Onderwijs

‘Rijtjeshuis is taboe in Suriname’

Woningen worden betaalbaar door ze in groepjes te bouwen, ontdekte bouwkundestudent Miguel Heilbron (23). Voor zijn afstuderen, op vrijdag 30 juni, onderzocht hij hoe de woningnood in Paramaribo aangepakt kan worden.

In Suriname staan nauwelijks flatgebouwen. Elk gezin heeft graag zijn eigen stukje grond, en jij zegt dat huizen op een kluitje gebouwd moeten worden?

“Eén van de problemen in Paramaribo is dat mensen met lage inkomens vaak wel met z’n achten in een klein huisje wonen. Ze wonen in een vrijstaand huis, maar wel met drie generaties onder één dak. Jongeren die het huis uit gaan, willen vervolgens ook een vrijstaand huis voor zichzelf. Maar die luxe kunnen ze zich helemaal niet veroorloven.”

Maar daar komen ze dan toch snel genoeg achter?

“Ja, maar ze hebben geen alternatief. Grond wordt alleen in grote percelen verkocht en rijtjeshuizen zijn er nauwelijks. Dit komt doordat het een taboe is om geen vrijstaand huis te hebben. Surinamers associëren rijtjeswoningen met ‘krottenhokjes’. Dit zijn bijvoorbeeld kleine vervallen woningen achter de herenhuizen in de binnenstad van Paramaribo.”

Je hebt stage gelopen bij ontwikkelingsorganisaties. Hoe helpen zij mensen aan woningen?

“Ze helpen mensen die al grond hebben met het bouwen van een goedkoop huis. Maar het grootste probleem is dat veel Surinamers helemaal geen grond kunnen kopen.”

Wat stel jij voor?

“Om de grond per huishouden betaalbaar te maken, zouden op kleine open plekken in de stad betonnen casco’s kunnen worden geplaatst, waarin op meerdere woonlagen gebouwd kan worden. Mensen kunnen dan tegen een lage prijs een plekje in het casco kopen en het verder naar wens tot woning verbouwen.

Daarnaast gebruiken veel mensen in Paramaribo hun huis als werkplek. Door woningen op bepaalde locaties te bouwen, kan de economie gestimuleerd worden. Denk daarbij bijvoorbeeld aan huizen van waaruit mensen producten op straat kunnen verkopen.”

Maar als het een taboe is om dicht op elkaar te wonen, komt jouw plan toch nooit van de grond?

“Volgens mij zijn mensen langzamerhand wel aan het veranderen. Uit straatinterviews is gebleken dat sommigen best op een verdieping of in een rijtjeshuis willen wonen. Bovendien, er moet een eerste stap gezet worden. Als iedereen altijd maar zegt dat het toch niet lukt, verandert er nooit iets.”

Hoe kwam je op het idee woningnood in Paramaribo te onderzoeken?

“Bij Bouwkunde ben ik in zes jaar studie alleen maar in contact gebracht met vraagstukken van de rijke Westerse wereld. Ik vind dat een wetenschappelijke instelling als de TU Delft in het onderwijs ook aandacht moet besteden aan problemen in arme landen. Er ligt een groot werkveld braak voor Delftse ingenieurs.”

Wat ga je na je studie doen?

“Samen met een aantal Surinaamse ontwikkelingsorganisaties wil ik een website opzetten waarop alle nieuwe wetenschappelijke inzichten komen te staan op het gebied van woningbouw in Suriname. Daarnaast ga ik economie studeren.”

Miguel Heilbron. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

In Suriname staan nauwelijks flatgebouwen. Elk gezin heeft graag zijn eigen stukje grond, en jij zegt dat huizen op een kluitje gebouwd moeten worden?

“Eén van de problemen in Paramaribo is dat mensen met lage inkomens vaak wel met z’n achten in een klein huisje wonen. Ze wonen in een vrijstaand huis, maar wel met drie generaties onder één dak. Jongeren die het huis uit gaan, willen vervolgens ook een vrijstaand huis voor zichzelf. Maar die luxe kunnen ze zich helemaal niet veroorloven.”

Maar daar komen ze dan toch snel genoeg achter?

“Ja, maar ze hebben geen alternatief. Grond wordt alleen in grote percelen verkocht en rijtjeshuizen zijn er nauwelijks. Dit komt doordat het een taboe is om geen vrijstaand huis te hebben. Surinamers associëren rijtjeswoningen met ‘krottenhokjes’. Dit zijn bijvoorbeeld kleine vervallen woningen achter de herenhuizen in de binnenstad van Paramaribo.”

Je hebt stage gelopen bij ontwikkelingsorganisaties. Hoe helpen zij mensen aan woningen?

“Ze helpen mensen die al grond hebben met het bouwen van een goedkoop huis. Maar het grootste probleem is dat veel Surinamers helemaal geen grond kunnen kopen.”

Wat stel jij voor?

“Om de grond per huishouden betaalbaar te maken, zouden op kleine open plekken in de stad betonnen casco’s kunnen worden geplaatst, waarin op meerdere woonlagen gebouwd kan worden. Mensen kunnen dan tegen een lage prijs een plekje in het casco kopen en het verder naar wens tot woning verbouwen.

Daarnaast gebruiken veel mensen in Paramaribo hun huis als werkplek. Door woningen op bepaalde locaties te bouwen, kan de economie gestimuleerd worden. Denk daarbij bijvoorbeeld aan huizen van waaruit mensen producten op straat kunnen verkopen.”

Maar als het een taboe is om dicht op elkaar te wonen, komt jouw plan toch nooit van de grond?

“Volgens mij zijn mensen langzamerhand wel aan het veranderen. Uit straatinterviews is gebleken dat sommigen best op een verdieping of in een rijtjeshuis willen wonen. Bovendien, er moet een eerste stap gezet worden. Als iedereen altijd maar zegt dat het toch niet lukt, verandert er nooit iets.”

Hoe kwam je op het idee woningnood in Paramaribo te onderzoeken?

“Bij Bouwkunde ben ik in zes jaar studie alleen maar in contact gebracht met vraagstukken van de rijke Westerse wereld. Ik vind dat een wetenschappelijke instelling als de TU Delft in het onderwijs ook aandacht moet besteden aan problemen in arme landen. Er ligt een groot werkveld braak voor Delftse ingenieurs.”

Wat ga je na je studie doen?

“Samen met een aantal Surinaamse ontwikkelingsorganisaties wil ik een website opzetten waarop alle nieuwe wetenschappelijke inzichten komen te staan op het gebied van woningbouw in Suriname. Daarnaast ga ik economie studeren.”

Miguel Heilbron. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.