Student moet leren onderzoeken

Zij lopen dan tegen problemen aan die bij elk onderzoek voorkomen, maar die door een gebrek aan ervaring daarmee niet herkend worden.

Ook dreigt de universiteit door de prestatiebeurs een ‘onderwijsfabriek’ te worden, waardoor het verschil tussen een academische en een hoger-beroepsinstelling vervaagt. Dat vreest althans de Oras-fractie in de studentenraad.

,,Onderzoek doen moet voor jongerejaars verplicht in het curriculum komen”, meent L. van den Bosch van Oras. Met dit voorstel wil de fractie de discussie over de plaats van onderzoek in het onderwijs aanzwengelen.

Bij de studie werktuigbouwkunde op de faculteit Ontwerp, Constructie en Productie is dit jaar voor het eerst een onderzoeksopdracht in het programma opgenomen. Half mei start een zevenweekse cursus voor derdejaars studenten. Binnen die tijd moeten zij een opdracht afwerken.

,,Net alsof je bij een ingenieursbureau werkt”, zegt dr.ir. W.L.T. Thijs, die als projectleider thematisch onderwijs werktuigbouwkunde is aangesteld. De cursus is gesplitst in een theoretisch en een praktisch deel.

Het geheel wordt dit jaar afgesloten met een congres, waarop de resultaten worden gepresenteerd. Ook die presentatie telt mee voor het eindcijfer. De module levert zes studiepunten op.

Voordat een student aan deze cursus mag meedoen, moet hij eerst alle eerderejaars vakken hebben afgerond. Het komt nu nog geregeld voor dat afstudeerkandidaten nog vakken moeten inhalen, alvorens de bul te krijgen.

Dat levert volgens Thijs ook voordeel op als het bachelor en master of science systeem is ingevoerd. Na de driejarige opleiding voor de bachelor-titel kan de student doorgaan op een andere universiteit of de instelling met een afgeronde opleiding verlaten.

,,Het is voor het eerst dat de student wordt afgerekend op de factor tijd”, meent Thijs. Even een vakje overdoen, is er niet meer bij.

De Delftse student moet leren onderzoeken, want die vaardigheden zijn nu nog onderbelicht meent Oras.

Daardoor lopen studenten in de laatste fase van hun opleiding, tijdens het afstuderen, vertraging op. Zij lopen dan tegen problemen aan die bij elk onderzoek voorkomen, maar die door een gebrek aan ervaring daarmee niet herkend worden.

Ook dreigt de universiteit door de prestatiebeurs een ‘onderwijsfabriek’ te worden, waardoor het verschil tussen een academische en een hoger-beroepsinstelling vervaagt. Dat vreest althans de Oras-fractie in de studentenraad.

,,Onderzoek doen moet voor jongerejaars verplicht in het curriculum komen”, meent L. van den Bosch van Oras. Met dit voorstel wil de fractie de discussie over de plaats van onderzoek in het onderwijs aanzwengelen.

Bij de studie werktuigbouwkunde op de faculteit Ontwerp, Constructie en Productie is dit jaar voor het eerst een onderzoeksopdracht in het programma opgenomen. Half mei start een zevenweekse cursus voor derdejaars studenten. Binnen die tijd moeten zij een opdracht afwerken.

,,Net alsof je bij een ingenieursbureau werkt”, zegt dr.ir. W.L.T. Thijs, die als projectleider thematisch onderwijs werktuigbouwkunde is aangesteld. De cursus is gesplitst in een theoretisch en een praktisch deel.

Het geheel wordt dit jaar afgesloten met een congres, waarop de resultaten worden gepresenteerd. Ook die presentatie telt mee voor het eindcijfer. De module levert zes studiepunten op.

Voordat een student aan deze cursus mag meedoen, moet hij eerst alle eerderejaars vakken hebben afgerond. Het komt nu nog geregeld voor dat afstudeerkandidaten nog vakken moeten inhalen, alvorens de bul te krijgen.

Dat levert volgens Thijs ook voordeel op als het bachelor en master of science systeem is ingevoerd. Na de driejarige opleiding voor de bachelor-titel kan de student doorgaan op een andere universiteit of de instelling met een afgeronde opleiding verlaten.

,,Het is voor het eerst dat de student wordt afgerekend op de factor tijd”, meent Thijs. Even een vakje overdoen, is er niet meer bij.