De gezamenlijke lerarenopleiding van de drie technische universiteiten moet blijven, vinden veel studenten. Het college van bestuur neemt volgende maand de beslissing: in september opheffen of doorstarten.
Delen
/strong>
Met een brief en een handtekeningenactie probeert een van de studenten, ir. Lonneke Boels, het college te overtuigen van het bestaansrecht van de technische universitaire lerarenopleiding (Tulo). Toen Boels na tien jaar bedrijfsleven koos voor het beroep van wiskundedocent, bleek de Tulo de opleiding met de beste reputatie. Ze prijst de kwaliteiten van Tulo-medewerkers als Agnes Verweij – ‘een gewaardeerd en vooraanstaand vakdidacticus met scherpe en heldere oordelen en een duidelijke visie op het wiskundeonderwijs’. Zonde om die vakdidactische kennis en knowhow voor Delft verloren te laten gaan, betoogt Boels in haar brief.
Boels voert als argument ook het tekort aan exact geschoolde docenten aan % een ontwikkeling die het slinkende aantal potentiële TU Delft-studenten nog verder dreigt te doen dalen. Docenten met een opleiding aan een technische universiteit zijn misschien ook beter in staat leerlingen voor een technische studie te enthousiasmeren, oppert ze. Daarnaast verliest wiskunde aan de TU Delft aantrekkingskracht als studenten die uiteindelijk leraar willen worden, in Delft geen vervolgopleiding meer kunnen volgen.
Het college hakt op 1 april de knoop door. ,,Ik kijk scherp naar de maatschappelijke behoefte van de maatschappij aan bètaleraren”, zegt collegevoorzitter Hans van Luijk in een eerste reactie voorzichtig. ,,Opheffen lijkt niet logisch.” (JP)
De gezamenlijke lerarenopleiding van de drie technische universiteiten moet blijven, vinden veel studenten. Het college van bestuur neemt volgende maand de beslissing: in september opheffen of doorstarten.
Met een brief en een handtekeningenactie probeert een van de studenten, ir. Lonneke Boels, het college te overtuigen van het bestaansrecht van de technische universitaire lerarenopleiding (Tulo). Toen Boels na tien jaar bedrijfsleven koos voor het beroep van wiskundedocent, bleek de Tulo de opleiding met de beste reputatie. Ze prijst de kwaliteiten van Tulo-medewerkers als Agnes Verweij – ‘een gewaardeerd en vooraanstaand vakdidacticus met scherpe en heldere oordelen en een duidelijke visie op het wiskundeonderwijs’. Zonde om die vakdidactische kennis en knowhow voor Delft verloren te laten gaan, betoogt Boels in haar brief.
Boels voert als argument ook het tekort aan exact geschoolde docenten aan % een ontwikkeling die het slinkende aantal potentiële TU Delft-studenten nog verder dreigt te doen dalen. Docenten met een opleiding aan een technische universiteit zijn misschien ook beter in staat leerlingen voor een technische studie te enthousiasmeren, oppert ze. Daarnaast verliest wiskunde aan de TU Delft aantrekkingskracht als studenten die uiteindelijk leraar willen worden, in Delft geen vervolgopleiding meer kunnen volgen.
Het college hakt op 1 april de knoop door. ,,Ik kijk scherp naar de maatschappelijke behoefte van de maatschappij aan bètaleraren”, zegt collegevoorzitter Hans van Luijk in een eerste reactie voorzichtig. ,,Opheffen lijkt niet logisch.” (JP)
Comments are closed.