Wetenschap

Shrink management science

Various regions see more people leave than arrive. “Until now we always had to manage growth in spatial planning,” says Professor Hugo Priemus (OTB). “Managing shrink is a totally different ballgame.”


The question of how to manage shrink throws up a host of new questions. More so because, as Professor Hugo Priemus establishes, there’s a double shrinkage going on: demographic and economic. His colleague from the faculty of Architecture, Professor Maurits de Hoog has noticed that the concept of shrink management often pops up in discussions at the faculty lately. So what insights have been developed in this new branch of science?



Priemus (OTB Research Institute for the Built Environment) has been a member of the committee on spatial planning and accessibility of the Social Economic Council (SER). Their gist of their advice, which was published recently, seems simple enough: be flexible. And don’t plan hundreds of houses at the same time, but do it bit by bit. Switch over to flexible planning. “Often project developers will start building when 70 percent of the planned houses have been sold,” says Priemus. “Evidently, it’s easier to sell 70 percent of ten houses than of 100.”



But the devil is in the details. Project developers and municipalities have been buying farmland as prospective building sites. During times of growth, these areas were steady sources of income. But now they have become a financial burden, with the interest on the credit slowly haemorrhaging the investors. “The warm shower has turned cold,” says Priemus. “They have to write off their investments, or else we’ll reach a stalemate.”



“Shrink is different in various regions,” says De Hoog. “And so are the solutions.” Two of his Master’s students have written their thesis on shrinking regions: Robert Stam on the industrial port of Delfzijl, and Ludo van der Wallen on Limburg, a former mining region. Prof. De Hoog gets his inspiration from the German Ruhr region, just across the border from Limburg, where, with the cultural festival Ruhr 2010, they have given new uses to old industrial halls and set up a new economy based on knowledge and creativity.



For Delfzijl, Stam proposed to remove the railroad tracks that separate the city from the Waddenzee, which would reunite the sea and the city. However, it’s unclear where the 100 million euros investment should come from.  

Volgens jullie worden techniekstudenten extra hard getroffen door de bezuinigingsmaatregelen van het kabinet.
“Masterstudenten moeten hun studie zelf gaan betalen. Aangezien een techniekmaster twee in plaats van één jaar duurt, zijn TU-studenten twee keer zoveel geld kwijt. Daar komt bij dat Delftse studies arbeidsintensiever zijn en studenten er gemiddeld 7,2 jaar over doen. De plannen zijn nu om studenten die langer dan nominaal plus één jaar studeren drieduizend euro extra collegegeld te laten betalen.”

Dan mag een TU-student zes jaar over zijn studie doen. Iedereen moet inleveren, toch?
“De huidige maatregelen zijn extreem. Hoe het anders moet gaan we nog uitzoeken. Maar wij vertegenwoordigen studenten en willen dus meer investeringen in onderwijs. Ik vind de bestaande regeling dat je binnen tien jaar moet afstuderen en anders de lening moet terugbetalen vrij redelijk. Er is een aantal studies waar je beduidend minder uren kwijt bent dan je op basis van het aantal studiepunten zou verwachten. Ik studeer life sciences and technology en ben zodoende vaak in Leiden geweest. Daar zie ik mensen naast hun studie twee dagen in de week werken. Een Delftse student kan daarvoor amper een avond per week vinden. En dan moet je maar hopen dat je meteen de juiste studie kiest.”

Hoezo?
“Een groot deel van de studenten twijfelt in het begin. Gaan studie, universiteit en stad bevallen? Kom ik leuke mensen tegen? Daarbij is het eerste jaar sowieso zwaar. De studie is nieuw, je ontdekt het studentenleven, je hebt misschien moeite om te aarden. Haal je de eisen voor het bindend studieadvies niet en begin je aan een andere studie, dan moet je verder nominaal studeren.”

Gaan jullie de barricades op? Een ministerie bezetten?
“Dat is van vroeger. Ook gooien met rotte tomaten is niet van deze tijd. Soms is het goed om met protest je mening te laten horen, maar daar is geen aantekening op je strafblad voor nodig. We beginnen met overleg, met de landelijke koepels LSVB en ISO. Samen met Oras zullen we een brief sturen aan studie- en studentenverenigingen over wat het nieuwe kabinet precies van plan is. Zij kunnen daarmee hun leden voorlichten. Ook zoeken we contact met studenten in Twente en Eindhoven. De tijd zal leren hoe het regeerakkoord zal worden uitgevoerd en of we daartegen actie moeten voeren. Delftse studenten doen dat niet snel, maar als ze direct nadeel gaan ondervinden van de bezuinigingen, dan zal dat veranderen.”

Wat willen jullie dit bestuursjaar nog meer doen?
“We willen laten zien dat de VSSD meer is dan een boekwinkel. Zo kun je ook bij ons terecht voor rechtshulp of advies bij studieproblemen of onenigheid met de huisbaas. Ook zorgen we ervoor dat de gemeente, de TU en Duwo hun aandacht blijven richten op studentenhuisvesting. En twee van onze bestuursleden hebben het hbo in hun portefeuille. We willen INHolland zo ver krijgen dat ze haar studenten ook een goedkopere sportkaart en garantiemaanden geeft, zoals TU-studenten die hebben.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.