Campus

Prometheus

Prometheus, de eerste leermeester in de techniek, is door Ludwig Oswald Wenckebach als een atletische jongeman verbeeld. Het bronzen kunstwerk staat voor het hoofdgebouw aan de Julianalaan sinds het honderdjarig bestaan van de Vereniging van Delftse ingenieurs in 1953.

De vlam die deze figuur uit de Griekse mythologie in zijn hand houdt, is het officiële symbool en logo van de TU Delft.

Volgens de mythe stal Prometheus het vuur in een rietstengel van oppergod Zeus en gaf dit door aan de mensen. Ook leerde hij de mensen sterren te onderzoeken, zeeën te bevaren, stenen te bakken en huizen te bouwen. Prometheus was in de Griekse mythen de held die het waagde zich tegen Zeus te verzetten om de mensheid welvaart en beschaving te geven.

Aanvankelijk was Wenckebach (1895-1962) kunstschilder geworden door in de leer te gaan bij zijn oom H.W.R. Wenckebach. Na reizen te hebben gemaakt naar Curaçao en Venezuela, vestigde hij zich voor enkele jaren in Griekenland. De antieke beeldhouwkunst daar maakte zoveel indruk op hem dat hij het roer omgooide en ging beeldhouwen. Hij werkte vooral met steen en brons.

Veel belangrijke werken staan op Wenckebachs’ naam, zoals het Lorentzmonument in Arnhem en koppen van de bekende Nederlanders als Frits Philips en de architect Berlage. Ook maakte hij oorlogsmonumenten, onder andere in Gouda en Haarlem, en ontwierp hij penningen en munten. In 1935 volgde een benoeming tot buitengewoon hoogleraar in de afdeling Bouwkunde aan de Technische Hogeschool, om onderwijs te geven in boetseren en beeldhouwkunst. Twintig jaar later werd hij ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Een bevriende hoogleraar sprak ooit ter nagedachtenis van Wenckebach: ,,Wij hebben in Oswald Wenckebach een vriend, collega, medestander, leermeester en leider verloren zoals men er in het leven niet veel kans heeft meer aan te treffen. Hij gaf zichzelf zo volledig mogelijk aan de mensen, aan zijn eigen werk en zelfs als hij het nodig vond aan andermans werk. Zo iemand te hebben mogen ontmoeten, met zo iemand te hebben mogen omgaan is een voorrecht.”

,

Prometheus, de eerste leermeester in de techniek, is door Ludwig Oswald Wenckebach als een atletische jongeman verbeeld. Het bronzen kunstwerk staat voor het hoofdgebouw aan de Julianalaan sinds het honderdjarig bestaan van de Vereniging van Delftse ingenieurs in 1953. De vlam die deze figuur uit de Griekse mythologie in zijn hand houdt, is het officiële symbool en logo van de TU Delft.

Volgens de mythe stal Prometheus het vuur in een rietstengel van oppergod Zeus en gaf dit door aan de mensen. Ook leerde hij de mensen sterren te onderzoeken, zeeën te bevaren, stenen te bakken en huizen te bouwen. Prometheus was in de Griekse mythen de held die het waagde zich tegen Zeus te verzetten om de mensheid welvaart en beschaving te geven.

Aanvankelijk was Wenckebach (1895-1962) kunstschilder geworden door in de leer te gaan bij zijn oom H.W.R. Wenckebach. Na reizen te hebben gemaakt naar Curaçao en Venezuela, vestigde hij zich voor enkele jaren in Griekenland. De antieke beeldhouwkunst daar maakte zoveel indruk op hem dat hij het roer omgooide en ging beeldhouwen. Hij werkte vooral met steen en brons.

Veel belangrijke werken staan op Wenckebachs’ naam, zoals het Lorentzmonument in Arnhem en koppen van de bekende Nederlanders als Frits Philips en de architect Berlage. Ook maakte hij oorlogsmonumenten, onder andere in Gouda en Haarlem, en ontwierp hij penningen en munten. In 1935 volgde een benoeming tot buitengewoon hoogleraar in de afdeling Bouwkunde aan de Technische Hogeschool, om onderwijs te geven in boetseren en beeldhouwkunst. Twintig jaar later werd hij ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Een bevriende hoogleraar sprak ooit ter nagedachtenis van Wenckebach: ,,Wij hebben in Oswald Wenckebach een vriend, collega, medestander, leermeester en leider verloren zoals men er in het leven niet veel kans heeft meer aan te treffen. Hij gaf zichzelf zo volledig mogelijk aan de mensen, aan zijn eigen werk en zelfs als hij het nodig vond aan andermans werk. Zo iemand te hebben mogen ontmoeten, met zo iemand te hebben mogen omgaan is een voorrecht.”

Prometheus, de eerste leermeester in de techniek, is door Ludwig Oswald Wenckebach als een atletische jongeman verbeeld. Het bronzen kunstwerk staat voor het hoofdgebouw aan de Julianalaan sinds het honderdjarig bestaan van de Vereniging van Delftse ingenieurs in 1953. De vlam die deze figuur uit de Griekse mythologie in zijn hand houdt, is het officiële symbool en logo van de TU Delft.

Volgens de mythe stal Prometheus het vuur in een rietstengel van oppergod Zeus en gaf dit door aan de mensen. Ook leerde hij de mensen sterren te onderzoeken, zeeën te bevaren, stenen te bakken en huizen te bouwen. Prometheus was in de Griekse mythen de held die het waagde zich tegen Zeus te verzetten om de mensheid welvaart en beschaving te geven.

Aanvankelijk was Wenckebach (1895-1962) kunstschilder geworden door in de leer te gaan bij zijn oom H.W.R. Wenckebach. Na reizen te hebben gemaakt naar Curaçao en Venezuela, vestigde hij zich voor enkele jaren in Griekenland. De antieke beeldhouwkunst daar maakte zoveel indruk op hem dat hij het roer omgooide en ging beeldhouwen. Hij werkte vooral met steen en brons.

Veel belangrijke werken staan op Wenckebachs’ naam, zoals het Lorentzmonument in Arnhem en koppen van de bekende Nederlanders als Frits Philips en de architect Berlage. Ook maakte hij oorlogsmonumenten, onder andere in Gouda en Haarlem, en ontwierp hij penningen en munten. In 1935 volgde een benoeming tot buitengewoon hoogleraar in de afdeling Bouwkunde aan de Technische Hogeschool, om onderwijs te geven in boetseren en beeldhouwkunst. Twintig jaar later werd hij ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Een bevriende hoogleraar sprak ooit ter nagedachtenis van Wenckebach: ,,Wij hebben in Oswald Wenckebach een vriend, collega, medestander, leermeester en leider verloren zoals men er in het leven niet veel kans heeft meer aan te treffen. Hij gaf zichzelf zo volledig mogelijk aan de mensen, aan zijn eigen werk en zelfs als hij het nodig vond aan andermans werk. Zo iemand te hebben mogen ontmoeten, met zo iemand te hebben mogen omgaan is een voorrecht.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.