Opinie

Stofzuiger beëindigt mattenklopperconcert

Frederik Kreuger, emeritushoogleraar elektrotechniek aan de TU, schreef een ode aan zijn familie en aan de opmerkelijke opkomst van de techniek aan het einde van de negentiende eeuw.

Er bestond nog geen stofzuiger of zelfs maar een vuilnisbak. Vulpennen, bh’s, aspirines en ritssluitingen waren nog in geen velden of wegen te bekennen. Hoe was het om te leven in 1880? Die vraag proberen te beantwoorden, bestaat er vooral uit om zoveel mogelijk voor ons alledaagse voorwerpen weg te denken. Geen pakjessoep, paperclip of thermosfles. Geen modern toilet. Je behoefte deed je maar in de gracht. Amsterdam zou pas in 1910 een riool krijgen.

Hoe anders het leven was tussen 1880 en 1914 en hoeveel er in die 34 jaar veranderde, maakt Frederik Kreuger duidelijk in ‘De Tweede Gouden Eeuw’. Over de grote veranderingen in de late negentiende eeuw zijn al honderden boeken verschenen. Die leggen vooral de nadruk op de opkomst van de spoorwegen en grote fabrieken. De emeritushoogleraar elektrotechniek houdt het vooral bij kleinere onderwerpen en dicht bij huis. Hij schreef een geschiedenis van zijn voorvaderen, waarbij vooral zijn opa Hendrik Zwier opvalt. Hij runde de tabaksfabriek ‘Het Wapen van Spanje’ aan de Weteringstraat in Amsterdam.

Hendrik kreeg al jong het familiebedrijf in handen, vanwege een alcoholverslaving van de vorige eigenaar, zijn oom Jantje Pietje. ‘Op den duur leefde hij alleen nog maar op jenever, spek en spekvet, een dieet zo afschrikwekkend dat het meer dan een eeuw later nog in de familie bekend is’, schrijft Kreuger.

Hendrik ontpopt zich in het boek als een echte gadgetverzamelaar. Had hij nu geleefd, dan bezat hij ongetwijfeld de nieuwste iPod en snelste auto. Zo kocht Hendrik onder meer in de jaren twintig een motorfiets met achterdek, waarmee hij uitstapjes maakte naar het Gooi. Later schafte hij ook nog een Chevrolet G-11943 aan. Hendrik was niet weg te slaan bij een experiment in 1893: het oplaten van een grote heteluchtballon. De ballon scheurde en dat werd één van de favoriete verhalen van Hendrik. Maar hij had intussen óók gezien dat de wet van Archimedes werkte.

Kreuger neemt de lezer aan de hand mee door het leven van Hendrik. De tabaksboer wordt steeds welvarender en komt dus steeds meer in aanraking met de nieuwste techniek. Dat heeft Kreuger slim gedaan. Als Hendrik bijvoorbeeld een elektrische lamp koopt, legt de auteur de uitvinding van elektriciteit uit. Bij een foto van de Zwiers, legt Kreuger de ontwikkeling van de fotografie uit. De uitleg van de techniek is kundig en interessant, maar voor de echte techniekliefhebber wel wat mager. Verwacht geen vernieuwende historische of technische inzichten in dit boek. Maar dat was vast ook niet de opzet.

De Tweede Gouden Eeuw heeft veel weg van een ‘grootvader vertelt’-verhaal. ‘Grootvader’ Kreuger legt uit hoe anders de wereld er niet uitzag en hoe hard mensen moesten werken. ‘In onze eigen tijd halen we nogal eens de schouders op over onze techniek (of erger, we staan er vijandig tegenover) en waarderen die periode van opgang niet. Maar we kunnen niet anders dan bewondering opbrengen voor het tijdperk waarin Hendrik en Grootje leefden, en er zelfs een gouden tijdperk in zien’, schrijft Kreuger nostalgisch. Dat het boek daardoor een ‘grootvader vertelt’-verhaal wordt, is niet erg. Want als grootvader vertelt zoals Kreuger, vol met opmerkelijke details en goede anekdotes, is het verhaal fascinerend. Zoals zijn anekdote over het ‘mattenklopperconcert’. ‘Mattenkloppen op straat was in Amsterdam alleen toegestaan op donderdagen tussen acht en tien uur ’s morgens. In die uren brak een oorverdovend concert uit van mattenkloppende huisvrouwen. Kloppen buiten de voorgeschreven uren werd zonder pardon bestraft.’

Met de komst van de stofzuiger zou dit ritueel helaas al snel tot het verleden behoren. Zoals zoveel van de uitvindingen in die 34 jaar het leven ingrijpend veranderden. Hoe die veranderingen hun intrede deden in het dagelijkse leven van een Amsterdamse familie maakt Kreuger in dit boek beeldend duidelijk.

Frederik Kreuger, ‘De Tweede Gouden Eeuw’, Veen Magazines, 168p., 19,95 euro

Er bestond nog geen stofzuiger of zelfs maar een vuilnisbak. Vulpennen, bh’s, aspirines en ritssluitingen waren nog in geen velden of wegen te bekennen. Hoe was het om te leven in 1880? Die vraag proberen te beantwoorden, bestaat er vooral uit om zoveel mogelijk voor ons alledaagse voorwerpen weg te denken. Geen pakjessoep, paperclip of thermosfles. Geen modern toilet. Je behoefte deed je maar in de gracht. Amsterdam zou pas in 1910 een riool krijgen.

Hoe anders het leven was tussen 1880 en 1914 en hoeveel er in die 34 jaar veranderde, maakt Frederik Kreuger duidelijk in ‘De Tweede Gouden Eeuw’. Over de grote veranderingen in de late negentiende eeuw zijn al honderden boeken verschenen. Die leggen vooral de nadruk op de opkomst van de spoorwegen en grote fabrieken. De emeritushoogleraar elektrotechniek houdt het vooral bij kleinere onderwerpen en dicht bij huis. Hij schreef een geschiedenis van zijn voorvaderen, waarbij vooral zijn opa Hendrik Zwier opvalt. Hij runde de tabaksfabriek ‘Het Wapen van Spanje’ aan de Weteringstraat in Amsterdam.

Hendrik kreeg al jong het familiebedrijf in handen, vanwege een alcoholverslaving van de vorige eigenaar, zijn oom Jantje Pietje. ‘Op den duur leefde hij alleen nog maar op jenever, spek en spekvet, een dieet zo afschrikwekkend dat het meer dan een eeuw later nog in de familie bekend is’, schrijft Kreuger.

Hendrik ontpopt zich in het boek als een echte gadgetverzamelaar. Had hij nu geleefd, dan bezat hij ongetwijfeld de nieuwste iPod en snelste auto. Zo kocht Hendrik onder meer in de jaren twintig een motorfiets met achterdek, waarmee hij uitstapjes maakte naar het Gooi. Later schafte hij ook nog een Chevrolet G-11943 aan. Hendrik was niet weg te slaan bij een experiment in 1893: het oplaten van een grote heteluchtballon. De ballon scheurde en dat werd één van de favoriete verhalen van Hendrik. Maar hij had intussen óók gezien dat de wet van Archimedes werkte.

Kreuger neemt de lezer aan de hand mee door het leven van Hendrik. De tabaksboer wordt steeds welvarender en komt dus steeds meer in aanraking met de nieuwste techniek. Dat heeft Kreuger slim gedaan. Als Hendrik bijvoorbeeld een elektrische lamp koopt, legt de auteur de uitvinding van elektriciteit uit. Bij een foto van de Zwiers, legt Kreuger de ontwikkeling van de fotografie uit. De uitleg van de techniek is kundig en interessant, maar voor de echte techniekliefhebber wel wat mager. Verwacht geen vernieuwende historische of technische inzichten in dit boek. Maar dat was vast ook niet de opzet.

De Tweede Gouden Eeuw heeft veel weg van een ‘grootvader vertelt’-verhaal. ‘Grootvader’ Kreuger legt uit hoe anders de wereld er niet uitzag en hoe hard mensen moesten werken. ‘In onze eigen tijd halen we nogal eens de schouders op over onze techniek (of erger, we staan er vijandig tegenover) en waarderen die periode van opgang niet. Maar we kunnen niet anders dan bewondering opbrengen voor het tijdperk waarin Hendrik en Grootje leefden, en er zelfs een gouden tijdperk in zien’, schrijft Kreuger nostalgisch. Dat het boek daardoor een ‘grootvader vertelt’-verhaal wordt, is niet erg. Want als grootvader vertelt zoals Kreuger, vol met opmerkelijke details en goede anekdotes, is het verhaal fascinerend. Zoals zijn anekdote over het ‘mattenklopperconcert’. ‘Mattenkloppen op straat was in Amsterdam alleen toegestaan op donderdagen tussen acht en tien uur ’s morgens. In die uren brak een oorverdovend concert uit van mattenkloppende huisvrouwen. Kloppen buiten de voorgeschreven uren werd zonder pardon bestraft.’

Met de komst van de stofzuiger zou dit ritueel helaas al snel tot het verleden behoren. Zoals zoveel van de uitvindingen in die 34 jaar het leven ingrijpend veranderden. Hoe die veranderingen hun intrede deden in het dagelijkse leven van een Amsterdamse familie maakt Kreuger in dit boek beeldend duidelijk.

Frederik Kreuger, ‘De Tweede Gouden Eeuw’, Veen Magazines, 168p., 19,95 euro

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.