Campus

Spelen met auto’s houdt recycling ‘alive’

TU-colleges saai? Stan en Sander sluipen binnen en doen verslag. Onaangekondigd, onbevangen, ongefundeerd.Milieumensen heb je overal. Op de gekste tijden komen ze bijeen om door de natuur te wandelen of over de laatste ontwikkelingen in de maatschappij te discussiëren.

Ook binnen de TU opereert een bruisende en interfacultaire club van gelijkgestemden, onder de naam Netwerk Duurzame Ontwikkeling. De groep organiseert onder andere lunchlezingen om informatie uit te wisselen.

In het cultureel centrum zijn we getuige van de eerste bijeenkomst van de groep in 2005. Bij binnenkomst treffen we een ontspannen setting en voortreffelijke lunch. Tussen weggeschoven ballettoestellen drinken mannen met brillen en baarden bekertjes karnemelk. Langzaam loopt het zaaltje vol. Slechts een enkeling van de grofweg vijftig aanwezigen verdenken wij ervan student te zijn, verder spotten we vooral Phd’ers en professoren.

Na enkele sandwiches gezond introduceert de organisatrice met het charmante rode rokje prof.dr. Markus A. Reuter van toegepaste aardwetenschappen. Hij zal het hebben over het recyclen van metalen, en wel aan de hand van 1153 auto’s die hij bij wijze van research in België door een shredder heeft gehaald.

Na wat plaatjes van de schroothoop met de bewuste 1153 auto’s doorloopt Reuters met Duitse precisie de productie- en recycleschema’s. Zijn hypercomplexe voorstelling van zaken wordt nog maar eens bevestigd door de vierdubbele integraal die hij tussen de schema’s heeft gepropt. Voor wie er geen genoeg van kan krijgen, staan op elke slide referenties naar wetenschappelijke publicaties van hemzelf en zijn Phd’ers.

Wij zijn op technisch vlak al snel de draad kwijt. Duidelijk wordt wel dat de gedreven prof dagenlang eigenhandig materialen uit het autokerkhof gesorteerd heeft om exact de milieueffecten te kunnen berekenen. Geen globale aannames, geen schattingen. Reuter heeft niks aan ‘ongeveer’. Recycling is wetenschap. “The field is alive.” Hier en daar wordt goedkeurend gemompeld.

Achter ons zit een ondeugende heer met grijze baard strategisch bovenop de lunchtafel. Zijn maag heeft het van zijn wetenschappelijke interesse gewonnen, en krakende happen appel klinken door de zaal. Na een half uur is Reuter uitgepraat en barst de discussie los. Een nanotechnoloog, die al een tijdje ongeduldig op het puntje van zijn stoel wipt, steekt vlug zijn hand op. In zijn presentatie impliceerde Reuter dat nanotechnologen stofjes maken die uiteindelijk in onze longen terechtkomen. Ongenuanceerd, zo meent de verontwaardigde wetenschapper. Maar met speels gemak worden de nanotechnologen opnieuw in hun hemd gezet. Na nog wat vragen krijgt hij uit handen van de organisatrice twee flesjes wijn, die, zo zegt zij, geheel recyclebaar zijn. Als we op het punt staan de zaal te verlaten, komt ze nog even naar ons toe. Snel bedenken we iets om onze aanwezigheid te verklaren, en beloven haar de site van de groep in de gaten te houden. Binnenkort weer een goede lunch.

Stan en Sander

TU-colleges saai? Stan en Sander sluipen binnen en doen verslag. Onaangekondigd, onbevangen, ongefundeerd.

Milieumensen heb je overal. Op de gekste tijden komen ze bijeen om door de natuur te wandelen of over de laatste ontwikkelingen in de maatschappij te discussiëren. Ook binnen de TU opereert een bruisende en interfacultaire club van gelijkgestemden, onder de naam Netwerk Duurzame Ontwikkeling. De groep organiseert onder andere lunchlezingen om informatie uit te wisselen.

In het cultureel centrum zijn we getuige van de eerste bijeenkomst van de groep in 2005. Bij binnenkomst treffen we een ontspannen setting en voortreffelijke lunch. Tussen weggeschoven ballettoestellen drinken mannen met brillen en baarden bekertjes karnemelk. Langzaam loopt het zaaltje vol. Slechts een enkeling van de grofweg vijftig aanwezigen verdenken wij ervan student te zijn, verder spotten we vooral Phd’ers en professoren.

Na enkele sandwiches gezond introduceert de organisatrice met het charmante rode rokje prof.dr. Markus A. Reuter van toegepaste aardwetenschappen. Hij zal het hebben over het recyclen van metalen, en wel aan de hand van 1153 auto’s die hij bij wijze van research in België door een shredder heeft gehaald.

Na wat plaatjes van de schroothoop met de bewuste 1153 auto’s doorloopt Reuters met Duitse precisie de productie- en recycleschema’s. Zijn hypercomplexe voorstelling van zaken wordt nog maar eens bevestigd door de vierdubbele integraal die hij tussen de schema’s heeft gepropt. Voor wie er geen genoeg van kan krijgen, staan op elke slide referenties naar wetenschappelijke publicaties van hemzelf en zijn Phd’ers.

Wij zijn op technisch vlak al snel de draad kwijt. Duidelijk wordt wel dat de gedreven prof dagenlang eigenhandig materialen uit het autokerkhof gesorteerd heeft om exact de milieueffecten te kunnen berekenen. Geen globale aannames, geen schattingen. Reuter heeft niks aan ‘ongeveer’. Recycling is wetenschap. “The field is alive.” Hier en daar wordt goedkeurend gemompeld.

Achter ons zit een ondeugende heer met grijze baard strategisch bovenop de lunchtafel. Zijn maag heeft het van zijn wetenschappelijke interesse gewonnen, en krakende happen appel klinken door de zaal. Na een half uur is Reuter uitgepraat en barst de discussie los. Een nanotechnoloog, die al een tijdje ongeduldig op het puntje van zijn stoel wipt, steekt vlug zijn hand op. In zijn presentatie impliceerde Reuter dat nanotechnologen stofjes maken die uiteindelijk in onze longen terechtkomen. Ongenuanceerd, zo meent de verontwaardigde wetenschapper. Maar met speels gemak worden de nanotechnologen opnieuw in hun hemd gezet. Na nog wat vragen krijgt hij uit handen van de organisatrice twee flesjes wijn, die, zo zegt zij, geheel recyclebaar zijn. Als we op het punt staan de zaal te verlaten, komt ze nog even naar ons toe. Snel bedenken we iets om onze aanwezigheid te verklaren, en beloven haar de site van de groep in de gaten te houden. Binnenkort weer een goede lunch.

Stan en Sander

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.