Campus

Postolympische ervaringen

Hoe is het voor Delftse Olympiërs om de studiedraad weer op te pakken, na een paar jaar volledige toewijding aan de topsport? Was het de moeite waard om de studie daarvoor opzij te zetten en hebben ze nieuwe sportieve ambities?

Aan studiemotivatie ontbreekt het roeier Sjoerd de Groot (28 jaar, civiele techniek) niet. “Ik heb een duidelijk beeld van wat ik wil, dat helpt om er genoeg energie in te steken. Ik denk dat ik er nu pragmatischer in sta dan in mijn eerste studieperiode. Ik wil alles halen, zonder afleidingen, ook omdat ik ouder ben.”

Ellen Hogerwerf (28, werktuigbouwkunde), die net als De Groot een tijd vlakbij het nationale roeicentrum in Amsterdam woonde, had moeite met haar herstart. “Ik moest in Delft mijn plek weer vinden. Na een paar jaar stilstand was het zoeken welke richting ik op wil. Ik heb veel gehad aan gesprekken met onder anderen de topsportcoördinator van de TU en aan goede begeleiding en samenwerking. Bij mijn literatuuronderzoek moest ik vooral in het begin weer wennen aan de moeilijke termen die je tegenkomt.”

De Groot: “Als je gaat afstuderen, zoals Ellen, moet je veel dingen zelf regelen. Voor mij werden die geregeld toen ik de draad weer oppakte. Ik begon met wat vakjes, lekker colleges volgen. Zo kom je er relaxter in.”

Reserverol

Zeilster Annette Duetz (23, technische natuurkunde) rondde in januari haar bachelor af. “Tijdens de focus op Rio heb ik tussendoor alleen gestudeerd om tentamens te halen. Nu kan ik mij echt in de stof verdiepen en leuke vakken volgen voor mijn master.” In Brazilië presteerde zowel Hogerwerf (zesde met de vrouwenacht) als Duetz (met Annemiek Bekkering zevende in de 49erFX) onder de eigen verwachting.

De Groot baalde van zijn reserverol. Toch vonden ze het alle drie de moeite waard. De Groot: “Toen ik hoorde dat ik reserve was, was mijn eerste reactie: ik kap ermee. Gaandeweg ben ik meer het proces gaan beschouwen in plaats van dat ene moment. Ik heb mij een paar jaar helemaal op roeien kunnen richten en onderweg veel meegemaakt, onder meer aan een WK meegedaan. Bovendien is het part of the game. Als je eraan begint, weet je wat er kan gebeuren.”

Dubbele gevoelens

Duetz kijkt met dubbele gevoelens terug: “Onze boot was pas kort voor Rio zeker van kwalificatie. Nadat we uit de kernploeg waren gevallen zijn we op eigen houtje verder gegaan. Daarom was het fijn dat we mee konden doen om de medailles, maar we hebben veel steekjes laten vallen. Mentaal waren we niet goed genoeg. Olympische Spelen beleef je toch anders dan andere wedstrijden.”

Hoewel ze de adrenalinekick mist, vindt ze het “lekker om even niet te hoeven”. De Groot valt haar bij: “Niet continu schema’s hoeven volgen, lekker je eigen tijd indelen. Discipline moet nu uit jezelf komen. Dat geldt ook voor het blijven sporten. Ik spreek zoveel mogelijk met een groepje af, dat werkt prima. Studie voert wel de boventoon als er gekozen moet worden.”

Valkuilen

Duetz zat sinds het NK vlak na de Spelen niet meer in een zeilboot, maar houdt wel haar conditie op peil. Dat geldt ook voor Hogerwerf: “Het is niet goed voor je lichaam om te stoppen. Bovendien wil ik een basisniveau behouden, want ergens ben ik nog niet klaar met roeien. De eerste keer ging ik naar de Spelen ‘om het mee te maken’, de tweede keer om voor de medaille te gaan. Dat laatste viel tegen in Rio. Een derde keer ga ik alleen als ik er vertrouwen in heb dat ik een medaillekans heb. Ik weet nu wat je ervoor moet doen en ken de valkuilen.”

De Groot zou in 2020 met dezelfde instelling naar Tokyo willen. “Het wringt een beetje, want als ik over een jaar ben afgestudeerd is de nieuwe Olympische cyclus al een tijdje onderweg.” Duetz: “Ik ga mij waarschijnlijk over een jaar op Tokyo richten, om niet te laat te zijn, en pas daarna ga afstuderen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.