Campus

Pragmatisch duurzaam

Anke van Hal is duurzaamheidprofessor bij uitstek. Op de faculteit Bouwkunde én op Nyenrode helpt
zij studenten en het bedrijfsleven de juiste balans te vinden tussen zaken doen en duurzaamheid.
Haar ideaal: grootschalige vraag creëren voor ecologisch verantwoorde bouwprojecten.

Naam: Anke van Hal (46)
Woonplaats: Maartensdijk
Verliefd/verloofd/getrouwd: Getrouwd, twee dochters (16 en 13)
Studie: Bouwkunde
Afstudeerrichting: Architectuur
Afstudeerjaar: 1989
Loopbaan: Van 1989 tot 1993 werkte Anke van Hal bij de gemeente Delft. In 1993 stapte ze over naar Boom Delft, waar ze tot 1996 bleef. In 1995 zette ze samen met collega’s het tijdschrift Puur Bouwen/Puur Wonen op. Van 1996 tot 2000 deed ze haar promotieonderzoek aan de TU Delft. In 2006 richtte ze haar eigen adviesbureau op. Van 2007 tot nu werkt ze als hoogleraar bij de TU Delft en Nyenrode. 

De ene helft van de week is Van Hal te vinden op Nyenrode Business Universiteit. Met hun polo’s en nette overhemden zijn de studenten hier de accountants en managers van de toekomst. Op maandag en dinsdag is Van Hal op de faculteit Bouwkunde bij de sectie housing, om haar TU-studenten te doordringen van het belang van verduurzaming van bestaande woningbouw. Op het eerste gezicht zijn de twee werelden erg verschillend, maar Van Hal maakt die verschillen zo klein mogelijk. Geen wilde ecologische bouwplannen die ontzettend goed voor het milieu zijn, maar waar slechts een select groepje gebruik van maakt. En van groots opgezette nieuwbouwprojecten waar veel geld mee wordt verdiend zonder oog voor het milieu wordt Van Hal ook niet vrolijk. Dus leert zij haar TU-studenten hoe zij zowel duurzaam kunnen bouwen als geld verdienen met projecten. En brengt zij vanuit Nyenrode professionals uit het bedrijfsleven haar duurzaamheidideeën in de praktijk.

Tijdens haar studententijd in de jaren tachtig was duurzaamheid jammer genoeg ‘geen onderwerp’ op de universiteit, zegt ze. “Mijn ouders hebben zelf hun eigen huis gebouwd toen ik vijftien was. Samen met mijn vader heb ik de tekeningen gemaakt. Mijn vader was toen al met energiebesparing bezig. Ik raakte gefascineerd door de combinatie wooncomfort en energiebesparing.”

Ondanks de weinige aandacht voor het onderwerp lukte het Van Hal om in 1989 op het duurzaam bouwen af te studeren. Ze studeerde af op een moment dat het net als nu crisis was. Maar kwam geen moment zonder werk te zitten. Ze zag een advertentie bij de gemeente Delft voor een medewerker energiebesparing en solliciteerde. “Een maand of drie voordat ik afstudeerde, was ik al aan het werk. Het klikte ontzettend goed. Mijn collega’s zaten in de zaal tijdens mijn afstuderen.”

Een van haar eerste projecten was om er voor te zorgen dat gewone bouwers ook ecologisch gingen bouwen. “Best lastig, want hoe realiseer je dat? De gewone bouw denkt vaak dat duurzaamheid extra kost. Ik wilde de hele wereld duurzamer krijgen, maar houd niet van afdwingen. Ik vond het een sport om naar milieumaatregelen te zoeken die mensen niet alleen waardeerden om het sparen van het milieu.” Als voorbeeld noemt Van Hal haar werkzaamheden vanuit Boom Delft voor het GWL-terrein in Amsterdam. “Het initiatief tot die ecowijk kwam van bewoners uit de buurt. Ik vormde als milieuadviseur een brug tussen bewoners en de gemeente, die door de bewoners niet zo werd vertrouwd. Nu, ruim tien jaar later, is het nog steeds een heel populaire wijk. Dat komt vooral door het autovrije karakter en de gemeenschappelijke moestuinen. Die zijn als milieumaatregelen in het plan gebracht maar hebben er vooral toe geleid dat het een heel veilige wijk voor kinderen is waar iedereen elkaar buiten ontmoet en elkaar kent.”

Na haar tijd bij Boom Delft verhuisde Van Hal naar het oosten van het land en constateerde dat de gewone bouw op de oude voet doorging ondanks de ecologische voorbeeldprojecten in het hele land. “Ik wilde heel graag weten waarom al die projecten geen navolging kregen”, zegt Van Hal. Ze promoveerde om daar meer duidelijkheid in te krijgen. “Ik kwam erachter dat veel duurzaamheidideeën niet in de bouwpraktijk worden doorgevoerd omdat de gewone bouw niet de juiste prikkels krijgt om veranderingen door te voeren. Het is heel belangrijk welke informatie wordt gegeven en wie het verhaal brengt. Ik heb er mijn specialisatie van gemaakt hoe organisaties werken, hoe de communicatieoverdracht plaats vindt en samenwerkingen tot stand komen.”

De vraag ‘hoe krijgen we de reguliere bouwpraktijk enthousiast voor duurzaamheid’ leidde er ook toe dat Van Hal samen met een aantal collega’s het tijdschrift Puur Bouwen begon. In het tijdschrift informeerde ze de hele bouwketen over de aantrekkelijkheid van duurzaam bouwen. Ze liet niet alleen de voorstanders maar ook criticasters aan het woord. Het tijdschrift hield geregeld debatten in de vorm van een degenduel, bijvoorbeeld over de voor- en nadelen van ventilatiesystemen met warmteterugwinning. “De voorstanders van het woordgevecht vonden het een goed functionerend energiebesparend systeem en verdedigden dit standpunt met verve. De tegenstanders vreesden gezondheidsproblemen als gevolg van slecht onderhoud door bewoners. De toenmalige rijksbouwmeester Jo Coenen kwam er in die rol bijvoorbeeld achter dat hij veel duurzamer bezig was dan hij zelf vermoedde.” 

Na haar promotie volgde Van Hal haar man naar de Verenigde Staten. Daar ging ze door met het zoeken naar concrete antwoorden op haar promotieonderzoeksvraag. “Ik kwam erachter dat Amerikanen veel pragmatischer met het onderwerp duurzaamheid omgaan. De deskundigen predikten geen duurzaamheid zoals wij, maar zochten gericht naar aansluiting bij dat wat de mensen in de bouw dagelijks bezig houdt. In Amerika was het motto: het maakt niet uit waarom ze duurzaam bouwen, als ze het maar doen. Als de voornaamste prikkel geld verdienen is, moet je ze helpen geld te verdienen met duurzaamheid. In Nederland was geld verdienen aan duurzaamheid vloeken in de kerk.”

Het zorgde voor een omslag bij Van Hal. Terug in Nederland stortte zij zich op businessmodellen die er voor zorgen dat maatregelen gericht op een beter milieu zakelijk belang in de hand werken. Toen ze werd gepolst voor een leerstoel duurzaamheid bij de TU Delft werkte ze net twee dagen in de week bij Nyenrode. Met haar Delftse studenten en promovendi en haar relaties in het bedrijfsleven vanuit Nyenrode werkt ze nu aan een groot project gericht op de bestaande woningvoorraad. “Veel woningen die in de jaren zestig uit de woonbouwfabriek zijn gerold, kan men niet allemaal slopen en vervangen. Dat is geen optie, je moet er iets mee doen. Met zowel studenten als promovendi als mensen uit de praktijk zoek ik samen met de overheid uit hoe we die woningen zo snel mogelijk kunnen verduurzamen. Dat vraagt om veel technische kennis van mijn Delftse studenten. Maar het is ook een goede casus voor Nyenrode. Want als woningcorporaties dat soort woonblokken aanpakken moet dat behalve op een slimme, snelle milieuvriendelijke manier ook op een financiële aantrekkelijke en sociale wijze gebeuren. Bewoners moeten zo min mogelijk uit hun eigen omgeving worden gehaald. Als je alles zoveel mogelijk prefabriceert en niet alleen rekening houdt met milieuthema’s als energiebesparing maar met alle bewonerswensen kan dat. Bijvoorbeeld door een soort Lego-pakket te ontwikkelen. Alle aanpassingen aan de huizen zijn dan niet hetzelfde, maar je kunt het als Lego-stenen zelf samenstellen. Op die manier proberen we nu in verschillende delen van het land steeds clusters van vierhonderd woningen in een keer aan te pakken en dat scheelt veel tijd en geld. En reduceert het ongemak van de bewoners.”

Voor haar studenten is dit soort praktijkgericht onderzoek heel leerzaam, vindt Van Hal. “En voor de praktijk is het van belang omdat de grote bouwopgave van de toekomst in de bestaande bouw ligt”

Duurzaamheid is in de loop der jaren steeds belangrijker geworden, zegt Van Hal. “Als ik terugkijk, is er veel veranderd. Energiebesparing heeft meer aandacht gekregen en is vaak standaard geworden. Het besef is gegroeid dat onze bronnen schaars worden. Duurzaamheid is geen gril meer. Voor veel bedrijven in de bouwsector is duurzaam bouwen zelfs een overlevingsstrategie geworden. Daarom vind ik het ook zo wonderbaarlijk hoe de politiek met het onderwerp omgaat. In de bouw is duurzaamheid steeds normaler geworden, maar de politiek lijkt het niet meer zo belangrijk te vinden. Het zou fijn zijn als daar wat meer enthousiasme zou zijn voor het onderwerp. Dat trekt ook de behoudend ingestelde partijen eerder over de streep.”

Het ging om de langste etappe van de wedstrijd, die tussen Sloten en Bolsward over 58 kilometer. De Delftenaren hadden daarin met een tijd van 4.12.45 bijna 21 minuten meer nodig dan dagwinnaar Gowrings Energy Sunseeker. Die ploeg finishte in 3.51.49. Het Private Energy Solar Boatteam werd tweede en bleef de Delftse equipe ruim 14 minuten voor.

De Delftse boot had op het Slotermeer veel last van wind en golven en later problemen door riet in de schroef. Vanwege het vele binnenkomende buiswater kreeg schipper Gem Rotte het heel koud en werd besloten tot een schipperswissel.

In het algemeen klassement staat Delft derde. Vandaag is een rustdag. Morgen staat de etappe Bolsward – Franeker op het programma. De wedstrijd duurt tot en met zaterdag. Meer info op de site van het Delftse team en de site van de solar challenge.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.