Campus

Sneak Review

TU-colleges saai? Stan en Sander sluipen binnen en doen verslag. Onaangekondigd, onbevangen, ongefundeerd. De portiers van EWI zien er verveeld uit. Ook in hun nieuwe hok loopt de week veel te traag ten einde.

Blij met de afleiding haalt één van hen het zalenrooster voor ons tevoorschijn, om een college uit te kiezen. Maar alle vakken klinken even saai. Dan schiet de man iets te binnen. Hij tikt enkele cijfercodes in op een bedieningspaneel, en één voor één verschijnen de vollopende collegezalen op zijn surveillancetelevisietje. Aanvankelijk stemt de aanblik van rommelende studenten ons alleen maar treuriger, totdat we in zaal E een prof in Dikkie Dik-setting zijn studenten zien toespreken. Bingo.

Prof.dr.ir. Dietz zit op een stoel vooraan in de zaal, en heeft een rode multomap op schoot. Hij kijkt er alleen in als hij een bladzijde omslaat. Met armen en benen over elkaar geslagen bespreekt hij de huiswerkopgaven van vorige week. Geduldig vraagt hij zijn studenten hoe ze een woonplaats zouden modelleren, of een telefoonnummer. Wat voor ons triviale kwesties lijken, blijkt in een gezelschap van informaticastudenten voer voor levendige discussies. Studenten onthullen hun grootste programmeergeheimen, en Dietz plaatst deze moeiteloos in de context van de grote programmeertraditie. “Echt academisch gepraat”, aldus Dietz. Het staat stijf van het jargon, en ergens tussen de objectgeoriënteerde programmeertalen en de uitwisselbaarheid van entiteiten met attributen raken wij de draad volledig kwijt. Wat zou je ook verwachten van een college Advanced Design of Information Systems?

Wanneer Dietz na de pauze zijn multomap verruilt voor een glimmende Apple en zichzelf ononderbroken aan het woord laat, ontpopt hij zich als een ware talendeskundige. Met treffende voorbeelden schetst Dietz de wereld van syntax en propositie: “het_paard_houdt_van_Mars.” Maar Nederlands en Engels zijn voor de echte programmeerder hobbymateriaal. “Natuurlijke talen zijn heel prettig, maar niet als je precies wilt zijn. Daarvoor hebben we formele talen nodig.” Dietz kent ze allemaal, inclusief bedenker, jaartal en de introducerende publicatie in de vakpers. In zijn handen wrijvend: “Die zou je echt eens moeten lezen.”

Programmeren is eigenlijk heel simpel, zolang je logisch nadenkt. Dietz legt uit. “Als ik zou vragen, programmeer een spoorboekje, dan zou je nog behoorlijk zweten.” Maar een uitvoerige toelichting laat zien dat er slechts enkele eenvoudige regels zijn, waarmee elke trein op tijd rijdt. Ook het lesrooster van een middelbare school is in wezen terug te brengen tot vier basisvoorwaarden.

Langzaamaan verandert alles om ons heen in diagrammen, structuren en uniciteitregels. Overal zien Dietz en zijn mannen uitdagingen om in een computer te stoppen. De ware kluif voor de programmeurs is het blootleggen van de logica achter onze wereld. Het uitprogrammeren is, als we Dietz goed hebben begrepen, een peulenschil. Dan slaat Dietz zijn Apple dicht en sluit de ochtend af. Dag Dikkie Dik, tot de volgende keer!

Stan en Sander

(Foto: Stan en Sander)

De portiers van EWI zien er verveeld uit. Ook in hun nieuwe hok loopt de week veel te traag ten einde. Blij met de afleiding haalt één van hen het zalenrooster voor ons tevoorschijn, om een college uit te kiezen. Maar alle vakken klinken even saai. Dan schiet de man iets te binnen. Hij tikt enkele cijfercodes in op een bedieningspaneel, en één voor één verschijnen de vollopende collegezalen op zijn surveillancetelevisietje. Aanvankelijk stemt de aanblik van rommelende studenten ons alleen maar treuriger, totdat we in zaal E een prof in Dikkie Dik-setting zijn studenten zien toespreken. Bingo.

Prof.dr.ir. Dietz zit op een stoel vooraan in de zaal, en heeft een rode multomap op schoot. Hij kijkt er alleen in als hij een bladzijde omslaat. Met armen en benen over elkaar geslagen bespreekt hij de huiswerkopgaven van vorige week. Geduldig vraagt hij zijn studenten hoe ze een woonplaats zouden modelleren, of een telefoonnummer. Wat voor ons triviale kwesties lijken, blijkt in een gezelschap van informaticastudenten voer voor levendige discussies. Studenten onthullen hun grootste programmeergeheimen, en Dietz plaatst deze moeiteloos in de context van de grote programmeertraditie. “Echt academisch gepraat”, aldus Dietz. Het staat stijf van het jargon, en ergens tussen de objectgeoriënteerde programmeertalen en de uitwisselbaarheid van entiteiten met attributen raken wij de draad volledig kwijt. Wat zou je ook verwachten van een college Advanced Design of Information Systems?

Wanneer Dietz na de pauze zijn multomap verruilt voor een glimmende Apple en zichzelf ononderbroken aan het woord laat, ontpopt hij zich als een ware talendeskundige. Met treffende voorbeelden schetst Dietz de wereld van syntax en propositie: “het_paard_houdt_van_Mars.” Maar Nederlands en Engels zijn voor de echte programmeerder hobbymateriaal. “Natuurlijke talen zijn heel prettig, maar niet als je precies wilt zijn. Daarvoor hebben we formele talen nodig.” Dietz kent ze allemaal, inclusief bedenker, jaartal en de introducerende publicatie in de vakpers. In zijn handen wrijvend: “Die zou je echt eens moeten lezen.”

Programmeren is eigenlijk heel simpel, zolang je logisch nadenkt. Dietz legt uit. “Als ik zou vragen, programmeer een spoorboekje, dan zou je nog behoorlijk zweten.” Maar een uitvoerige toelichting laat zien dat er slechts enkele eenvoudige regels zijn, waarmee elke trein op tijd rijdt. Ook het lesrooster van een middelbare school is in wezen terug te brengen tot vier basisvoorwaarden.

Langzaamaan verandert alles om ons heen in diagrammen, structuren en uniciteitregels. Overal zien Dietz en zijn mannen uitdagingen om in een computer te stoppen. De ware kluif voor de programmeurs is het blootleggen van de logica achter onze wereld. Het uitprogrammeren is, als we Dietz goed hebben begrepen, een peulenschil. Dan slaat Dietz zijn Apple dicht en sluit de ochtend af. Dag Dikkie Dik, tot de volgende keer!

Stan en Sander

(Foto: Stan en Sander)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.