Onderwijs

Rathenau-directeur Staman: ‘Wetenschappers leggen een strop om hun eigen nek’

Wetenschappers zouden geen zwijgplicht moeten accepteren als ze voor de overheid werken. “Laat ze maar dreigen met een boycot”, zegt directeur Jan Staman van het Rathenau Instituut.


Vaccinatie, klimaatverandering, voeding… In sommige debatten lijkt de stem van de wetenschap minder gezag te hebben dan vroeger. Ook wetenschappers zelf stellen soms vraagtekens bij hun eigen relevantie: wat hebben we eigenlijk aan die stortvloed van publicaties die niemand leest?


Daarom houden het Rathenau Instituut en de WRR drie debatten over vertrouwen in de wetenschap. Welke rol speelt wetenschap in de samenleving? Wat zijn de gevaren en waar moet het heen? Rathenau-directeur Jan Staman trapt af: er mag van hem wel iets veranderen.


Jullie hebben eerder betoogd dat het publiek juist veel vertrouwen heeft in de wetenschap. Is dat veranderd?

“De mensen hebben inderdaad veel vertrouwen in de wetenschap. Maar dat vertrouwen hebben ze vooral in vakgebieden als de kosmologie en deeltjesfysica, waar in het dagelijks leven weinig van afhangt. Zodra wetenschap in aanraking komt met macht en geld – zodra de mensen reden hebben om de onafhankelijkheid in twijfel te trekken – zijn de rapen gaar.”


En hoe zou dat komen?

“Omdat de politiek de uitkomsten van onderzoek als breekijzer of conversation stopper gebruikt. Neem het onderzoek naar schaliegas. Er spelen allerlei belangen, er staan miljarden op het spel en de minister zegt: volgens het risicorapport kunnen we best boren. Nou, er is natuurlijk niemand die de uitkomsten van dat risicorapport nog gelooft. Wetenschappers moeten zich realiseren in wat voor mijnenveld ze zich begeven als ze onderzoek in opdracht doen. Het gevaar schuilt niet alleen in de politiek, maar ook in de wetenschap zelf. Stel je voor, een wetenschapper zegt dat er nauwelijks risico’s zijn. Dan kruipen andere wetenschappers meteen uit hun holen. Die hebben daar nog wel iets over op te merken en verwijten hun collega’s dat ze hun ziel hebben verkocht. De burgers kijken daarnaar en denken: hier hebben we niets aan.”


Maar zal het wantrouwen tegen onderzoek-in-opdracht ooit overslaan op wantrouwen tegen de gehele wetenschap?

“Nu nog niet, kennelijk. Maar het kan gebeuren. In de farmaceutische wetenschappen is het al zover. Niemand gelooft die artikelen over medicijnen toch nog? Die beschouwen we als reclamemateriaal van de grote farmaceuten.”


Hoe kun je voorkomen dat wantrouwen de wetenschap aantast?

“Onderzoekers moeten vooral beter nadenken over de voorwaarden waaronder ze voor de overheid werken. Je zou die contracten eens moeten zien. Je moet je koest houden over je eigen onderzoek, staat er eigenlijk in. Je mag de resultaten alleen publiceren als de overheid dat goed vindt. Wetenschappers leggen een strop om hun eigen nek en laten de overheid met hun uitkomsten op de loop gaan. Hun beroepsorganisaties zouden erover moeten onderhandelen. Ja, laat ze maar dreigen met een boycot.”


Als je zwijgplicht accepteert, ben je dan nog wel een echte wetenschapper?

“Dat is een goede vraag: wat is ons zelfbeeld? Vanuit de overheid is het begrijpelijk dat ze zulke voorwaarden stellen. Als ze over de veiligheid van een vaccin willen praten, kunnen ze geen rellende wetenschapper erbij gebruiken. Maar wij moeten ons verzetten.”


Misschien ligt het niet alleen aan politiek en belangen. Wetenschappers leveren zelf ook kritiek op het functioneren van de wetenschap.

“Dat is die actiegroep Science in transition. Ik vind het schitterend dat die mensen aan de bel trekken. Ze steken hun nek uit. Ze krijgen alle karikaturen over zich heen die je kunt bedenken, want ze gedragen zich als activisten en moeten daar de prijs voor betalen. Toch zijn er maar weinig mensen die denken: ze hebben het helemaal bij het verkeerde eind.”


Is de wetenschap van nu minder goed dan die van twintig jaar geleden?

“Het is zakelijker geworden. We letten veel meer op productie en kwaliteit. Dat heeft de wetenschap enorm verbeterd, maar nu slaat het door. We moeten niet terug naar veertig jaar geleden, maar er is wel een probleem. De helft van alle publicaties wordt niet meer gelezen en als je promoveert, is er meestal ook geen baan voor je aan de universiteit. Daar doen de universiteiten te weinig mee. Ze zeggen eigenlijk tegen jonge wetenschappers: wees blij dat je hier mag promoveren en als je eenmaal doctor bent, zal het van nature alleen maar beter met je gaan. Dat kan zo niet.”


De actievoerders van Sience in transition willen onder meer dat het publiek meer bij de wetenschappelijke keuzes betrokken wordt. Stelt dat die onafhankelijkheid niet op de proef?

“Je kunt natuurlijk zeggen: wij wetenschappers zijn min of meer heilig, betaal ons maar en wacht dankbaar af tot onze genade over u komt. Sience in transition antwoordt: zo werkt het niet meer. En gelijk hebben ze. Wetenschappers hoeven niet als een bedreigde diersoort te reageren als de maatschappij vraagt wat de wetenschap nu eigenlijk oplevert. Betere voorlichting is niet het antwoord; het publiek is niet dom. Wetenschappers moeten vooral naar zichzelf kijken en zich afvragen: hoe wil ik me verhouden tot de samenleving?”


 De debatten zijn op 11 maart, 24 maart en 14 april in NEMO, Amsterdam. Iedereen kan zich aanmelden.

 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.