Campus

Studenten doen nu ook vakken van andere studies

Op de faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) is het eerste jaar voor de opleidingen materiaalkunde, scheikunde en natuurkunde sinds dit jaar grotendeels gelijk.

Voorlopig zijn de afdelingen redelijk tevreden over het resultaat. Bij scheikunde worden problemen verwacht door de invoering van het bachelor/mastermodel.

De gezamenlijke propedeuse is destijds ingevoerd om het onderwijs te verbeteren. ,,De studentenaantallen liepen terug en op deze manier konden we de vakken efficiënter inrichten”, zegt dr. Kas Hemmes, projectleider een van de leden van de commissie die de gezamenlijke propedeuse heeft opgezet. Hij is werkzaam bij materiaalkunde.

Een wiskundevak wordt nu bijvoorbeeld niet meer drie keer voor twintig studenten gegeven, maar eenmaal voor alle zestig studenten. Overigens biedt TNW nu twee nieuwe scheikunde-achtige propedeuses aan naast de gezamenlijke propedeuse. Dit zijn life, science and technology en sustainable molecular science and technology. ,,Deze propedeuses zijn echter zo anders, dat het niet mogelijk was ze samen te voegen met de gezamenlijke propedeuse van TNW”, aldus Hemmes.

Een andere belangrijke reden voor de invoering was de bredere rol die tegenwoordig wordt verwacht van ingenieurs. Die moeten namelijk niet alleen in hun eigen discipline kunnen werken, maar ook samen met andere wetenschappen. ,,We wilden een brede propedeuse, maar wel één met inhoud. Het eerste jaar mist geen diepgang. Studenten doen nu ook vakken van andere studies”, aldus Hemmes.

Minder leuk

Volgens de facultaire studentenraden zitten studenten niet te wachten op die andere vakken. De studenten zijn er in ieder geval niet op voorbereid, zeggen ze. Dr. ir. Eric Logtenberg, studieadviseur bij technische natuurkunde, legt uit: ,,De huidige eerstejaars hebben op de voorlichtingsdagen te horen gekregen dat ze één opleiding gaan volgen. Zij hebben geen behoefte aan de gezamenlijke propedeuse. Het gevolg hiervan is dat natuurkunde- en scheikundestudenten vakken van andere opleidingen in het algemeen minder leuk vinden.” Bij materiaalkunde is dit minder het geval, omdat die studie altijd al multidisciplinair is geweest.

Sinds de invoering wordt op de voorlichtingsdagen ook aandacht besteed aan de gezamenlijke propedeuse. ,,Over twee jaar komen er misschien meer studenten speciaal voor onze TNW-propedeuse, omdat ze dan beter zijn voorgelicht”, aldus Logtenberg. ,,Een ander probleem is dat de huidige studentmentoren nog de propedeuse van hun eigen opleiding hebben gevolgd. Zij zullen de TNW-propedeuse dus niet echt promoten bij hun mentorgroep. Hier hoeven we ons echter geen zorgen over te maken, omdat dit probleem zichzelf in de toekomst oplost.”

Een gezamenlijke propedeuse biedt de mogelijkheid om gemakkelijker te switchen tussen de deelnemende studies. Studenten maken hier tot nu toe nauwelijks gebruik van. ,,Er is maar één student overgestapt. Van materiaalkunde naar technische natuurkunde. Verder niemand. Het is zelfs zo dat er geen studenten zijn die een eindproject van een andere studie dan die van henzelf gekozen hebben. In de toekomst kan dat meer worden, maar veelal zullen studenten bij hun eigen opleiding blijven. Verder zijn de studieverenigingen natuurlijk ook apart gebleven”, aldus projectleider Hemmes.

Kennis

Op onderwijsgebied worden vooral bij scheikunde problemen verwacht. Volgens opleidingsdirecteur dr. ir. Maurice Peereboom komt dat door de invoering van het bachelor/mastermodel. ,,In het eerste jaar worden nu ook vakken van andere opleidingen gegeven. Hierdoor moeten een aantal belangrijke scheikundevakken naar het tweede en derde jaar worden doorgeschoven. Nu echter ook het bachelor/master model wordt ingevoerd, is de ruimte voor die vakken beperkt. Daarbij hoort namelijk ook een extra eindproject. Bij de invoering van de gezamenlijke propedeuse is daar geen rekening mee gehouden. Scheikundestudenten missen uiteindelijk dus belangrijke onderdelen in hun kennis.” Hoe dit probleem opgelost gaat worden is op dit moment nog niet bekend.

Wel bekend is dat eerstejaars studenten het steeds drukker krijgen. Roel Meulendijks, commissaris onderwijs van Technologisch Gezelschap, de studievereniging van chemische technologie en bio-procestechnologie, vindt: ,,Vroeger moesten studenten een of twee verslagen per periode maken, nu moeten ze dat elke week. Dat komt omdat er een breed scala aan onderwerpen behandeld moet worden bij de practica.”

Marleen van Aartrijk, lid van de facultaire studentenraad van technische natuurkunde, verwacht daarom ook dat het aantal studenten dat hun propedeuse in één jaar haalt, lager zal liggen dan in andere jaren. Het percentage uitvallers is echter niet groter dan in voorgaande jaren. Volgens haar ervaren studenten het nieuwe systeem over het algemeen positief.

Of het aantal nieuwe aanmeldingen is gestegen door invoering van de gezamenlijke propedeuse, is moeilijk te zeggen. ,,We hebben daar geen onderzoek naar gedaan. Wel is het zo dat scheikunde op dit moment twee keer zo veel vooraanmeldingen heeft als vorig jaar, en toen zaten de aanmeldingen van de opleiding life, science and technology daar ook nog eens bij”, aldus opleidingsdirecteur Peereboom.

Studieadviseur Logtenberg vraagt zich af of het aantal aanmeldingen zal stijgen als gevolg van de nieuwe propedeuse. Het mes snijdt volgens hem aan twee kanten. ,,Mensen die nog niet weten wat ze willen zullen eerder voor een brede propedeuse kiezen. Aan de andere kant zullen er ook scholieren zijn die naar een andere universiteit gaan, omdat ze geen behoefte hebben aan vakken van andere studies.”

Op de faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) is het eerste jaar voor de opleidingen materiaalkunde, scheikunde en natuurkunde sinds dit jaar grotendeels gelijk. Voorlopig zijn de afdelingen redelijk tevreden over het resultaat. Bij scheikunde worden problemen verwacht door de invoering van het bachelor/mastermodel.

De gezamenlijke propedeuse is destijds ingevoerd om het onderwijs te verbeteren. ,,De studentenaantallen liepen terug en op deze manier konden we de vakken efficiënter inrichten”, zegt dr. Kas Hemmes, projectleider een van de leden van de commissie die de gezamenlijke propedeuse heeft opgezet. Hij is werkzaam bij materiaalkunde.

Een wiskundevak wordt nu bijvoorbeeld niet meer drie keer voor twintig studenten gegeven, maar eenmaal voor alle zestig studenten. Overigens biedt TNW nu twee nieuwe scheikunde-achtige propedeuses aan naast de gezamenlijke propedeuse. Dit zijn life, science and technology en sustainable molecular science and technology. ,,Deze propedeuses zijn echter zo anders, dat het niet mogelijk was ze samen te voegen met de gezamenlijke propedeuse van TNW”, aldus Hemmes.

Een andere belangrijke reden voor de invoering was de bredere rol die tegenwoordig wordt verwacht van ingenieurs. Die moeten namelijk niet alleen in hun eigen discipline kunnen werken, maar ook samen met andere wetenschappen. ,,We wilden een brede propedeuse, maar wel één met inhoud. Het eerste jaar mist geen diepgang. Studenten doen nu ook vakken van andere studies”, aldus Hemmes.

Minder leuk

Volgens de facultaire studentenraden zitten studenten niet te wachten op die andere vakken. De studenten zijn er in ieder geval niet op voorbereid, zeggen ze. Dr. ir. Eric Logtenberg, studieadviseur bij technische natuurkunde, legt uit: ,,De huidige eerstejaars hebben op de voorlichtingsdagen te horen gekregen dat ze één opleiding gaan volgen. Zij hebben geen behoefte aan de gezamenlijke propedeuse. Het gevolg hiervan is dat natuurkunde- en scheikundestudenten vakken van andere opleidingen in het algemeen minder leuk vinden.” Bij materiaalkunde is dit minder het geval, omdat die studie altijd al multidisciplinair is geweest.

Sinds de invoering wordt op de voorlichtingsdagen ook aandacht besteed aan de gezamenlijke propedeuse. ,,Over twee jaar komen er misschien meer studenten speciaal voor onze TNW-propedeuse, omdat ze dan beter zijn voorgelicht”, aldus Logtenberg. ,,Een ander probleem is dat de huidige studentmentoren nog de propedeuse van hun eigen opleiding hebben gevolgd. Zij zullen de TNW-propedeuse dus niet echt promoten bij hun mentorgroep. Hier hoeven we ons echter geen zorgen over te maken, omdat dit probleem zichzelf in de toekomst oplost.”

Een gezamenlijke propedeuse biedt de mogelijkheid om gemakkelijker te switchen tussen de deelnemende studies. Studenten maken hier tot nu toe nauwelijks gebruik van. ,,Er is maar één student overgestapt. Van materiaalkunde naar technische natuurkunde. Verder niemand. Het is zelfs zo dat er geen studenten zijn die een eindproject van een andere studie dan die van henzelf gekozen hebben. In de toekomst kan dat meer worden, maar veelal zullen studenten bij hun eigen opleiding blijven. Verder zijn de studieverenigingen natuurlijk ook apart gebleven”, aldus projectleider Hemmes.

Kennis

Op onderwijsgebied worden vooral bij scheikunde problemen verwacht. Volgens opleidingsdirecteur dr. ir. Maurice Peereboom komt dat door de invoering van het bachelor/mastermodel. ,,In het eerste jaar worden nu ook vakken van andere opleidingen gegeven. Hierdoor moeten een aantal belangrijke scheikundevakken naar het tweede en derde jaar worden doorgeschoven. Nu echter ook het bachelor/master model wordt ingevoerd, is de ruimte voor die vakken beperkt. Daarbij hoort namelijk ook een extra eindproject. Bij de invoering van de gezamenlijke propedeuse is daar geen rekening mee gehouden. Scheikundestudenten missen uiteindelijk dus belangrijke onderdelen in hun kennis.” Hoe dit probleem opgelost gaat worden is op dit moment nog niet bekend.

Wel bekend is dat eerstejaars studenten het steeds drukker krijgen. Roel Meulendijks, commissaris onderwijs van Technologisch Gezelschap, de studievereniging van chemische technologie en bio-procestechnologie, vindt: ,,Vroeger moesten studenten een of twee verslagen per periode maken, nu moeten ze dat elke week. Dat komt omdat er een breed scala aan onderwerpen behandeld moet worden bij de practica.”

Marleen van Aartrijk, lid van de facultaire studentenraad van technische natuurkunde, verwacht daarom ook dat het aantal studenten dat hun propedeuse in één jaar haalt, lager zal liggen dan in andere jaren. Het percentage uitvallers is echter niet groter dan in voorgaande jaren. Volgens haar ervaren studenten het nieuwe systeem over het algemeen positief.

Of het aantal nieuwe aanmeldingen is gestegen door invoering van de gezamenlijke propedeuse, is moeilijk te zeggen. ,,We hebben daar geen onderzoek naar gedaan. Wel is het zo dat scheikunde op dit moment twee keer zo veel vooraanmeldingen heeft als vorig jaar, en toen zaten de aanmeldingen van de opleiding life, science and technology daar ook nog eens bij”, aldus opleidingsdirecteur Peereboom.

Studieadviseur Logtenberg vraagt zich af of het aantal aanmeldingen zal stijgen als gevolg van de nieuwe propedeuse. Het mes snijdt volgens hem aan twee kanten. ,,Mensen die nog niet weten wat ze willen zullen eerder voor een brede propedeuse kiezen. Aan de andere kant zullen er ook scholieren zijn die naar een andere universiteit gaan, omdat ze geen behoefte hebben aan vakken van andere studies.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.