Onderwijs

Studenten en medewerkers stemmen in met geldverdeelmodel

Ondernemingsraad en studentenraad hebben woensdag tijdens de gezamenlijke vergadering (GV) met het college van bestuur ingestemd met het nieuwe interne geldverdeelmodel van de TU.

De ondernemingsraad en studentenraad gingen akkoord op voorwaarde dat het college het pakket maatregelen binnen twee weken samenvat in een leesbaar document. Ook moeten de evaluatiecriteria voor de voorgenomen evaluatie (over één en drie jaar) van het nieuwe model op korte termijn worden vastgesteld. De vergadering stond erop dat het college de genoemde cijfers ‘indicatief’ noemde. Dit omdat ze nog worden bijgesteld.

Het geldverdeelmodel is de manier waarop faculteiten beloond worden voor hun prestaties. De TU wil een nieuw intern financieel model om meer strategisch richting te kunnen geven ten behoeve van het onderwijs en de onderzoeksspeerpunten. In het oude model werden faculteiten achteraf beloond op wat ze in het verleden presteerden (outputfinanciering). De TU wil voortaan meer vooraf kunnen financieren wat ze belangrijk vindt (inputfinanciering). Dat heeft uiteraard gevolgen, want meer geld komt er niet; het wordt alleen anders verdeeld.

Vroeger belandde (overheids)geld wat de TU Delft krijgt voor afstudeerders, promovendi of ontwerpers in de grote centrale universiteitspot. De TU verdeelde dit geld vervolgens over de faculteiten volgens een bepaalde verdeelsleutel. Nu krijgt de betreffende faculteit dit geld direct op zijn begroting.

In het nieuwe model wordt het onderzoek in drie ‘boxen’ verdeeld: voor science, voor engineering, en voor design. De faculteiten TNW en EWI (voorheen ITS) en het reactorinstituut IRI komen in de blauwe science-box. In de rode engineering box zitten Citg, werktuigbouwkunde en maritieme techniek en Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. De groene box bevat Bouwkunde, IO, TBM en Onderzoeksinstituut OTB. Per box zijn er financiële prestatiecriteria, die meer zaken belonen dan alleen het aantal wetenschappelijke publicaties.

Nieuw is de invoering van een Delftse peerlist. Op deze lijst staan alle voor Delft belangrijke tijdschriften. Voorheen werd alleen gebruikgemaakt van de ISI-index, waarin zo’n achtduizend vooral Amerikaanse wetenschappelijke tijdschriften zijn opgenomen. Een aantal vakgebieden was slecht vertegenwoordigd in deze index. Faculteiten kunnen nu zelf aangeven wat belangrijke media voor hen zijn.

De begroting van 2004 wordt volgens het nieuwe financiële model ingericht. Er komt een overgangsregeling door middel van gewenningsbedragen om de pijn voor de faculteiten die minder geld krijgen te verzachten. Na een jaar wordt geëvalueerd om eventuele kinderziektes te genezen. Na drie jaar wordt gekeken of het nieuwe model de gewenste strategische effecten heeft.

De ondernemingsraad en studentenraad gingen akkoord op voorwaarde dat het college het pakket maatregelen binnen twee weken samenvat in een leesbaar document. Ook moeten de evaluatiecriteria voor de voorgenomen evaluatie (over één en drie jaar) van het nieuwe model op korte termijn worden vastgesteld. De vergadering stond erop dat het college de genoemde cijfers ‘indicatief’ noemde. Dit omdat ze nog worden bijgesteld.

Het geldverdeelmodel is de manier waarop faculteiten beloond worden voor hun prestaties. De TU wil een nieuw intern financieel model om meer strategisch richting te kunnen geven ten behoeve van het onderwijs en de onderzoeksspeerpunten. In het oude model werden faculteiten achteraf beloond op wat ze in het verleden presteerden (outputfinanciering). De TU wil voortaan meer vooraf kunnen financieren wat ze belangrijk vindt (inputfinanciering). Dat heeft uiteraard gevolgen, want meer geld komt er niet; het wordt alleen anders verdeeld.

Vroeger belandde (overheids)geld wat de TU Delft krijgt voor afstudeerders, promovendi of ontwerpers in de grote centrale universiteitspot. De TU verdeelde dit geld vervolgens over de faculteiten volgens een bepaalde verdeelsleutel. Nu krijgt de betreffende faculteit dit geld direct op zijn begroting.

In het nieuwe model wordt het onderzoek in drie ‘boxen’ verdeeld: voor science, voor engineering, en voor design. De faculteiten TNW en EWI (voorheen ITS) en het reactorinstituut IRI komen in de blauwe science-box. In de rode engineering box zitten Citg, werktuigbouwkunde en maritieme techniek en Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. De groene box bevat Bouwkunde, IO, TBM en Onderzoeksinstituut OTB. Per box zijn er financiële prestatiecriteria, die meer zaken belonen dan alleen het aantal wetenschappelijke publicaties.

Nieuw is de invoering van een Delftse peerlist. Op deze lijst staan alle voor Delft belangrijke tijdschriften. Voorheen werd alleen gebruikgemaakt van de ISI-index, waarin zo’n achtduizend vooral Amerikaanse wetenschappelijke tijdschriften zijn opgenomen. Een aantal vakgebieden was slecht vertegenwoordigd in deze index. Faculteiten kunnen nu zelf aangeven wat belangrijke media voor hen zijn.

De begroting van 2004 wordt volgens het nieuwe financiële model ingericht. Er komt een overgangsregeling door middel van gewenningsbedragen om de pijn voor de faculteiten die minder geld krijgen te verzachten. Na een jaar wordt geëvalueerd om eventuele kinderziektes te genezen. Na drie jaar wordt gekeken of het nieuwe model de gewenste strategische effecten heeft.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.