Campus

Stress

Ik zit tegenwoordig op anti-rsi yoga… Ja, dat bestaat. Ik heb blijkbaar stress, vooral als ik achter de computer zit. En ik ben niet de enige. Mijn yogaklasje zit iedere week vol en er is zelfs een tweede groep opgericht, vanwege de stijgende vraag.

En alle deelnemers zijn studenten. Mensen van mijn leeftijd die de druk van het dagelijkse leven niet meer aankunnen. En dit uit zich in allerlei lichamelijke kwaaltjes en pijntjes die een gelukkig leven in de weg zitten.

Maar het blijft niet bij dit yogaklasje. Om mij heen vallen ze bij bosjes. Het lijkt wel of iedereen voortdurend moe, ziek, zwak of misselijk is. We komen nauwelijks nog aan studeren toe, laat staan aan onze innerlijke rust. Met als gevolg dat eenieders Yin chronisch uit zijn Yang is. Het is ook niet niks. Als jong volwassene proberen we ons allemaal zo goed mogelijk voor te bereiden op het hiernamaals, ons leven als burger. Maar de toelatingseisen zijn hoog, steeds hoger, lijkt het. De maatschappij bepaalt de standaard en deze wordt stukje bij beetje opgeschroefd. Een ingenieurstitel alleen is allang niet meer genoeg. Dat realiseert iedere hansworst zich inmiddels. Zonder een bruisend sociaal leven kom je ook nergens. Bovendien is het nu de tijd om te netwerken. De kansen en contacten liggen voor het oprapen. En dus staan we avond na avond te borrelen en socialisen. Met huisgenoten, jaargenoten, studiegenoten, clubgenoten, dispuutgenoten, commissiegenoten. De vraag is of er zoveel wordt genoten. Want we moeten er ook nog goed uitzien, gezonder eten en meer bewegen. Niet roken. Een topcarrière ambiëren en daar volledig voor gaan. Een goede moeder, vader, echtgenoot, zoon, dochter, vriend, vriendin worden. Een monogame relatie en een geweldig seksleven hebben. Lekker kunnen koken, algemeen ontwikkeld zijn, creatief, belezen, cultureel, intellectueel, ingeburgerd, maar niet burgerlijk, een mening hebben, maar niet over anderen, interesses, passies, dromen.

Terwijl ik hier allemaal aan denk, schiet ik weer volledig in de stress. ‘Maak je hoofd helemaal leeg, denk nergens aan’. Onmogelijk. Ik probeer mijn linkerteen in mijn rechteroor te stoppen in een wanhopige poging van mijn rsi af te komen. ‘Blijven ademen, voel die energie stromen’. Zucht, hoe lang nog. En ik ben nog niet eens begonnen. Ik verlang naar een baan, van negen tot vijf. Maar eerst een jaartje op sabbatical. Welcome to the pre-lifecrisis.

Anna Noyons

Ik zit tegenwoordig op anti-rsi yoga… Ja, dat bestaat. Ik heb blijkbaar stress, vooral als ik achter de computer zit. En ik ben niet de enige. Mijn yogaklasje zit iedere week vol en er is zelfs een tweede groep opgericht, vanwege de stijgende vraag. En alle deelnemers zijn studenten. Mensen van mijn leeftijd die de druk van het dagelijkse leven niet meer aankunnen. En dit uit zich in allerlei lichamelijke kwaaltjes en pijntjes die een gelukkig leven in de weg zitten.

Maar het blijft niet bij dit yogaklasje. Om mij heen vallen ze bij bosjes. Het lijkt wel of iedereen voortdurend moe, ziek, zwak of misselijk is. We komen nauwelijks nog aan studeren toe, laat staan aan onze innerlijke rust. Met als gevolg dat eenieders Yin chronisch uit zijn Yang is. Het is ook niet niks. Als jong volwassene proberen we ons allemaal zo goed mogelijk voor te bereiden op het hiernamaals, ons leven als burger. Maar de toelatingseisen zijn hoog, steeds hoger, lijkt het. De maatschappij bepaalt de standaard en deze wordt stukje bij beetje opgeschroefd. Een ingenieurstitel alleen is allang niet meer genoeg. Dat realiseert iedere hansworst zich inmiddels. Zonder een bruisend sociaal leven kom je ook nergens. Bovendien is het nu de tijd om te netwerken. De kansen en contacten liggen voor het oprapen. En dus staan we avond na avond te borrelen en socialisen. Met huisgenoten, jaargenoten, studiegenoten, clubgenoten, dispuutgenoten, commissiegenoten. De vraag is of er zoveel wordt genoten. Want we moeten er ook nog goed uitzien, gezonder eten en meer bewegen. Niet roken. Een topcarrière ambiëren en daar volledig voor gaan. Een goede moeder, vader, echtgenoot, zoon, dochter, vriend, vriendin worden. Een monogame relatie en een geweldig seksleven hebben. Lekker kunnen koken, algemeen ontwikkeld zijn, creatief, belezen, cultureel, intellectueel, ingeburgerd, maar niet burgerlijk, een mening hebben, maar niet over anderen, interesses, passies, dromen.

Terwijl ik hier allemaal aan denk, schiet ik weer volledig in de stress. ‘Maak je hoofd helemaal leeg, denk nergens aan’. Onmogelijk. Ik probeer mijn linkerteen in mijn rechteroor te stoppen in een wanhopige poging van mijn rsi af te komen. ‘Blijven ademen, voel die energie stromen’. Zucht, hoe lang nog. En ik ben nog niet eens begonnen. Ik verlang naar een baan, van negen tot vijf. Maar eerst een jaartje op sabbatical. Welcome to the pre-lifecrisis.

Anna Noyons

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.