Onderwijs

‘Politici kijken niet verder dan vier jaar’

Prinsjesdag en de algemene beschouwingen hebben een regering laten zien die vol van vertrouwen is over de toekomst. Maar TU-toekomstonderzoeker Patrick van der Duin twijfelt eraan of politici wel een beeld hebben van die toekomst.

Alles wat op lange termijn goed is, is slecht op de korte. Alles wat goed is op de korte duur is slecht op de lange. Deze gedachte is ten onrechte gemeengoed in de huidige politiek, aldus toekomstonderzoeker Patrick van der Duin van de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM).

Ga immers maar na, redeneert hij: de boodschap van het kabinet-Balkenende op Prinsjesdag vorige week was dat na het zuur van de afgelopen jaren nu het zoet komt. In een interview zei de premier dat het niet erg is dat hij nu niet geliefd is, als hij maar populair is bij de verkiezingen in 2007.

Volgens de redenering dat het goede inderdaad volgt op het slechte, is dat in Balkenendes ogen een logische strategie. Als hij nu niet hoog scoort in de peilingen, doet hij dat des te meer als het erop aankomt, bij de verkiezingen. Of zoals Van der Duin het zegt: “Het kabinet denkt nu, ‘hoe meer men het met ons oneens is, hoe beter we het doen. Achteraf krijgen we wel gelijk.”

Het gekke is volgens de onderzoeker alleen dat het zoete dat nu in het verschiet zou liggen, helemaal niet een gevolg hoeft te zijn van de zure maatregelen die het kabinet Balkenende II eerder heeft genomen. “Het kunnen ook de naweeën zijn van Paars. Die kabinetten hebben bijvoorbeeld geïnvesteerd in de wachtlijsten, die nu verdwijnen. Het kan ook de algemene economie zijn die wat aantrekt.”

Van der Duin, die promoveert op hoe bedrijven methoden voor toekomstonderzoek gebruiken voor innovatieprocessen, vindt dat politici de burger beledigen door te doen alsof die niet weet wat goed is voor zijn toekomst. “Burgers kijken alleen maar naar de korte termijn, denken politici. Ik denk dat de tijdshorizon van de gemiddelde burger langer is dan die van de gemiddelde politicus.”

De onderzoeker betoogde drie dagen vóór Prinsjesdag in een opinieartikel in NRC Handelsblad dat regeren tegenwoordig allang niet meer vooruitzien is. “Das war einmal”, schreef hij samen met Hans Stavleu, TNO-toekomstonderzoeker en lector ’toekomstonderzoek in de ict’ aan de Hogeschool Leiden. Politici worden, zo stond er, maar al te vaak verrast door ontwikkelingen die voor de man in de straat allang gewoon zijn.

In zijn kamer op de tweede verdieping bij TBM legt hij uit wat hij bedoelde. Van der Duins boodschap aan de politiek is eigenlijk heel simpel en al vaker gehoord: politici moeten het land in, praten met gewone mensen, reizen met het openbaar vervoer, zelf hun boodschappen doen. Niet een bijbaantje nemen om feeling te houden met de samenleving, maar erop uit, weg uit de bestuurtjes en commissies.

Sommige politici doen dat al wel, maar nog te weinig, vindt Van der Duin. Ze moeten continu contact houden, zodat het beeld verdwijnt dat het alleen maar een verkiezingsstunt is. Dan doen politici wat ook trendwatchers doen, dan “ontwikkelen ze gevoel voor trends en ontwikkelingen, pikken ze signalen veel beter op, krijgen ze een antenne.”

Ook moet de politiek ophouden met voortdurend over zichzelf te praten, vindt de toekomstonderzoeker. Hij signaleert dat het in rapporten van de overheid wel heel veel over die overheid zelf gaat, wat zij wil. “Je kunt de ambitie van een maakbare samenleving beter loslaten en je afvragen wat er in de toekomst gaat gebeuren.”

Want, zo vertelt Van der Duin, pas dan kun je problemen echt aanpakken. “Als je minder criminaliteit wilt, moet de overheid kijken wat ze gegeven alle trends moet doen. Nu zegt men: de criminaliteit moet minder, dan gaat we dat en dat doen.”

Niet dat politici helemaal niet vooruit kijken, er zijn immers planbureaus genoeg. “Het grootste probleem met die instituten is, dat hun rapporten lang niet altijd worden gebruikt. Dat zou verplicht gesteld moeten worden.”

Van der Duin vraagt politici niet om de toekomst te voorspellen. Dat kan hijzelf ook niet. “Wel kun je een aantal scenario’s bedenken, verkenningen doen door te praten met experts maar vooral ook met niet-experts.”

Als je dat maar vaak genoeg doet, weet de onderzoeker, dan kun je een redelijk beeld schetsen van wat mensen over vijf tot tien jaar willen en wat dan mogelijk is. “Dat is niet eenvoudig, maar juist daarom moet je het doen. Alleen worden politici nog te veel afgerekend op de korte termijn.”

Dat is jammer, vindt hij, want wat Nederland nodig heeft, zijn charismatische leiders, binnen de parlementaire democratie, die de taal van de mensen spreken, die een visie en ideeën kunnen overdragen. Nu lukt dat niet. “De kritiek op Prinsjesdag is niet voor niets dat heel veel mensen het niet snappen.”

Hebben politici úberhaupt visie, is dan de vraag. “De vraag stellen is hem beantwoorden”, zegt Van der Duin. “Politici kijken vaak niet verder dan vier jaar. Je kunt de regeringstermijn wel verlengen naar tien jaar, maar je moet ook tussentijds kunnen controleren en legitimeren. Misschien is vijf jaar wel een stap in de goede richting.”

Patrick van der Duin: “De kritiek op Prinsjesdag is niet voor niets dat veel mensen het niet snappen.” (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

Alles wat op lange termijn goed is, is slecht op de korte. Alles wat goed is op de korte duur is slecht op de lange. Deze gedachte is ten onrechte gemeengoed in de huidige politiek, aldus toekomstonderzoeker Patrick van der Duin van de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM).

Ga immers maar na, redeneert hij: de boodschap van het kabinet-Balkenende op Prinsjesdag vorige week was dat na het zuur van de afgelopen jaren nu het zoet komt. In een interview zei de premier dat het niet erg is dat hij nu niet geliefd is, als hij maar populair is bij de verkiezingen in 2007.

Volgens de redenering dat het goede inderdaad volgt op het slechte, is dat in Balkenendes ogen een logische strategie. Als hij nu niet hoog scoort in de peilingen, doet hij dat des te meer als het erop aankomt, bij de verkiezingen. Of zoals Van der Duin het zegt: “Het kabinet denkt nu, ‘hoe meer men het met ons oneens is, hoe beter we het doen. Achteraf krijgen we wel gelijk.”

Het gekke is volgens de onderzoeker alleen dat het zoete dat nu in het verschiet zou liggen, helemaal niet een gevolg hoeft te zijn van de zure maatregelen die het kabinet Balkenende II eerder heeft genomen. “Het kunnen ook de naweeën zijn van Paars. Die kabinetten hebben bijvoorbeeld geïnvesteerd in de wachtlijsten, die nu verdwijnen. Het kan ook de algemene economie zijn die wat aantrekt.”

Van der Duin, die promoveert op hoe bedrijven methoden voor toekomstonderzoek gebruiken voor innovatieprocessen, vindt dat politici de burger beledigen door te doen alsof die niet weet wat goed is voor zijn toekomst. “Burgers kijken alleen maar naar de korte termijn, denken politici. Ik denk dat de tijdshorizon van de gemiddelde burger langer is dan die van de gemiddelde politicus.”

De onderzoeker betoogde drie dagen vóór Prinsjesdag in een opinieartikel in NRC Handelsblad dat regeren tegenwoordig allang niet meer vooruitzien is. “Das war einmal”, schreef hij samen met Hans Stavleu, TNO-toekomstonderzoeker en lector ’toekomstonderzoek in de ict’ aan de Hogeschool Leiden. Politici worden, zo stond er, maar al te vaak verrast door ontwikkelingen die voor de man in de straat allang gewoon zijn.

In zijn kamer op de tweede verdieping bij TBM legt hij uit wat hij bedoelde. Van der Duins boodschap aan de politiek is eigenlijk heel simpel en al vaker gehoord: politici moeten het land in, praten met gewone mensen, reizen met het openbaar vervoer, zelf hun boodschappen doen. Niet een bijbaantje nemen om feeling te houden met de samenleving, maar erop uit, weg uit de bestuurtjes en commissies.

Sommige politici doen dat al wel, maar nog te weinig, vindt Van der Duin. Ze moeten continu contact houden, zodat het beeld verdwijnt dat het alleen maar een verkiezingsstunt is. Dan doen politici wat ook trendwatchers doen, dan “ontwikkelen ze gevoel voor trends en ontwikkelingen, pikken ze signalen veel beter op, krijgen ze een antenne.”

Ook moet de politiek ophouden met voortdurend over zichzelf te praten, vindt de toekomstonderzoeker. Hij signaleert dat het in rapporten van de overheid wel heel veel over die overheid zelf gaat, wat zij wil. “Je kunt de ambitie van een maakbare samenleving beter loslaten en je afvragen wat er in de toekomst gaat gebeuren.”

Want, zo vertelt Van der Duin, pas dan kun je problemen echt aanpakken. “Als je minder criminaliteit wilt, moet de overheid kijken wat ze gegeven alle trends moet doen. Nu zegt men: de criminaliteit moet minder, dan gaat we dat en dat doen.”

Niet dat politici helemaal niet vooruit kijken, er zijn immers planbureaus genoeg. “Het grootste probleem met die instituten is, dat hun rapporten lang niet altijd worden gebruikt. Dat zou verplicht gesteld moeten worden.”

Van der Duin vraagt politici niet om de toekomst te voorspellen. Dat kan hijzelf ook niet. “Wel kun je een aantal scenario’s bedenken, verkenningen doen door te praten met experts maar vooral ook met niet-experts.”

Als je dat maar vaak genoeg doet, weet de onderzoeker, dan kun je een redelijk beeld schetsen van wat mensen over vijf tot tien jaar willen en wat dan mogelijk is. “Dat is niet eenvoudig, maar juist daarom moet je het doen. Alleen worden politici nog te veel afgerekend op de korte termijn.”

Dat is jammer, vindt hij, want wat Nederland nodig heeft, zijn charismatische leiders, binnen de parlementaire democratie, die de taal van de mensen spreken, die een visie en ideeën kunnen overdragen. Nu lukt dat niet. “De kritiek op Prinsjesdag is niet voor niets dat heel veel mensen het niet snappen.”

Hebben politici úberhaupt visie, is dan de vraag. “De vraag stellen is hem beantwoorden”, zegt Van der Duin. “Politici kijken vaak niet verder dan vier jaar. Je kunt de regeringstermijn wel verlengen naar tien jaar, maar je moet ook tussentijds kunnen controleren en legitimeren. Misschien is vijf jaar wel een stap in de goede richting.”

Patrick van der Duin: “De kritiek op Prinsjesdag is niet voor niets dat veel mensen het niet snappen.” (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.