​’Steenkolenengels is ook acceptabel’

De studentenraad (sr) adviseerde het college van bestuur onlangs in een brief om bacheloropleidingen pas in het Engels te geven indien de betrokken docenten die taal minstens op C1-niveau beheersen. Dat zou de kwaliteit moeten waarborgen. Volgens de raad blijft een deel van de studenten weg bij ‘moeilijk te volgen Engelstalige colleges’.

Bij een overleg met de sr afgelopen maandag gaf collegelid Anka Mulder toe dat bestaand beleid hierover ‘een beetje is verslapt’. Ooit werd alle docenten gevraagd een taaltoets Engels te doen, zei ze. Wie die niet haalde, mocht geen les geven in een Engelstalige master. Ze wil de diensten Human Resources en Onderwijs & Studentenzaken vragen daar weer extra aandacht aan te besteden.

De sr nam hier geen genoegen mee, bang dat dit niet genoeg is. Uit een enquête van sr-fractie Oras was namelijk gebleken dat een op de drie studenten zich door het Engels van hun docenten ‘belemmerd voelt’ in het volgen van een college. Doordat meer opleidingen op het Engels overgaan, wordt dit probleem volgens de sr alleen maar groter.

Volgens Mulder was er sprake van een ‘generatieding’. “Jullie Engels is beter dan dat van mijn generatie, maar steenkolenengels is ook acceptabel. Je moet daar een beetje relaxed in zijn. Wie doe je er een plezier mee om te zeggen ‘alle docenten moeten een bepaald taalniveau hebben anders mag een opleiding niet in het Engels’? Ik heb liever de touwtjes strak in handen met bestaand beleid.”

De sr wees erop dat decanen momenteel op het taalniveau van docenten moeten letten, maar dat dit niet goed gaat. Mulder zei dat zij het er de afgelopen jaren niet met decanen over had gehad, omdat de aandacht meer was gegaan naar de ‘basiskwalificatie onderwijs’ die docenten moeten hebben. “Nu is de tijd rijp om naar het Engels te kijken. Ik wil daarvoor eerst met decanen praten, in plaats van ineens met kanonnen te komen. Ik ga uit van een positief mensbeeld, ik bestuur niet per decreet.”

Toen de raad zei te willen horen wat decanen hierover zeggen, was de maat vol voor Mulder: “Waarom hebben jullie zo’n wantrouwen in mij?” Dat was na een aanvaring over een eerder punt op de agenda: een bezuiniging op RAS-maanden. “We hebben geen wantrouwen, maar zo goed is het niet gegaan met switchen naar Engels”, zei sr-lid Julia van der Ven. “U moet het minder zien als straf, maar centraal zorgdragen voor de kwaliteit van het onderwijs. Dit is positief bedoeld.”

Toen Mulder zei dat ze de discussie ‘heel vervelend’ vond worden en ‘heel geïrriteerd begon te worden’, bond Van der Ven in. “Ik wilde de discussie alleen maar samenvatten.”