Softwareprogramma volgt verrichtingen student

/strong>

André van Peppen (sinds januari projectleider Volg+) en Hans de Ruijter (coördinator Volg+ bij TBM) prijzen de werkzaamheden en de inzet van de coördinatoren van Volg+, Ron van Velzen (DTO) en de begeleiders van Roccade Public. Van Peppen: ,,Menigeen stopt in dit hele project veel vrije tijd omdat de werkzaamheden naast het gewone werk plaatsvinden.”

De inspanningen hebben geresulteerd in een geavanceerd softwareprogramma, dat professionele managementinformatie kan verschaffen over de studieresultaten van studenten. Tot nu toe hanteerden de onderwijsadministraties hiervoor diverse programma’s. Hiermee was vergelijking of uitwisseling van gegevens moeilijk.

Omstreeks 1995 werd besloten over te stappen naar één studenteninformatiesysteem voor alle faculteiten. De Ruijter: ,,De keus viel op het Omegapakket Volg+ (DOS) dat al in gebruik is bij hogescholen. Wij hebben het programma aangepast aan de TU-eisen, zoals een Windows-omgeving. Uitgangspunt van het oorspronkelijke pakket waren groepen studenten met een overeenkomstig studiepakket en -traject. Deze standaardversie was voor de TU niet flexibel genoeg, omdat de studietrajecten op een universiteit veel individueler zijn.”

De wensen van de faculteiten werden geïnventariseerd en via Van Velzen voorgelegd aan de ontwikkelaars van Volg+. Van Velzen moest de wensen technisch vertalen, hun concepten uittesten en de resultaten weer voorleggen aan de TU-medewerkers. Van Peppen: ,,Dit hele traject eiste veel werk, omdat er een aantal maal opnieuw begonnen moest worden vanwege tegenvallende resultaten.”

Twee systemen

Deze ontwerpfase is nu bijna achter de rug. De technische implementatie vergt nu alle energie van de onderwijsadministraties. In de praktijk betekent dit dat er tijdelijk twee systemen naast elkaar draaien, BASIS-D en Volg+. Per 1 juni moeten de gegevens van 44.000 studenten ondergebracht zijn in het nieuwe programma. Van Peppen: ,,Vanaf die datum kunnen de medewerkers en studenten de eerste vruchten plukken van ons werk. Volg+ biedt studenten en studieadviseurs een overzicht van een individueel studieprogramma met de behaalde resultaten en de nog openstaande onderwijseenheden. Bovendien sluit Volg+ aan bij TAS (Tentamen Aanmelding Systeem via internet) en Sensor (een programma voor het Course Evaluation System waarmee studenten de colleges kunnen beoordelen). Het management kan via Volg+ overzichten krijgen van de stand van zaken van de diverse studentencohorten. Er kan bijvoorbeeld worden geschat hoeveel studenten hun propedeuse halen en daar kun je een begroting op afstemmen.”

Van Peppen wil niet suggereren dat Volg+ af is op 1 juni. Na de implementatie gaat er vanaf juni hard gewerkt worden aan het vergroten van de evaluatiemogelijkheden en het verbeteren van de performance. ,,Dat valt onder de verdere perfectionering. Met de huidige basisopzet van Volg+ zijn we meer dan tevreden want het is een prachtig programma.”

.chap Volg+ op dreef

De student die snel een overzicht wil hebben van zijn studietraject kan vanaf 1 juni terecht bij Volg+, een nieuw softwareprogramma dat de verrichtingen van de studenten op de voet volgt.

André van Peppen (sinds januari projectleider Volg+) en Hans de Ruijter (coördinator Volg+ bij TBM) prijzen de werkzaamheden en de inzet van de coördinatoren van Volg+, Ron van Velzen (DTO) en de begeleiders van Roccade Public. Van Peppen: ,,Menigeen stopt in dit hele project veel vrije tijd omdat de werkzaamheden naast het gewone werk plaatsvinden.”

De inspanningen hebben geresulteerd in een geavanceerd softwareprogramma, dat professionele managementinformatie kan verschaffen over de studieresultaten van studenten. Tot nu toe hanteerden de onderwijsadministraties hiervoor diverse programma’s. Hiermee was vergelijking of uitwisseling van gegevens moeilijk.

Omstreeks 1995 werd besloten over te stappen naar één studenteninformatiesysteem voor alle faculteiten. De Ruijter: ,,De keus viel op het Omegapakket Volg+ (DOS) dat al in gebruik is bij hogescholen. Wij hebben het programma aangepast aan de TU-eisen, zoals een Windows-omgeving. Uitgangspunt van het oorspronkelijke pakket waren groepen studenten met een overeenkomstig studiepakket en -traject. Deze standaardversie was voor de TU niet flexibel genoeg, omdat de studietrajecten op een universiteit veel individueler zijn.”

De wensen van de faculteiten werden geïnventariseerd en via Van Velzen voorgelegd aan de ontwikkelaars van Volg+. Van Velzen moest de wensen technisch vertalen, hun concepten uittesten en de resultaten weer voorleggen aan de TU-medewerkers. Van Peppen: ,,Dit hele traject eiste veel werk, omdat er een aantal maal opnieuw begonnen moest worden vanwege tegenvallende resultaten.”

Twee systemen

Deze ontwerpfase is nu bijna achter de rug. De technische implementatie vergt nu alle energie van de onderwijsadministraties. In de praktijk betekent dit dat er tijdelijk twee systemen naast elkaar draaien, BASIS-D en Volg+. Per 1 juni moeten de gegevens van 44.000 studenten ondergebracht zijn in het nieuwe programma. Van Peppen: ,,Vanaf die datum kunnen de medewerkers en studenten de eerste vruchten plukken van ons werk. Volg+ biedt studenten en studieadviseurs een overzicht van een individueel studieprogramma met de behaalde resultaten en de nog openstaande onderwijseenheden. Bovendien sluit Volg+ aan bij TAS (Tentamen Aanmelding Systeem via internet) en Sensor (een programma voor het Course Evaluation System waarmee studenten de colleges kunnen beoordelen). Het management kan via Volg+ overzichten krijgen van de stand van zaken van de diverse studentencohorten. Er kan bijvoorbeeld worden geschat hoeveel studenten hun propedeuse halen en daar kun je een begroting op afstemmen.”

Van Peppen wil niet suggereren dat Volg+ af is op 1 juni. Na de implementatie gaat er vanaf juni hard gewerkt worden aan het vergroten van de evaluatiemogelijkheden en het verbeteren van de performance. ,,Dat valt onder de verdere perfectionering. Met de huidige basisopzet van Volg+ zijn we meer dan tevreden want het is een prachtig programma.”