Wetenschap

Pressure rises in ORC community

Some 300 researchers from around the world visited the seminar on Organic Rankine Cycle power systems last week, organised by Professor Piero Colonna (3mE).


The interest in his field of research is directly related to the oil price, says Professor Piero Colonna. It was high in the 1970s and now pressure is building again, with major technology companies sniffing out start-ups as a means of entering the market.

The Rankine Cycle is what drives 90 percent of all electric power plants, as it describes the thermodynamic conversion of thermal energy into work, usually by boiling up steam, which drives a turbine coupled to a generator. For large systems (10 to 1,000 megawatts), there is nothing better. For smaller systems, however, water cannot be used, and the adoption of an organic fluid allows for very high efficiency rates. That’s what Organic Rankine Cycle or ORC stands for. Suitable organic fluids are less dense than water and the larger volume occupied by the organic vapour is key to the design of efficient turbines. By choosing the right fluid, ORC engineers can maximise the system efficiency.


You typically find ORC installations in smaller power plants that run on biomass, geothermal, solar or waste heat. The maximum efficiency of converting heat into power is about 30 percent, but currently most ORC systems achieve about 20 percent. Prof. Colonna notes that since most ORC units are run in cogeneration mode, the rest of the energy is used as heat in a greenhouse or for district heating.

The Delft renewable energy systems group (at the faculty of Mechanical, Maritime and Materials Engineering) operates at the forefront of the ORC development, says the professor, who received an NWO Vidi grant in 2005. With funding from STW and industry, his group is active in both fundamental and applied research.

What does bother Prof. Colonna, and his guests, however, is that it is so much harder to get funding for renewable energy projects than their conventional energy counterparts. “We have so many ideas to improve the technology,” he says, “but in comparison with conventional energy technology, we’re dramatically underfunded.”


The conference was dedicated to Professor Gianfranco Angelino, one of the founders of the technology, who passed away last year.


www.orc2011.nl

Dat staat in de Concept Milieueffectrapportage Delft Zuid-Oost, die deze week is gepresenteerd. Het onderzoek naar de milieueffecten van ruimtelijke ontwikkelingen en woningbouw in het TU-gebied is bijna afgerond, maar maandagavond mochten omwonenden en andere belanghebbenden nog hun mening geven.

Het college van burgemeester en wethouders (b en w) wil zijn zogeheten voorkeursalternatief in december aan de gemeenteraad presenteren. Het ‘meest milieuvriendelijke alternatief’ (mma) vormt daarvoor samen met ‘bewonerswensen, politieke wensen en economische wensen’ de basis, aldus de gemeente.

In het mma is in totaal ruimte voor 4800 woningen, waarvan drieduizend voor studenten. Op een plattegrondje staan de locaties ingetekend waarop deze woningen zouden moeten komen. Er is bijvoorbeeld sprake van een vierde en een vijfde toren aan de Balthasar van der Polweg: eentje met 250 eenheden naast de derde toren die nu in aanbouw is en eentje met tweehonderd eenheden tegenover de tweede toren.

Ook zouden er achter de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica 680 eenheden kunnen komen. Daar dicht in de buurt, aan de Cornelis Drebbelweg, staan nog eens 255 eenheden ingepland. Ook aan de Rotterdamseweg zouden nog 575 studentenwoningen gebouwd kunnen worden. En op het voormalige adres van de faculteit Bouwkunde moet de bouw van 250 eenheden mogelijk zijn, aldus het mma.

Ook aan de Schoemakerstraat zijn locaties aangewezen waar woningen moeten komen. Meteen naast de TU-bibliotheek is plek voor tweehonderd reguliere woningen, daarnaast moeten tweehonderd studenteneenheden komen. En daar weer naast, achter de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen, tweehonderd reguliere woningen. Tevens staan er op de plek van het Stud-gebouw 245 studentenwoningen ingetekend. Verder staan er in het TU-Noord-gebied nog 275 nieuwe studenteneenheden in. Nog eens zeventig studentenwoningen zijn mogelijk op locatie ‘Nieuwe Haven’ tussen de Schie en de Rotterdamseweg, waar onder meer ook 255 reguliere woningen en een basisschool kunnen komen.

Volgens de milieueffectrapportage is het vanuit milieuoogpunt goed mogelijk om het TU-gebied verder te ontwikkelen, maar er zijn wel aandachtspunten. Zo moet onder meer gelet worden op de waterstructuur (onder meer de waterberging), op de ecologische structuur en op een duurzame energievoorziening. Overigens moeten er voordat die projecten van start kunnen eerst bestemmingsplannen worden opgesteld.

Als alle drieduizend woningen in het TU-gebied er komen, is dat nog niet genoeg om te voldoen aan de totale vraag. Onderzoeksbureau Rigo heeft berekend dat er tot 2023 vijfduizend woningen nodig zijn. Ook elders in Delft moet daarom worden ge- of verbouwd. In oktober liet het college van b en w weten te gaan onderzoeken welke braakliggende terreinen tijdelijk zijn te gebruiken om studenten te huisvesten. Ook Duwo wedt op verschillende paarden. De studentenhuisvester heeft afgelopen maand zeventig woningen in de binnenstad overgenomen van corporatie Woonbron.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.