Opinie

Signalement

Nieuwe aanwinsten van de bibliotheek die ook interessant zijn voor niet-vakspecialisten.Iedereen weet wel een paar belangrijke Europese en Amerikaanse universiteiten op te noemen, of een paar van de grootste bedrijven.

Van Japan kent men op zijn best een paar bekende merknamen. Voor wie wat aan die leemte wil doen is Jon Sigurdson, Science and technology in Japan (Londen, Cartermill, 1995) een aanrader. In ruim 350 pagina’s komt alles wat met technologie in Japan te maken heeft aan de orde.

Sigurdson geeft een overzicht van het onderwijssysteem, met private en staats-universiteiten (met die in Tokyo als absolute top), de rol van de overheid in r&d, de belangrijkste technologie-programma’s die Japan de volgende eeuw in moeten loodsen, enzovoort. Ook de structuur van het bedrijfsleven komt aan bod. Hoewel dit grotendeels uit kleine bedrijven bestaat, wordt het gekenmerkt door zaibatsu’s, grote conglomeraten van min of meer zelfstandig opererende bedrijven. De grootste zijn Mitsubishi en Mitsui (onder andere Toshiba en Toyota). Compleet kan het boek natuurlijk nooit zijn, maar als inleiding misstaat het beslist niet.

Wie plannen richting Japan heeft, doet er goed aan ook Lillian Chaney en Jeanette Martin, Intercultural business communication (Upper Saddle River, Prentice Hall, 1995) even door te nemen. Dan weet je tenminste dat je een visitekaartje met beide handen moet geven en geen fooien moet geven in restaurants. En als je bij iemand thuis wordt uitgenodigd, neem je geen bloemen mee voor de gastvrouw maar bonbons (en vergeet je schoenen niet uit te doen bij het binnengaan).

Het boek gaat overigens niet alleen over Japan, maar over alle geïndustrialiseerde en enkele andere landen. Het behandelt de algemene landsculturen, maar ook sociale en zakelijke etiquette, en de verloop van zakenbesprekingen. Neem bij contract-onderhandelingen in Japan bijvoorbeeld geen advocaat mee, want dat wekt wantrouwen. In de Verenigde Staten daarentegen is een juridische blik op het contract een absolute noodzaak. Neem in Duitsland iemand mee die met de details bekend is – je gastheren willen het allemaal weten.

En zo volgen de weetjes en praktische tips elkaar in hoog tempo op. Nuttig en nog vermakelijk ook. Overigens typisch Amerikaans om er ook een hoofdstukje over visa’s, hotels, openbaar vervoer en stopcontacten bij te doen.

Ook met cultuur te maken, maar dan in iets andere zin, heeft Geneviève Bresc-Bautier, The architecture of the Louvre (Londen, Thames and Hudson, 1995) . Dit plaatjesboek herinnert eraan dat het Louvre niet alleen het onderkomen is van de Mona Lisa en de Venus van Milo, maar ook een gebouw met een rijke architectonische geschiedenis. Het werd eind twaalfde eeuw gebouwd als fort om de Britten buiten de Parijse deur te houden. Pas 150 jaar later kreeg het meer het karakter van een paleis. In die hoedanigheid had het van iedere koning wel eenverbouwing of uitbreiding te verduren. De resten van het oude kasteel vormen tegenwoordig een onderdeel van de tentoonstelling. (C.J.)

Christian Jongeneel

Nieuwe aanwinsten van de bibliotheek die ook interessant zijn voor niet-vakspecialisten.

Iedereen weet wel een paar belangrijke Europese en Amerikaanse universiteiten op te noemen, of een paar van de grootste bedrijven. Van Japan kent men op zijn best een paar bekende merknamen. Voor wie wat aan die leemte wil doen is Jon Sigurdson, Science and technology in Japan (Londen, Cartermill, 1995) een aanrader. In ruim 350 pagina’s komt alles wat met technologie in Japan te maken heeft aan de orde.

Sigurdson geeft een overzicht van het onderwijssysteem, met private en staats-universiteiten (met die in Tokyo als absolute top), de rol van de overheid in r&d, de belangrijkste technologie-programma’s die Japan de volgende eeuw in moeten loodsen, enzovoort. Ook de structuur van het bedrijfsleven komt aan bod. Hoewel dit grotendeels uit kleine bedrijven bestaat, wordt het gekenmerkt door zaibatsu’s, grote conglomeraten van min of meer zelfstandig opererende bedrijven. De grootste zijn Mitsubishi en Mitsui (onder andere Toshiba en Toyota). Compleet kan het boek natuurlijk nooit zijn, maar als inleiding misstaat het beslist niet.

Wie plannen richting Japan heeft, doet er goed aan ook Lillian Chaney en Jeanette Martin, Intercultural business communication (Upper Saddle River, Prentice Hall, 1995) even door te nemen. Dan weet je tenminste dat je een visitekaartje met beide handen moet geven en geen fooien moet geven in restaurants. En als je bij iemand thuis wordt uitgenodigd, neem je geen bloemen mee voor de gastvrouw maar bonbons (en vergeet je schoenen niet uit te doen bij het binnengaan).

Het boek gaat overigens niet alleen over Japan, maar over alle geïndustrialiseerde en enkele andere landen. Het behandelt de algemene landsculturen, maar ook sociale en zakelijke etiquette, en de verloop van zakenbesprekingen. Neem bij contract-onderhandelingen in Japan bijvoorbeeld geen advocaat mee, want dat wekt wantrouwen. In de Verenigde Staten daarentegen is een juridische blik op het contract een absolute noodzaak. Neem in Duitsland iemand mee die met de details bekend is – je gastheren willen het allemaal weten.

En zo volgen de weetjes en praktische tips elkaar in hoog tempo op. Nuttig en nog vermakelijk ook. Overigens typisch Amerikaans om er ook een hoofdstukje over visa’s, hotels, openbaar vervoer en stopcontacten bij te doen.

Ook met cultuur te maken, maar dan in iets andere zin, heeft Geneviève Bresc-Bautier, The architecture of the Louvre (Londen, Thames and Hudson, 1995) . Dit plaatjesboek herinnert eraan dat het Louvre niet alleen het onderkomen is van de Mona Lisa en de Venus van Milo, maar ook een gebouw met een rijke architectonische geschiedenis. Het werd eind twaalfde eeuw gebouwd als fort om de Britten buiten de Parijse deur te houden. Pas 150 jaar later kreeg het meer het karakter van een paleis. In die hoedanigheid had het van iedere koning wel eenverbouwing of uitbreiding te verduren. De resten van het oude kasteel vormen tegenwoordig een onderdeel van de tentoonstelling. (C.J.)

Christian Jongeneel

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.