Campus

So you think you can startup?

Wil je ondernemen? Dan hebben de TU en
het MIT wat moois voor je: de ondernemerschaps-competitie Startup. Met alleen ondernemerszin red je het echter niet. Drie succesvolle Delftse alumni vertellen wat je in huis moet hebben om de wereld te veroveren.

‘Je moet bereid zijn alles op te geven’
‘Je moet bereid zijn alles op te geven’

‘Je moet bereid zijn alles op te geven’

Zijn TedX-Delft-filmpje is inmiddels 1,7 miljoen keer bekeken. Afgelopen zomer had hij een meeting met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry om over de vervuiling van de oceanen te praten, en de eerste paar miljoen euro voor zijn project The Ocean Cleanup heeft hij al binnen via crowdfunding. Het gaat Boyan Slat voor de wind. De twintigjarige wereldverbeteraar wil al het drijvende plastic afval uit de oceanen vissen met drijfarmen van honderd kilometer lang. De zeestromen moeten het vuil bijeen drijven tegen die drijvende constructies aan. Vervolgens wordt het om de anderhalve maand door boten opgehaald.

Het plan is hoog gegrepen. Misschien spreekt het daarom wel zoveel mensen aan. Actualiteitenprogramma’s, talkshows, kranten en tijdschriften; van over de hele wereld staan ze in de rij om Slat te interviewen en hem als een soort Messias van de oceanen te mogen ontvangen.

Slat houdt kantoor in de Dreamhall bij de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Hier bevindt zich ook zijn opslagruimte. Midden in de ruimte staat een soort sleepnet in de vorm van een kruis. Met dat gevaarte en een boot bemonsterde Slat de oceaan om uit te zoeken hoe diep het plastic zit. “De Jesus trawl, noemen we dat ding ook wel”, lacht hij.

Wat maakt jou zo succesvol?
Niet zozeer mijn ondernemerskwaliteiten. Ik dank mijn succes vooral aan mijn manier van enthousiasmeren. Ik heb een droom, een visie. En die probeer ik te verwezenlijken. Daarvoor moet ik een team managen van zo’n honderd man. Maar communiceren en onderzoek doen vind ik leuker.”

Je weet je boodschap goed over te brengen.
“Eigenlijk kan niemand tegen het project zijn. Er drijven vijf triljard stukjes plastic in zee. Dat probleem kan opgelost worden. De media vinden dat een mooi verhaal: ‘Twintigjarige heeft oplossing voor een groot probleem’. De verzoeken voor interviews blijven komen.”

Wat moet je doen als ondernemer?
“Je moet op slechts één paard wedden. Alleen dan kun je een paard laten winnen. En je moet bereid zijn alles op te geven. Ik heb mijn studie en mijn sociale leven op pauze gezet en maak weken van honderd uur.”

En wat moet je vooral laten?
“Je moet niet ondernemen om veel geld te verdienen. Dan ga je het niet redden. En je moet niet bang zijn voor beren op de weg. Vooral aan het begin van het project had ik tegenslagen. Je komt veel critici tegen die niet willen dat je slaagt, die zeggen dat het technisch onhaalbaar is. Uit ons onderzoek bleek dat het lastig was om een lange drijvende barrière te maken die sterk genoeg zou zijn en waar de golven niet overheen zouden slaan. We hebben een nieuw soort barrière ontworpen met een extra kabel die onder water loopt. De insteek van criticasters is nu dat het beter is om de aanvoer van plastic naar zee te voorkomen. Beter voorkomen dan genezen. Mijn visie is dat beide aanpakken elkaar versterken.” 

‘Pr hoeft niet duur te zijn’
‘Pr hoeft niet duur te zijn’

‘Pr hoeft niet duur te zijn’

Als jouw vinding het schopt tot een nieuw officieel woord, dan doe je iets goed. Het overkwam de Delftse ondernemers achter de stormparaplu Senz umbrella. In 2005 ontwierp Gerwin Hoogendoorn voor zijn afstuderen bij Industrieel Ontwerpen een paraplu met een ovale vorm die stormen moest kunnen doorstaan. Het werd een doorslaand succes.

Vanaf het begin af aan doken de media er bovenop. TU-alumnus en marketing-strateeg Philip Hess, die vanaf het eerste uur bij het bedrijf betrokken is, kan het belang daarvan niet voldoende onderstrepen. “Je moet telkens opnieuw bedenken hoe je relevant wordt voor de media. Bij onze marktintroductie sloeg ons verhaal erg aan. Iedereen kent de paraplu. Hij bestaat al 3400 jaar, is in die tijd nooit veranderd en gaat de hele tijd stuk. Drie grappige studentjes hebben de oplossing. Dat was ons verhaal. En dat zal altijd aan ons blijven plakken.”

Wat is jouw belangrijkste tip aan startende ondernemers?
“Storytellen, daar geloof ik in. Je moet een verhaal hebben dat blijft plakken, dat mensen makkelijk onthouden. Je boodschap moet daarvoor aan zes criteria voldoen. Het moet simpel zijn, onverwacht, geloofwaardig, concreet, het moet emoties losmaken en het moet in een verhaalvorm gegoten zijn. Voldoet je boodschap hier aan, dan kan het viraal gaan.”

Op internet circuleren veel video’s van de stormparaplu. Geven jullie veel geld uit aan pr?
“Pr hoeft niet duur te zijn. We zijn gaan skydiven met de paraplu om te laten zien dat hij daar tegen kan. Althans, drie jongens met veel ervaring hebben dat voor ons gedaan. Dat wilden ze gratis doen. We hoefden alleen de kosten van hun sprong te betalen. In de Verenigde Staten kwam een marketingbureau met hetzelfde idee en begrootte dat op 25 duizend euro. Wij hebben het voor één procent van die kosten gedaan.”

Wat moet je vooral niet doen als startende ondernemer?
“Doe je niet anders voor dan je bent. Zorg dat je authentiek overkomt.”

‘Je moet veel falen om te kunnen pieken’
‘Je moet veel falen om te kunnen pieken’

‘Je moet veel falen om te kunnen pieken’

In slechts één jaar tijd wisten TU-alumni Michel Boerrigter en Arnoud Rozendaal hun idee te verwezenlijken. Ze ontwierpen samen met schoenenontwerper Jan Jansen hippe slippers met zolen van oude autobanden en lieten deze maken in een fabriek in Zuid-Afrika door zeventig ongeschoolde inwoners uit sloppenwijken. In 2009 kwamen deze Plakkies – slippers in het Zuid-Afrikaans – in de Bijenkorf en nog enkele andere Nederlandse warenhuizen te liggen. Tijdens de marktintroductie op 13 mei 2009 kregen de jonge ondernemers toenmalig minister van ontwikkelingssamenwerking Bert Koenders zover om met de slippers over een catwalk te lopen tijdens de opening van de fabriek in Durban. Datzelfde jaar verkochten ze zesentwintigduizend slippers voor 39,95 euro per paar.

In één jaar tijd van helemaal niets naar marktintroductie. Hoe is dat mogelijk?
Michel Boerrigter: “In september 2008 spraken we met een schoenfabrikant. Hij vond het een gaaf project en wilde ons helpen. Wat is jullie time line vroeg hij. We vertelden dat we in het voorjaar de slippers op de markt wilden brengen. ‘In het voorjaar van 2010? Dat gaat krap worden’, antwoordde hij. Maar wij doelden op voorjaar 2009.

Ik denk dat we heel erg naïef waren en dat dat ons gek genoeg heeft geholpen. We zijn op heel creatieve wijze de grenzen gaan opzoeken. We bleven maar doorgaan. Je moet uitstralen dat je alsmaar door zult blijven gaan. Die schoenfabrikant heeft ons toen toch verder geholpen. De eerste prototypes hebben we gemaakt in 2,5 maand tijd, terwijl dit normaal twee jaar duurt.”

Hoe kregen jullie het voor elkaar dat minister Koenders jullie slippers aantrok op de catwalk?
“Dingen vallen soms gewoon op hun plaats. Koenders was samen met toenmalig staatssecretaris Frank Heemskerk (economische zaken) op werkbezoek in Zuid-Afrika. Ze stonden in De Telegraaf met zijn tweeën op Plakkies in hun pak. De marktintroductie was een groot succes. Voorafgaand had ik slapeloze nachten. Tien dagen voor de lancering stonden de slippers nog vast bij de douane. Dan knijp je hem heel hard. Tijdens dit project gingen we continu van hoogtepunt naar dieptepunt. Het vraagt veel van je. Ondernemen is niet altijd gezond.”

Je bent inmiddels een ervaren ondernemer. Na het Plakkiesavontuur ben je je eigen bedrijf begonnen, Calender42, dat software en apps ontwikkelt om agenda’s op elkaar af te stemmen. Wat zijn jouw tips?
“Je moet veel falen om te kunnen pieken. Dat is de essentie van ondernemerschap. De meeste aannames die je doet zijn verkeerd. Ik geef wel eens workshops aan startende ondernemers en dan raad ik altijd de Starbuckstest aan. Je gaat naar een café en biedt achtereenvolgens vijf willekeurige personen een kop koffie aan. In ruil vraag je ze om even naar je verhaal te luisteren. Je vertelt dat je zwager een ondernemersplan heeft dat gedoemd is te mislukken. Hij zal failliet gaan en zal zijn huis moeten verkopen. Je vertelt het idee, in werkelijkheid jouw eigen businessplan, en zegt dat je op zoek bent naar extra argumenten om je zwager om te praten. Deze test kost je slechts vijfentwintig euro en geeft veel inzicht in de juistheid van je aannames.

Nog een andere tip: als je een idee hebt, hou dit dan niet geheim. Praat erover met anderen zodat het kan evolueren. Als je idee gestolen wordt, en de ander blijkt in staat om het beter uit te voeren dan jij, dan is het misschien goed dat je daar in een vroeg stadium achter komt. Eigenlijk geloof ik niet zo in het stelen van ideeën. Een goed idee moet je verkopen, maar zelfs als het gebeurt dan is de uitvoering datgene wat het verschil maakt en niet het idee.”

Meedoen?

Wil je kans maken om de maanden juni, juli en augustus door te brengen bij het prestigieuze MIT in de Verenigde Staten, meld je dan aan bij het programma Startup, een ondernemerschapscompetitie voor Delftse masterstudenten en promovendi. De prijs is een volledig gefinancierde Summer School aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) gericht op ondernemen. Je krijgt daar de kans om je ideeën te pitchen aan grote Amerikaanse investeerders. Meer informatie? Mail naar startup@tudelft.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.