Zeker zestienhonderd ‘nullen’ doen komende week mee aan de ontvangstweek (Owee). Volgens junior Owee-bestuursvoorzitter Pieter Guldemond is lid worden van een vereniging geen absolute must.
Delen
Het programma van de Owee is vol. Wat mogen de nuldejaars van jou zeker niet missen?
“De waterdag op donderdag. Als het mooi weer is, kunnen ze op het strand liggen in de Delftse Hout of waterpoloën, zwemmen of surfen. Toen ik zelf meedeed aan de Owee vond ik dat de leukste dag. Het moet natuurlijk wel mooi weer zijn. Als het regent, is de dag mislukt, daar kan geen alternatieve activiteit meer wat aan doen. Maar we gaan uit van goed weer, de zomer is aangekondigd.”
De donderdag is niet de drukst bezochte dag.
“De trend is inderdaad dat de Owee leegloopt op het einde. Veel mensen gaan al eerder naar huis, omdat vrijdagmiddag al de kennismaking (KMT) bij de studentenverenigingen begint. Het is een zware cyclus: eerst het faculteitsweekend, dan de Owee, dan de KMT en dan beginnen de colleges. Dat gaat ten koste van de waterdag. Ik zou het liefst zien dat de studentenverenigingen hun introducties pas op zaterdag beginnen. Het is jammer dat de Owee nu zo terugloopt op het einde en dat het daardoor onmogelijk is een eindfeest te houden.”
Wat doen jullie om de nuldejaars zo lang mogelijk aan de Owee te laten meedoen?
“Dit jaar hebben we voor het eerst op woensdagmiddag een biercantus georganiseerd. Op de kruising van de Mekelweg en de Balthasar van der Polweg komt een podium waarop een band Hollandse en Delftse meezingers gaat spelen. De deelnemers kunnen aan lange tafels een uur lang gratis bier drinken. Daarvoor worden bussen omgeleid en auto’s zonodig weggesleept.”
De nuldejaars zullen het onderscheid tussen oud en nieuw waarschijnlijk niet kunnen maken, maar welke nieuwe onderdelen van de Owee hebben jullie nog meer bedacht?
“We hebben ons als bestuur afgevraagd waarom de Owee wordt gehouden. Dat is toch om nieuwe studenten te laten kennismaken met de stad en de verenigingen. Er zijn gezelligheids-, sport- en cultuurverenigingen, die net als elk jaar, uitgebreid aan bod zullen komen. Maar we hebben ook gezien dat de politieke verenigingen de afgelopen jaren weinig aandacht hebben gekregen. Dat is raar, omdat er in Delft jongerenafdelingen van allerlei politieke partijen zijn en in de gemeenteraad zelfs een studentenpartij zit die een eigen wethouder heeft. En dan is er ook nog de politiek binnen de TU, met twee partijen die de studenten vertegenwoordigen. Daarom experimenteren we dit jaar op de donderdagochtend met een politiek debat tussen Kamerleden en Delftse politici. Boris Dittrich van D66 heeft al een stelling ingeleverd over terrorisme en vrijheidsbeperkingen.”
Het zal waarschijnlijk niet stormlopen bij een politiek debat op donderdagmorgen.
“Dat verwachten we ook niet, maar natuurlijk hopen we op zo veel mogelijk mensen. Als extra lokkertje serveren we daarom een luxeontbijt. En niet-studenten zijn ook welkom.”
Wat is er nog meer nieuw?
“We hebben de infomarkt uitgebreid met de mogelijkheid twee Delftse instanties te bezoeken, zoals het filmhuis, het Legermuseum, de Oude Kerk of het stadhuis. Dat is bedoeld voor de nuldejaars om het centrum wat beter te leren kennen.”
Jullie hebben zestienhonderd inschrijvingen voor de Owee. Is dat veel?
“Dat is heel goed. Helaas komen er maar honderd deelnemers van hogeschool InHolland.”
Waarom zo weinig?
“Toen we de hogeschoolstudenten gingen nabellen, bleek dat veel van hen niet wisten dat de Owee ook voor hen was bedoeld. Ook wisten ze vaak niet het verschil tussen de Owee en de introductie van de studentenvereniging van InHolland, Terra Fertilis. We hebben ze nog een brief gestuurd, maar te laat, denk ik.”
Het goede nieuws is dat er vijftienhonderd aankomend TU-studenten meedoen.
“Dat is een heel mooi aantal, hetzelfde als vorig jaar. Het percentage deelnemers aan de Owee van de TU is groot: zo’n 85 procent. Dat is, op Wageningen na, ongekend in Nederland. In Groningen doet bijvoorbeeld maar 35 procent mee aan de introductieweek.”
Kun je dat verschil verklaren?
“De informatie over de Owee wordt verstuurd in TU-enveloppen, in Groningen staat de KEI-week los van de universiteit. Bovendien komen veel TU’ers niet uit de omgeving van Delft.”
Is het erg om de Owee te missen?
“Studenten die niet meedoen, maken een valse start. Ze weten veel minder wat er in Delft te doen is. Bovendien is de eerste collegedag gemakkelijker als je al wat gezichten kent.”
Veel mensen zeggen dat je in Delft lid moet zijn van een vereniging, omdat er verder weinig te beleven valt. Is dat waar?
“De mensen die dat zeggen, bedoelen met lid worden vaak het corps of Virgiel. Maar het leuke van Delft is nou juist dat er heel veel keuze is tussen verenigingen. Het is wel verstandig om ergens lid te worden, maar het is onzin om te zeggen dat het moet. Persoonlijk zou ik mensen adviseren het wél te doen, maar een goede vriend van mij is nergens lid van en hij heeft een heel groot sociaal netwerk.”
Hoe herinner je je eigen Owee?
“Die was heel mooi. Ik vond de feesten bij de studentenverenigingen in die grote mooie panden geweldig. Heel anders dan ik gewend was.”
Voelde je je niet onzeker, of bang zelfs?
“Ik vond het faculteitsweekend wel even eng, maar daar leer je al zo veel mensen kennen dat de Owee niet spannend meer is.”
Dit jaar zul je minder opgaan in de menigte. Jullie zien er als Owee-bestuur niet uit als doorsnee studenten.
Het thema van de ontvangstweek is dit jaar Fly Owee. Wij vonden het toepasselijk als de mannen van het bestuur een pilotenpak zouden dragen en de vrouwen een stewardessenoutfit.”
Je doet nu het Owee-bestuur. Vorig jaar was je mentor en het jaar daarvoor was je zelf deelnemer. Wat is het leukst?
“Het bestuur, dan deelnemen en dan mentor zijn. Volgend jaar wil ik misschien wel schrijven voor de Owee-krant, dan blijf ik toch met de Owee bezig.”
Is er veel belangstelling voor het mentorschap?
“Heel veel. We hebben nu driehonderdtwintig mentoren en het is gelukt om voor elk groepje mentoren te krijgen die dezelfde studie doen als de nuldejaars straks.”
Wat is een goede mentor?
“We hebben dit jaar voor het eerst een mentortraining, omdat we merkten dat mentoren de afgelopen jaren niet altijd wisten hoe het programma in elkaar zat en waar ze konden gaan eten. Bovendien hoort een mentor onafhankelijke informatie te geven. Een goede mentor neemt zijn kinderen niet alleen mee naar zijn eigen studentenvereniging.”
De KMT’s, die vroeger ontgroeningen heetten, zijn de afgelopen jaren overspoeld met regels over drankgebruik en uren slaap. Drukken jullie die regels ook de mentoren op het hart?
“Nee. Dat heeft absoluut geen zin. Die taak is niet aan ons. Zelf organiseren wij maar weinig activiteiten waarbij gedronken wordt. Maar we hebben honderd procent vertrouwen in de mentoren. Het grote drinken vindt plaats bij de studentenverenigingen, daar ligt de verantwoordelijkheid. Zij zien er tegenwoordig streng op toe dat nuldejaars tijdens de KMT genoeg slaap krijgen. Maar ze worden natuurlijk wel op de proef gesteld. Daarom zeg ik: stel je grenzen.”
Wat is je tip voor de nuldejaars?
“Praat met zo veel mogelijk mensen, vooral met degenen die daar niet speciaal voor klaarstaan. Zo kun je je goed op de verenigingen oriënteren. En slaap zo weinig mogelijk. Het is zonde om tijdens de Owee te slapen, eigenlijk zou je dat helemaal niet moeten doen. Dat kan op de vrijdag erna wel.”
WIE IS PIETER GULDEMOND?
Pieter Guldemond (20) begint komend studiejaar aan zijn derde jaar technische bestuurskunde. Het afgelopen halfjaar heeft hij geen studieboek aangeraakt, omdat hij samen met zeven andere studenten en twee TU-medewerkers fulltime bezig was de Owee te organiseren. Sponsors zoeken, vergunningen voor evenementen regelen, het schrijven van het voorlichtingsboekje Binas. Het is slechts het topje van de ijsberg aan werkzaamheden die moeten leiden tot een gesmeerd lopende ontvangstweek.
Tegenslagen hebben de organisatoren ook gehad: de fabriek in China die de Owee-poloshirts zou maken, heeft zich vergist in de aantallen. Guldemond: “We hadden tweeduizend gele deelnemerspolo’s en tweehonderd blauwe werkactiepolo’s besteld. Vorige week kregen we tweehonderd gele binnen en tweeduizend blauwe. Nu moeten tegen een veel hogere prijs in Nederland gele polo’s bijgemaakt worden. Gelukkig zijn die kosten niet voor ons.”
(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
Het programma van de Owee is vol. Wat mogen de nuldejaars van jou zeker niet missen?
“De waterdag op donderdag. Als het mooi weer is, kunnen ze op het strand liggen in de Delftse Hout of waterpoloën, zwemmen of surfen. Toen ik zelf meedeed aan de Owee vond ik dat de leukste dag. Het moet natuurlijk wel mooi weer zijn. Als het regent, is de dag mislukt, daar kan geen alternatieve activiteit meer wat aan doen. Maar we gaan uit van goed weer, de zomer is aangekondigd.”
De donderdag is niet de drukst bezochte dag.
“De trend is inderdaad dat de Owee leegloopt op het einde. Veel mensen gaan al eerder naar huis, omdat vrijdagmiddag al de kennismaking (KMT) bij de studentenverenigingen begint. Het is een zware cyclus: eerst het faculteitsweekend, dan de Owee, dan de KMT en dan beginnen de colleges. Dat gaat ten koste van de waterdag. Ik zou het liefst zien dat de studentenverenigingen hun introducties pas op zaterdag beginnen. Het is jammer dat de Owee nu zo terugloopt op het einde en dat het daardoor onmogelijk is een eindfeest te houden.”
Wat doen jullie om de nuldejaars zo lang mogelijk aan de Owee te laten meedoen?
“Dit jaar hebben we voor het eerst op woensdagmiddag een biercantus georganiseerd. Op de kruising van de Mekelweg en de Balthasar van der Polweg komt een podium waarop een band Hollandse en Delftse meezingers gaat spelen. De deelnemers kunnen aan lange tafels een uur lang gratis bier drinken. Daarvoor worden bussen omgeleid en auto’s zonodig weggesleept.”
De nuldejaars zullen het onderscheid tussen oud en nieuw waarschijnlijk niet kunnen maken, maar welke nieuwe onderdelen van de Owee hebben jullie nog meer bedacht?
“We hebben ons als bestuur afgevraagd waarom de Owee wordt gehouden. Dat is toch om nieuwe studenten te laten kennismaken met de stad en de verenigingen. Er zijn gezelligheids-, sport- en cultuurverenigingen, die net als elk jaar, uitgebreid aan bod zullen komen. Maar we hebben ook gezien dat de politieke verenigingen de afgelopen jaren weinig aandacht hebben gekregen. Dat is raar, omdat er in Delft jongerenafdelingen van allerlei politieke partijen zijn en in de gemeenteraad zelfs een studentenpartij zit die een eigen wethouder heeft. En dan is er ook nog de politiek binnen de TU, met twee partijen die de studenten vertegenwoordigen. Daarom experimenteren we dit jaar op de donderdagochtend met een politiek debat tussen Kamerleden en Delftse politici. Boris Dittrich van D66 heeft al een stelling ingeleverd over terrorisme en vrijheidsbeperkingen.”
Het zal waarschijnlijk niet stormlopen bij een politiek debat op donderdagmorgen.
“Dat verwachten we ook niet, maar natuurlijk hopen we op zo veel mogelijk mensen. Als extra lokkertje serveren we daarom een luxeontbijt. En niet-studenten zijn ook welkom.”
Wat is er nog meer nieuw?
“We hebben de infomarkt uitgebreid met de mogelijkheid twee Delftse instanties te bezoeken, zoals het filmhuis, het Legermuseum, de Oude Kerk of het stadhuis. Dat is bedoeld voor de nuldejaars om het centrum wat beter te leren kennen.”
Jullie hebben zestienhonderd inschrijvingen voor de Owee. Is dat veel?
“Dat is heel goed. Helaas komen er maar honderd deelnemers van hogeschool InHolland.”
Waarom zo weinig?
“Toen we de hogeschoolstudenten gingen nabellen, bleek dat veel van hen niet wisten dat de Owee ook voor hen was bedoeld. Ook wisten ze vaak niet het verschil tussen de Owee en de introductie van de studentenvereniging van InHolland, Terra Fertilis. We hebben ze nog een brief gestuurd, maar te laat, denk ik.”
Het goede nieuws is dat er vijftienhonderd aankomend TU-studenten meedoen.
“Dat is een heel mooi aantal, hetzelfde als vorig jaar. Het percentage deelnemers aan de Owee van de TU is groot: zo’n 85 procent. Dat is, op Wageningen na, ongekend in Nederland. In Groningen doet bijvoorbeeld maar 35 procent mee aan de introductieweek.”
Kun je dat verschil verklaren?
“De informatie over de Owee wordt verstuurd in TU-enveloppen, in Groningen staat de KEI-week los van de universiteit. Bovendien komen veel TU’ers niet uit de omgeving van Delft.”
Is het erg om de Owee te missen?
“Studenten die niet meedoen, maken een valse start. Ze weten veel minder wat er in Delft te doen is. Bovendien is de eerste collegedag gemakkelijker als je al wat gezichten kent.”
Veel mensen zeggen dat je in Delft lid moet zijn van een vereniging, omdat er verder weinig te beleven valt. Is dat waar?
“De mensen die dat zeggen, bedoelen met lid worden vaak het corps of Virgiel. Maar het leuke van Delft is nou juist dat er heel veel keuze is tussen verenigingen. Het is wel verstandig om ergens lid te worden, maar het is onzin om te zeggen dat het moet. Persoonlijk zou ik mensen adviseren het wél te doen, maar een goede vriend van mij is nergens lid van en hij heeft een heel groot sociaal netwerk.”
Hoe herinner je je eigen Owee?
“Die was heel mooi. Ik vond de feesten bij de studentenverenigingen in die grote mooie panden geweldig. Heel anders dan ik gewend was.”
Voelde je je niet onzeker, of bang zelfs?
“Ik vond het faculteitsweekend wel even eng, maar daar leer je al zo veel mensen kennen dat de Owee niet spannend meer is.”
Dit jaar zul je minder opgaan in de menigte. Jullie zien er als Owee-bestuur niet uit als doorsnee studenten.
Het thema van de ontvangstweek is dit jaar Fly Owee. Wij vonden het toepasselijk als de mannen van het bestuur een pilotenpak zouden dragen en de vrouwen een stewardessenoutfit.”
Je doet nu het Owee-bestuur. Vorig jaar was je mentor en het jaar daarvoor was je zelf deelnemer. Wat is het leukst?
“Het bestuur, dan deelnemen en dan mentor zijn. Volgend jaar wil ik misschien wel schrijven voor de Owee-krant, dan blijf ik toch met de Owee bezig.”
Is er veel belangstelling voor het mentorschap?
“Heel veel. We hebben nu driehonderdtwintig mentoren en het is gelukt om voor elk groepje mentoren te krijgen die dezelfde studie doen als de nuldejaars straks.”
Wat is een goede mentor?
“We hebben dit jaar voor het eerst een mentortraining, omdat we merkten dat mentoren de afgelopen jaren niet altijd wisten hoe het programma in elkaar zat en waar ze konden gaan eten. Bovendien hoort een mentor onafhankelijke informatie te geven. Een goede mentor neemt zijn kinderen niet alleen mee naar zijn eigen studentenvereniging.”
De KMT’s, die vroeger ontgroeningen heetten, zijn de afgelopen jaren overspoeld met regels over drankgebruik en uren slaap. Drukken jullie die regels ook de mentoren op het hart?
“Nee. Dat heeft absoluut geen zin. Die taak is niet aan ons. Zelf organiseren wij maar weinig activiteiten waarbij gedronken wordt. Maar we hebben honderd procent vertrouwen in de mentoren. Het grote drinken vindt plaats bij de studentenverenigingen, daar ligt de verantwoordelijkheid. Zij zien er tegenwoordig streng op toe dat nuldejaars tijdens de KMT genoeg slaap krijgen. Maar ze worden natuurlijk wel op de proef gesteld. Daarom zeg ik: stel je grenzen.”
Wat is je tip voor de nuldejaars?
“Praat met zo veel mogelijk mensen, vooral met degenen die daar niet speciaal voor klaarstaan. Zo kun je je goed op de verenigingen oriënteren. En slaap zo weinig mogelijk. Het is zonde om tijdens de Owee te slapen, eigenlijk zou je dat helemaal niet moeten doen. Dat kan op de vrijdag erna wel.”
WIE IS PIETER GULDEMOND?
Pieter Guldemond (20) begint komend studiejaar aan zijn derde jaar technische bestuurskunde. Het afgelopen halfjaar heeft hij geen studieboek aangeraakt, omdat hij samen met zeven andere studenten en twee TU-medewerkers fulltime bezig was de Owee te organiseren. Sponsors zoeken, vergunningen voor evenementen regelen, het schrijven van het voorlichtingsboekje Binas. Het is slechts het topje van de ijsberg aan werkzaamheden die moeten leiden tot een gesmeerd lopende ontvangstweek.
Tegenslagen hebben de organisatoren ook gehad: de fabriek in China die de Owee-poloshirts zou maken, heeft zich vergist in de aantallen. Guldemond: “We hadden tweeduizend gele deelnemerspolo’s en tweehonderd blauwe werkactiepolo’s besteld. Vorige week kregen we tweehonderd gele binnen en tweeduizend blauwe. Nu moeten tegen een veel hogere prijs in Nederland gele polo’s bijgemaakt worden. Gelukkig zijn die kosten niet voor ons.”
(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
Comments are closed.