Ze zijn allemaal blij met het extraatje, maar vinden eigenlijk dat het beter besteed had kunnen worden. Aan studenten met goede cijfers en weinig geld, bijvoorbeeld. Toch deelt de TU ook dit jaar weer beurzen uit aan voorbeeldige scholieren.
Delen
De TU deelde vorig jaar voor het eerst beurzen uit aan eerstejaars die met hoge cijfers van de middelbare school kwamen. Binnenkort wordt weer met de campagne begonnen om ook voor dit jaar nieuwe beursstudenten te werven. Daarom de vraag: doen sterbeursstudenten het beter?
Terwijl van de ‘gewone’ studenten maar 28 procent zijn propedeuse binnen een jaar haalt, studeren bijna alle sterbeursstudenten tot nu toe nog nominaal. Op een enkeling na, die één vak nog niet gehaald heeft. De TU verwachtte ook niet anders van de ster-studenten. Hoofd marketing en communicatie dr. A. Rima: ,,Ik ga ervan uit dat iedereen die met zulke cijfers naar de TU komt ook zijn P in een jaar kan halen. Daarvoor is ook geld rereserveerd. Zelfs als de studenten nu hadden achtergelegen op schema, zou ik me nog geen zorgen maken.”
Van de vijftig beschikbare sterbeurzen werden er drieëndertig uitgereikt. Tweeëntwintig aan mannelijke en elf aan vrouwelijke kandidaten. De beurzen zijn bestemd voor eerstejaars die voor natuurkunde en wiskunde b minstens een negen hebben op hun eindexamen-lijst hebben, en voor Nederlands en Engels minstens een acht. Ook zijn er ‘gewone’ beurzen voor mensen die net iets minder goed presteerden tijdens het examen. Daarvan waren tweehonderd beschikbaar en zijn er honderdvijfenzeventig uitgereikt.
De studenten krijgen tijdens het eerste jaar vijfduizend gulden, waarvan tweeduizend in oktober en drieduizend in mei. De sterbeursstudenten ontvangen, als ze binnen één jaar hun propedeuse halen nog eens vijfduizend gulden, uit te geven aan studiebenodigdheden. Bovendien is er voor diegenen die daar gebruik van willen maken de garantie op een kamer. Ook het lidmaatschap van een studentenvereniging naar keuze wordt voor de beurs-studenten in het eerste jaar betaald.
Wilbur van Beijnen van de centrale studentenraad zet hier zijn vraagtekens bij: ,,Die anderhalf miljoen kunnen we wel beter besteden. Voor dit jaar konden we de beslissing niet meer terugdraaien omdat de beurzen al stonden aangekondigd in de kranten, maar volgend jaar na de evaluatie zouden wij er het liefst mee willen stoppen. Al beseffen we wel dat dat alleen mogelijk is als alle drie TU’s de beurzen afschaffen.”
Een ander punt van kritiek op de beurs is dat de campagne het afgelopen jaar eigenlijk te laat (in juni) van start is gegaan. Van aanstaand eerstejaars kwamen klachten binnen over het feit dat zij hun examencijfers niet meer konden ophalen. Daardoor zijn er afgelopen jaar 56 beurzen toegewezen aan studenten die niet aan de criteria voldeden. Ook maart, wanneer dit jaar wordt begonnen, lijkt rijkelijk laat. Volgens Rima is dit voornamelijk omdat er zo veel overleg tussen de drie TU’s plaats moet vinden. Bovendien kampten de TU’s vorigjaar nog met een aantal kinderziektes. Rima: ,,Het was niet duidelijk wanneer de kamergarantie uiterlijk aangevraagd moest worden. Daardoor kwam het zelfs voor dat studenten pas in januari besloten dat zij toch liever een TU-kamer wilden.”
Die problemen moeten nu zijn opgelost en voor volgend jaar lijkt december als startpunt van de campagne haalbaar.
De ‘jungle-benadering’
Jeroen Wackers (19) wilde al sinds de vierde klas lucht- en ruimtevaart studeren.
Natuurkunde : 10
Wiskunde B : 10
Nederlands : 9
Engels : 9
Gemiddeld Eindexamen: 9.3
,,Sinds mijn achtste bouw ik al modelvliegtuigen. Op een gegeven moment wilde ik toch wel weten waarom die nou eigenlijk vliegen, dus lucht- en ruimtevaart was voor mij een logische keus. Piloot wilde ik nooit worden. Vliegen is wel leuk, dat heb ik laatst bij mijn vlieg-practicum gemerkt, maar ik zou er niet mijn beroep van willen maken.
Ik vind mijn modelvliegtuigen veel leuker. Van de beurzen hoorde ik via mijn moeder. Dat was geloof ik in juli. Zij zag een artikel in de krant staan. Mijn cijfers waren hoog genoeg, dus toen heb ik maar een beurs aangevraagd.
In mijn motivatie-brief heb ik geschreven dat een ingenieur iemand is die niet alleen verstand heeft van techniek, maar ook van de maatschappij. De maatschappij stelt eisen aan de techniek en de ingenieur moet al die eisen tegen elkaar afwegen.
Ik zit hier in eerste instantie natuurlijk voor lucht- en ruimtevaart, maar Delft sprak mij sowieso wel aan als studiestad. Ik heb het idee dat je hier wat meer aan je lot wordt overgelaten. Ik noem het ‘de jungle-benadering’. Het was hier een zooitje en dat mag ik wel.
Dat wil niet zeggen dat ik niet bij ben met bijvoorbeeld de analyse instructies. Daar krijg je namelijk de gelegenheid vragen te stellen. Ik denk dat het helpt dat ik eigenlijk altijd wel heb gewerkt voor wiskunde. Ik ben eraan gewend de stof bij te houden. Ik heb dan ook al mijn tentamens gehaald.
Tot nu toe heb ik tweeduizend gulden van mijn sterbeurs gehad. Daarvan heb ik een computer gekocht. Ik vind het wel raar dat je het geld in november en in mei krijgt, terwijl je het eigenlijk in augustus nodig hebt om je nieuwe kamer in te richten.
En hoewel ik natuurlijk ontzettend blij ben met de beurs vraag ik me toch af of het niet beter zou zijn het geld te geven aan mensen die het heel hard nodig hebben om te kunnen studeren.”
Meer technisch dan creatief
Laura Kranenburg (18) besloot aan het eind van de zesde klas industrieel ontwerpen te gaan studeren.
Natuurkunde : 9
Wiskunde B : 9
Nederlands : 8
Engels : 8
Gemiddeld Eindexamen: 8.6
,,Ik heb heel lang getwijfeld over mijn studiekeuze, eventueel wilde ik ook wel naar Wageningen. Toen heb ik meegedaan met de meeloopdagen op IO. Dat was heel erg leuk. Daarom heb ik me daar maar ingeschreven.
Wat ik leuk vind aan industrieel ontwerpen is de combinatie van creativiteit en techniek. Je leert iets van heel veel verschillende stukjes. Hoe iets gemaakt moet worden, welk materiaal je moet gebruiken, wanneer iets mooi is en hoe je een ontwerp moet tekenen en presenteren. Ik denk dat ik minder creatief en meer technisch ben, dus ik zou bijvoorbeeld een idee van iemand anders kunnen uitwerken.
Van de kamergarantie heb ik geen gebruik gemaakt. Ik was toch van plan nog een jaartje bij mijn ouders in Rotterdam te blijven wonen. Daar ben ik nog penningmeester van een jongerenvereniging. Dat kost ook veel tijd.
Het geld dat ik tot nu toe heb gekregen staat op een spaarrekening. Mischien ga ik het nog een tijdje tegen een hogere rente wegzetten. Dan kan ik het later gebruiken voor een studiereis of zoiets.
Tot nu toe heb ik al mijn vakken gehaald. Ik ben ook wel van plan mijn P in een jaar te halen, want dan krijg ik nog eens vijfduizend gulden.
Ik vind het wel makkelijk dat ik die sterbeurs heb, maar ik zie het nut er niet helemaal van in. Ik ben misschien iets gemotiveerder mijn P in een jaar te halen, maar wat het nut daarvan voor de TU is? Misschien kunnen ze van het geld dat ze aan die sterbeurzen uitgeven beter iets anders aanschaffen.”
Zo vader zo dochter
Katy Gerstner (18) studeert wat haar vader ook studeerde: scheikunde.
Natuurkunde : 10
Wiskunde B : 9
Nederlands : 8
Engels : 9
Gemiddeld Eindexamen: 8.8
,,Ik wist al heel lang dat ik iets in de bèta-richting wilde doen en dan liever niet iets wat heel theoretisch is. Theorie zonder toepassing is niets. Daarom ben ik naar de TU gekomen.
Van mijn vader had ik gehoord dat er bij het bedrijf waar hij werkt evenveel goede ingenieurs van de TU Delft komen als van MIT. Bovendien heeft Delft ook een goede reputatie in het buitenland.
Scheikunde vond ik al heel lang leuk, maar omdat mijn vader het ook al had gedaan, heb ik ook goed naar andere studies gekeken. Maar uiteindelijk vond ik scheikunde toch het leukst. Processen ontwerpen leek me wel wat. Later wil ik of procesingenieur of milieutechnoloog worden. Iedere ingenieur heeft de plicht te kijken hoe hij iets het minstmilieubelastend kan maken. Bovendien zijn er steeds meer mensen nodig om de wereld weer schoon te maken.
Wat wel grappig is, is dat de helft van mijn vrienden ook een beurs van de TU heeft. Ik vind die beurzen op zich wel een goed idee, maar ze zouden er meer publiciteit voor moeten maken en niet alleen brieven sturen aan de mensen die zich al hebben ingeschreven. De TU wil toch zeker nieuwe mensen trekken met de beurs?
De kamergarantie kwam mij heel goed uit. Ik heb nu een kamer op de Balthasar van der Pol-weg. Zonder die sterbeurs had ik er waarschijnlijk niet gezeten. Behalve de mensen die er door hun TU-beurs zitten is iedereen daar namelijk 23 of ouder.
Ik ben ook lid geworden van een studentenvereniging, de Delftse Studenten Bond. Maar ik heb mijn lidmaatschap niet door de TU vergoed gekregen. Toen je namelijk je bewijs van betaling moest insturen, had ik het van de Bond nog niet gekregen. Ik heb een brief gestuurd aan de TU met de vraag of het ook nog later kon en daar heb ik nooit meer iets van gehoord. Later ben ik het ook wel een beetje vergeten. Ik ben er nooit meer echt achteraan gegaan.
Van het geld dat ik tot nu toe heb gekregen ben ik in de wintervakantie naar Ierland gegaan. Ook heb ik wat extra dingen voor mijn kamer gekocht. Het meeste wat er nu staat heb van familie enzo. Dan is het toch wel leuk om een stofje voor over de bank te kopen. Je kamer een beetje stijlvoller maken.”
Het jongetje met de bouwdoos
Joost Halkes (19) wilde altijd al elektrotechniek studeren.
Natuurkunde : 9
Wiskunde B : 9
Nederlands : 8
Engels : 8
Gemiddeld Eindexamen: 8.6
,,Eigenlijk wilde ik altijd al naar de TU. Ik heb ook zo’n bouwdoos gehad waarmee je allerlei elektrische schakelingen in elkaar kon zetten en een radio kon bouwen. Tot de derde klas was ik er heilig van overtuigd dat ik elektrotechniek wilde studeren. Daarna heb ik toch nog gekeken bij een heleboel andere studies hier in Delft, maar uiteindelijk is het toch weer elektro geworden.
Op de middelbare school haalde ik wel goede cijfers, maar ik deed er nooit wat voor. Hier is dat eigenlijk nog steeds wel zo. Ik doe nu wel iets meer, maar ik werk nog zeker geen 40 uur in de week. Er lopen wel mensen rond waaraan je kunt zien dat ze negen uur per dag met hun neus in de boeken zitten en dat ze dus een sterbeurs hebben, maar daar reken ik mezelf niet toe. Hier op de TU merk ik wel dat ik hogere cijfers haal als ik meer voor een vak doe.
Ik heb in de zomervakantie zeven weken op een camping in Frankrijk gewerkt. Twee dagen voordat ik zou vertrekken, zag ik de advertentie voor de TU-beurzen in de krant staan.
Voor mijn motivatiebrief heb ik toen een heel leuk verhaaltje bedacht. Een soort droomwereld waarin ik mijn levensverhaal heb verteld van mijn modeltreintjes tot de zesde klas. Hetbegon met: Stel u voor dat er een klein jongetje was…. In dat verhaaltje heb ik uitgelegd waarom ik elektro wil gaan doen.
De sterbeurs kwam mij wel goed uit, maar als ze bij bijvoorbeeld economie sterbeurzen hadden gehad, had ik niet daarom voor economie gekozen. Als mensen alleen naar de TU komen omdat ze dan tienduizend gulden krijgen, zullen ze zich hier vast niet erg thuisvoelen.
Inmiddels overweeg ik om misschien over te stappen naar technische bestuurskunde. Dat is breder, meer maatschappijgericht. Ik ben gisteren naar de open dag van TB geweest. Het idee dat ik daar kreeg was dat er drie richtingen zijn, waarvan er twee behoorlijk veel met elektrotechniek te maken hebben. Je krijgt alles alleen wat minder diep. Maar hier krijg ik ook veel vakken die niets met elektro te maken hebben. Ik ga binnenkort nog met de studieadviseur hier praten en ik zal thuis ook nog met hele goede argumenten moeten komen. Maar mijn P wil ik dit jaar in ieder geval halen. Anders loop ik de tweede vijfduizend gulden mis.”
Aannemer in Australië ofzo
Linda Kusters (18) besloot aan het einde van de vierde klas dat ze civiele techniek zou gaan studeren.
Natuurkunde : 9
Wiskunde B : 9
Nederlands : 8
Engels : 8
Gemiddeld Eindexamen: 8.3
,,Ik wilde altijd al iets met techniek doen. Mijn vader heeft civiele techniek op de hts gedaan en als we op vakantie gingen, liet hij altijd bruggen zien. Toen vond ik ze al mooi en dat is altijd zo gebleven.
Bovendien is civiele techniek een brede studie met veel internationale mogelijkheden. Civiele techniek kom je overal tegen. Later wil ik ook het liefst aannemer worden voor grote projecten. Ik wil iets maken wat je echt kunt zien. En dan in het buitenland. Australië of zo. Naar Nederland kun je altijd nog terugkomen.
Ik heb ook wel naar andere studies gekeken. Ik ben bij de ‘Meiden studeren techniek’-dagen in Eindhoven en in Delft geweest. Delft vond ik leuker. Het is hier knusser en kleiner. Je hebt niet het gevoel dat je in een diep gat valt, als je uit huis gaat. Ik ben ook heel goed opgevangen door mijn huisgenoten. Ik had in mei al een kamer in het Krakeelhof, in een huis met zestien man. Door die mensen leer je binnen een paar dagen hoe het er hier aan toe gaat.
Ik ben dit jaar nog geen lid geworden van een studentenvereniging. Ik vond niet dat de Owee een goede indruk geeft. Ik ben nu door het jaar met vrienden meegeweest naar verschillende verenigingen. Volgend jaar wil ik waarschijnlijk samen met een vriendinnetje lid worden bij Jansbrug. Dit jaar wilde ik eerst even relaxed mijn P halen.
Toen ik mijn motivatiebrief had ingestuurd voor de sterbeurs, dacht ik eerst een hele tijd dat ik hem niet had gekregen, want ik hoorde steeds maar niets. Maar opeens belde mijnmoeder om te zeggen dat ik hem toch had. Ik vind het op zich wel een goed idee dat de TU beurzen verstrekt, maar misschien zouden ze die beurzen beter aan mensen kunnen geven die er financieel niet zo goed voorstaan en toch goede cijfers halen.
Op civiel weet ik precies welke studenten een beurs hebben. Op een gegeven moment wilde ik namelijk wel eens weten wie dat waren, dus toen heb ik het gewoon aan iedereen gevraagd.”
De TU deelde vorig jaar voor het eerst beurzen uit aan eerstejaars die met hoge cijfers van de middelbare school kwamen. Binnenkort wordt weer met de campagne begonnen om ook voor dit jaar nieuwe beursstudenten te werven. Daarom de vraag: doen sterbeursstudenten het beter?
Terwijl van de ‘gewone’ studenten maar 28 procent zijn propedeuse binnen een jaar haalt, studeren bijna alle sterbeursstudenten tot nu toe nog nominaal. Op een enkeling na, die één vak nog niet gehaald heeft. De TU verwachtte ook niet anders van de ster-studenten. Hoofd marketing en communicatie dr. A. Rima: ,,Ik ga ervan uit dat iedereen die met zulke cijfers naar de TU komt ook zijn P in een jaar kan halen. Daarvoor is ook geld rereserveerd. Zelfs als de studenten nu hadden achtergelegen op schema, zou ik me nog geen zorgen maken.”
Van de vijftig beschikbare sterbeurzen werden er drieëndertig uitgereikt. Tweeëntwintig aan mannelijke en elf aan vrouwelijke kandidaten. De beurzen zijn bestemd voor eerstejaars die voor natuurkunde en wiskunde b minstens een negen hebben op hun eindexamen-lijst hebben, en voor Nederlands en Engels minstens een acht. Ook zijn er ‘gewone’ beurzen voor mensen die net iets minder goed presteerden tijdens het examen. Daarvan waren tweehonderd beschikbaar en zijn er honderdvijfenzeventig uitgereikt.
De studenten krijgen tijdens het eerste jaar vijfduizend gulden, waarvan tweeduizend in oktober en drieduizend in mei. De sterbeursstudenten ontvangen, als ze binnen één jaar hun propedeuse halen nog eens vijfduizend gulden, uit te geven aan studiebenodigdheden. Bovendien is er voor diegenen die daar gebruik van willen maken de garantie op een kamer. Ook het lidmaatschap van een studentenvereniging naar keuze wordt voor de beurs-studenten in het eerste jaar betaald.
Wilbur van Beijnen van de centrale studentenraad zet hier zijn vraagtekens bij: ,,Die anderhalf miljoen kunnen we wel beter besteden. Voor dit jaar konden we de beslissing niet meer terugdraaien omdat de beurzen al stonden aangekondigd in de kranten, maar volgend jaar na de evaluatie zouden wij er het liefst mee willen stoppen. Al beseffen we wel dat dat alleen mogelijk is als alle drie TU’s de beurzen afschaffen.”
Een ander punt van kritiek op de beurs is dat de campagne het afgelopen jaar eigenlijk te laat (in juni) van start is gegaan. Van aanstaand eerstejaars kwamen klachten binnen over het feit dat zij hun examencijfers niet meer konden ophalen. Daardoor zijn er afgelopen jaar 56 beurzen toegewezen aan studenten die niet aan de criteria voldeden. Ook maart, wanneer dit jaar wordt begonnen, lijkt rijkelijk laat. Volgens Rima is dit voornamelijk omdat er zo veel overleg tussen de drie TU’s plaats moet vinden. Bovendien kampten de TU’s vorigjaar nog met een aantal kinderziektes. Rima: ,,Het was niet duidelijk wanneer de kamergarantie uiterlijk aangevraagd moest worden. Daardoor kwam het zelfs voor dat studenten pas in januari besloten dat zij toch liever een TU-kamer wilden.”
Die problemen moeten nu zijn opgelost en voor volgend jaar lijkt december als startpunt van de campagne haalbaar.
De ‘jungle-benadering’
Jeroen Wackers (19) wilde al sinds de vierde klas lucht- en ruimtevaart studeren.
Natuurkunde : 10
Wiskunde B : 10
Nederlands : 9
Engels : 9
Gemiddeld Eindexamen: 9.3
,,Sinds mijn achtste bouw ik al modelvliegtuigen. Op een gegeven moment wilde ik toch wel weten waarom die nou eigenlijk vliegen, dus lucht- en ruimtevaart was voor mij een logische keus. Piloot wilde ik nooit worden. Vliegen is wel leuk, dat heb ik laatst bij mijn vlieg-practicum gemerkt, maar ik zou er niet mijn beroep van willen maken.
Ik vind mijn modelvliegtuigen veel leuker. Van de beurzen hoorde ik via mijn moeder. Dat was geloof ik in juli. Zij zag een artikel in de krant staan. Mijn cijfers waren hoog genoeg, dus toen heb ik maar een beurs aangevraagd.
In mijn motivatie-brief heb ik geschreven dat een ingenieur iemand is die niet alleen verstand heeft van techniek, maar ook van de maatschappij. De maatschappij stelt eisen aan de techniek en de ingenieur moet al die eisen tegen elkaar afwegen.
Ik zit hier in eerste instantie natuurlijk voor lucht- en ruimtevaart, maar Delft sprak mij sowieso wel aan als studiestad. Ik heb het idee dat je hier wat meer aan je lot wordt overgelaten. Ik noem het ‘de jungle-benadering’. Het was hier een zooitje en dat mag ik wel.
Dat wil niet zeggen dat ik niet bij ben met bijvoorbeeld de analyse instructies. Daar krijg je namelijk de gelegenheid vragen te stellen. Ik denk dat het helpt dat ik eigenlijk altijd wel heb gewerkt voor wiskunde. Ik ben eraan gewend de stof bij te houden. Ik heb dan ook al mijn tentamens gehaald.
Tot nu toe heb ik tweeduizend gulden van mijn sterbeurs gehad. Daarvan heb ik een computer gekocht. Ik vind het wel raar dat je het geld in november en in mei krijgt, terwijl je het eigenlijk in augustus nodig hebt om je nieuwe kamer in te richten.
En hoewel ik natuurlijk ontzettend blij ben met de beurs vraag ik me toch af of het niet beter zou zijn het geld te geven aan mensen die het heel hard nodig hebben om te kunnen studeren.”
Meer technisch dan creatief
Laura Kranenburg (18) besloot aan het eind van de zesde klas industrieel ontwerpen te gaan studeren.
Natuurkunde : 9
Wiskunde B : 9
Nederlands : 8
Engels : 8
Gemiddeld Eindexamen: 8.6
,,Ik heb heel lang getwijfeld over mijn studiekeuze, eventueel wilde ik ook wel naar Wageningen. Toen heb ik meegedaan met de meeloopdagen op IO. Dat was heel erg leuk. Daarom heb ik me daar maar ingeschreven.
Wat ik leuk vind aan industrieel ontwerpen is de combinatie van creativiteit en techniek. Je leert iets van heel veel verschillende stukjes. Hoe iets gemaakt moet worden, welk materiaal je moet gebruiken, wanneer iets mooi is en hoe je een ontwerp moet tekenen en presenteren. Ik denk dat ik minder creatief en meer technisch ben, dus ik zou bijvoorbeeld een idee van iemand anders kunnen uitwerken.
Van de kamergarantie heb ik geen gebruik gemaakt. Ik was toch van plan nog een jaartje bij mijn ouders in Rotterdam te blijven wonen. Daar ben ik nog penningmeester van een jongerenvereniging. Dat kost ook veel tijd.
Het geld dat ik tot nu toe heb gekregen staat op een spaarrekening. Mischien ga ik het nog een tijdje tegen een hogere rente wegzetten. Dan kan ik het later gebruiken voor een studiereis of zoiets.
Tot nu toe heb ik al mijn vakken gehaald. Ik ben ook wel van plan mijn P in een jaar te halen, want dan krijg ik nog eens vijfduizend gulden.
Ik vind het wel makkelijk dat ik die sterbeurs heb, maar ik zie het nut er niet helemaal van in. Ik ben misschien iets gemotiveerder mijn P in een jaar te halen, maar wat het nut daarvan voor de TU is? Misschien kunnen ze van het geld dat ze aan die sterbeurzen uitgeven beter iets anders aanschaffen.”
Zo vader zo dochter
Katy Gerstner (18) studeert wat haar vader ook studeerde: scheikunde.
Natuurkunde : 10
Wiskunde B : 9
Nederlands : 8
Engels : 9
Gemiddeld Eindexamen: 8.8
,,Ik wist al heel lang dat ik iets in de bèta-richting wilde doen en dan liever niet iets wat heel theoretisch is. Theorie zonder toepassing is niets. Daarom ben ik naar de TU gekomen.
Van mijn vader had ik gehoord dat er bij het bedrijf waar hij werkt evenveel goede ingenieurs van de TU Delft komen als van MIT. Bovendien heeft Delft ook een goede reputatie in het buitenland.
Scheikunde vond ik al heel lang leuk, maar omdat mijn vader het ook al had gedaan, heb ik ook goed naar andere studies gekeken. Maar uiteindelijk vond ik scheikunde toch het leukst. Processen ontwerpen leek me wel wat. Later wil ik of procesingenieur of milieutechnoloog worden. Iedere ingenieur heeft de plicht te kijken hoe hij iets het minstmilieubelastend kan maken. Bovendien zijn er steeds meer mensen nodig om de wereld weer schoon te maken.
Wat wel grappig is, is dat de helft van mijn vrienden ook een beurs van de TU heeft. Ik vind die beurzen op zich wel een goed idee, maar ze zouden er meer publiciteit voor moeten maken en niet alleen brieven sturen aan de mensen die zich al hebben ingeschreven. De TU wil toch zeker nieuwe mensen trekken met de beurs?
De kamergarantie kwam mij heel goed uit. Ik heb nu een kamer op de Balthasar van der Pol-weg. Zonder die sterbeurs had ik er waarschijnlijk niet gezeten. Behalve de mensen die er door hun TU-beurs zitten is iedereen daar namelijk 23 of ouder.
Ik ben ook lid geworden van een studentenvereniging, de Delftse Studenten Bond. Maar ik heb mijn lidmaatschap niet door de TU vergoed gekregen. Toen je namelijk je bewijs van betaling moest insturen, had ik het van de Bond nog niet gekregen. Ik heb een brief gestuurd aan de TU met de vraag of het ook nog later kon en daar heb ik nooit meer iets van gehoord. Later ben ik het ook wel een beetje vergeten. Ik ben er nooit meer echt achteraan gegaan.
Van het geld dat ik tot nu toe heb gekregen ben ik in de wintervakantie naar Ierland gegaan. Ook heb ik wat extra dingen voor mijn kamer gekocht. Het meeste wat er nu staat heb van familie enzo. Dan is het toch wel leuk om een stofje voor over de bank te kopen. Je kamer een beetje stijlvoller maken.”
Het jongetje met de bouwdoos
Joost Halkes (19) wilde altijd al elektrotechniek studeren.
Natuurkunde : 9
Wiskunde B : 9
Nederlands : 8
Engels : 8
Gemiddeld Eindexamen: 8.6
,,Eigenlijk wilde ik altijd al naar de TU. Ik heb ook zo’n bouwdoos gehad waarmee je allerlei elektrische schakelingen in elkaar kon zetten en een radio kon bouwen. Tot de derde klas was ik er heilig van overtuigd dat ik elektrotechniek wilde studeren. Daarna heb ik toch nog gekeken bij een heleboel andere studies hier in Delft, maar uiteindelijk is het toch weer elektro geworden.
Op de middelbare school haalde ik wel goede cijfers, maar ik deed er nooit wat voor. Hier is dat eigenlijk nog steeds wel zo. Ik doe nu wel iets meer, maar ik werk nog zeker geen 40 uur in de week. Er lopen wel mensen rond waaraan je kunt zien dat ze negen uur per dag met hun neus in de boeken zitten en dat ze dus een sterbeurs hebben, maar daar reken ik mezelf niet toe. Hier op de TU merk ik wel dat ik hogere cijfers haal als ik meer voor een vak doe.
Ik heb in de zomervakantie zeven weken op een camping in Frankrijk gewerkt. Twee dagen voordat ik zou vertrekken, zag ik de advertentie voor de TU-beurzen in de krant staan.
Voor mijn motivatiebrief heb ik toen een heel leuk verhaaltje bedacht. Een soort droomwereld waarin ik mijn levensverhaal heb verteld van mijn modeltreintjes tot de zesde klas. Hetbegon met: Stel u voor dat er een klein jongetje was…. In dat verhaaltje heb ik uitgelegd waarom ik elektro wil gaan doen.
De sterbeurs kwam mij wel goed uit, maar als ze bij bijvoorbeeld economie sterbeurzen hadden gehad, had ik niet daarom voor economie gekozen. Als mensen alleen naar de TU komen omdat ze dan tienduizend gulden krijgen, zullen ze zich hier vast niet erg thuisvoelen.
Inmiddels overweeg ik om misschien over te stappen naar technische bestuurskunde. Dat is breder, meer maatschappijgericht. Ik ben gisteren naar de open dag van TB geweest. Het idee dat ik daar kreeg was dat er drie richtingen zijn, waarvan er twee behoorlijk veel met elektrotechniek te maken hebben. Je krijgt alles alleen wat minder diep. Maar hier krijg ik ook veel vakken die niets met elektro te maken hebben. Ik ga binnenkort nog met de studieadviseur hier praten en ik zal thuis ook nog met hele goede argumenten moeten komen. Maar mijn P wil ik dit jaar in ieder geval halen. Anders loop ik de tweede vijfduizend gulden mis.”
Aannemer in Australië ofzo
Linda Kusters (18) besloot aan het einde van de vierde klas dat ze civiele techniek zou gaan studeren.
Natuurkunde : 9
Wiskunde B : 9
Nederlands : 8
Engels : 8
Gemiddeld Eindexamen: 8.3
,,Ik wilde altijd al iets met techniek doen. Mijn vader heeft civiele techniek op de hts gedaan en als we op vakantie gingen, liet hij altijd bruggen zien. Toen vond ik ze al mooi en dat is altijd zo gebleven.
Bovendien is civiele techniek een brede studie met veel internationale mogelijkheden. Civiele techniek kom je overal tegen. Later wil ik ook het liefst aannemer worden voor grote projecten. Ik wil iets maken wat je echt kunt zien. En dan in het buitenland. Australië of zo. Naar Nederland kun je altijd nog terugkomen.
Ik heb ook wel naar andere studies gekeken. Ik ben bij de ‘Meiden studeren techniek’-dagen in Eindhoven en in Delft geweest. Delft vond ik leuker. Het is hier knusser en kleiner. Je hebt niet het gevoel dat je in een diep gat valt, als je uit huis gaat. Ik ben ook heel goed opgevangen door mijn huisgenoten. Ik had in mei al een kamer in het Krakeelhof, in een huis met zestien man. Door die mensen leer je binnen een paar dagen hoe het er hier aan toe gaat.
Ik ben dit jaar nog geen lid geworden van een studentenvereniging. Ik vond niet dat de Owee een goede indruk geeft. Ik ben nu door het jaar met vrienden meegeweest naar verschillende verenigingen. Volgend jaar wil ik waarschijnlijk samen met een vriendinnetje lid worden bij Jansbrug. Dit jaar wilde ik eerst even relaxed mijn P halen.
Toen ik mijn motivatiebrief had ingestuurd voor de sterbeurs, dacht ik eerst een hele tijd dat ik hem niet had gekregen, want ik hoorde steeds maar niets. Maar opeens belde mijnmoeder om te zeggen dat ik hem toch had. Ik vind het op zich wel een goed idee dat de TU beurzen verstrekt, maar misschien zouden ze die beurzen beter aan mensen kunnen geven die er financieel niet zo goed voorstaan en toch goede cijfers halen.
Op civiel weet ik precies welke studenten een beurs hebben. Op een gegeven moment wilde ik namelijk wel eens weten wie dat waren, dus toen heb ik het gewoon aan iedereen gevraagd.”
Comments are closed.