op 151 (83 in 2009) en Twente op 185. Geheel buiten de boot vallen de Universiteiten van Nijmegen, Tilburg en Maastricht. Leiden (plaats 124) en de VU (139) zijn de nummers twee en drie van de tien Nederlandse universiteiten in de ranking.

Nederland bezet de vijfde plaats in het landenklassement. In de vorige THE-ranking deelde het de derde plaats met Canada en Japan. Nu moet het de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Canada voor laten gaan. De VS, met Harvard fier aan kop, vult de eerste vijf plaatsen van de universiteitenranglijst. Cambridge en Oxford delen de zesde plaats.

Het viel te verwachten dat er iets zou veranderen in de ranglijst van het vooraanstaande Britse onderwijsmagazine. Dit voorjaar stak de redactie de hand in eigen boezem: de omstreden ranglijst die ze zes jaar lang uitgaf met onderzoeksbureau QS zou geheel worden herzien. Het blad ging met een ander bureau in zee, breidde de data voor de ranglijst uit, ging meer wetenschappers enquêteren en zocht een betere balans tussen alle criteria.

De kwaliteit van het onderwijs bepaalt nu dertig procent van het eindoordeel, de citatiescores van wetenschappers 32,5 procent en de onderzoeksreputatie, -omvang, en -financiering van universiteiten samen dertig procent. Een goede mix van nationaliteiten bij staf en studenten draagt voor vijf procent bij aan de positie op de ranglijst en de inkomsten uit het bedrijfsleven voor nog eens 2,5 procent.

Het grootste verschil met de vorige methodiek is de invloed van reputatie. Het imago van instellingen woog voorheen voor de helft mee: veertig procent voor de academische reputatie en tien procent voor de reputatie onder werkgevers. Nu is het gewicht van zulke opinies teruggebracht tot 34,5 procent: 19,5 procent voor onderzoeksreputatie en vijftien procent voor onderwijsreputatie.

Ook het aantal studenten per docent heeft minder invloed: van twintig procent vorig jaar naar 4,5 procent nu. Die data zouden eenvoudig te manipuleren zijn en bovendien weinig zeggen over het onderwijs. Of zoals de hoofdredacteur van THE het uitdrukt: de hoeveelheid obers in een restaurant zegt ook niet veel over de kwaliteit van het eten. Maar anders dan in veel moderne restaurantgidsen en in ranglijsten zoals Elsevier en de Keuzegids, wordt het oordeel van de klanten nog niet wordt meegenomen in de THE ranking.

Intussen is QS, de vorige partner van THE gewoon doorgegaan met zijn eigen ranglijst. Daarin komen de Universiteit Maastricht en de Radboud Universiteit Nijmegen wel voor, zij het op de posities 111 en 149. Tilburg haalt ook hier de top 200 niet.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.