Campus

Plattegrond voor Boijmans

In musea kun je eindeloos verdwalen op zoek naar dat mooie, maar onvindbare schilderij. IO-studente Emma Haagen (22) maakt daar een eind aan met een inventieve zakplattegrond voor museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam.


Een Spaanse familie met twee kinderen loopt ontredderd langs een wit beeld van een vrouw. Ze slaan amper acht op de lade die kunstenaar Salvador Dalí uit haar lichaam liet komen. De vader met ringbaardje schiet coördinator beveiliging Ron Kern aan. “We zijn de weg kwijt”, zegt hij in het Engels. Vliegensvlug haalt Kern een plattegrond uit zijn jaszak. “Wat wilt u zien?” “Alles”, zegt de man. Kern legt vervolgens met behulp van de plattegrond uit, waar ze zijn en nog naar toe kunnen. Tot slot geeft hij de plattegrond mee, die de man dankbaar en verrast in ontvangst neemt.


Van een kleine afstand kijkt vierdejaarsstudent Emma Haagen glunderend toe. “Zag je hoe de bezoeker mee keek over de schouder van de beveiliger? Hij voelde zich er direct bij betrokken”, zegt ze trots terwijl de familie richting de zalen met oude meesters loopt. Haagen bedacht de uitvinding voor het vak exploring interactions van de masteropleiding design for interaction. Museum Boijmans Van Beuningen was zo enthousiast over haar idee, dat het is uitgevoerd.


Alle beveiligers van Boijmans hebben daarom sinds kort de plattegrond van Haagen in hun binnenzak. Ze wijzen de weg door de route op de plattegrond uit te tekenen en deze vervolgens mee te geven. “Het is een even briljant als simpel idee”, zegt Kern. “Het werkt fantastisch. Ons wordt meerdere keren per dag de weg gevraagd. In een museum met veel zalen en gangen is het vaak lastig aan te geven waar bezoekers heen moeten.”


Dat veel bezoekers na het vragen van de weg toch verdwaalden, merkte Haagen zelf toen ze onderzoek deed voor haar plattegrond. Ze sloop mensen achterna die net de weg hadden gevraagd. “Meestal wisten ze al snel niet meer waar ze heen moesten.”


Tegelijkertijd hoorde de studente van beveiligers dat ze het contact met bezoekers het meest waarderen. “Dat is opmerkelijk. Omdat veel mensen de beveiligers juist als star en stijf zien. Dat is natuurlijk nergens voor nodig. Met mijn zakplattegrond breng ik de bezoekers en beveiligers dichter bij elkaar op een plezierige manier, dat was ook het doel van het vak van IO. De beveiliger houdt niet alleen toezicht, maar helpt en geeft mensen wat mee.”


Kern vindt dat het werk leuker is geworden. “We hebben nu beter en langer contact. Het ijs is direct gebroken. En we merken dat het gewaardeerd wordt.” Dat beaamt collega Nathalie van Ruiven. Ze staat voor een schilderij van een stervende zwaan van Jan Weenix uit 1716. “Ik grijp gemiddeld vier keer per dag naar de plattegronden. De meeste mensen zijn verbaasd en daarna blij. Maar er is ook wel kritiek van ouderen dat de letters te klein zijn. En sommige bezoekers vinden dat er te weinig herkenningspunten op staan.”


Het oorspronkelijke ontwerp van Haagen had ook meer herkenningspunten. Zoals de opvallende lamp van het restaurant. Maar grafisch bureau Mijksenaar van het museum wilde de kaart vereenvoudigen. “Ik weet niet precies waarom. Ik vind het jammer, maar helemaal geen probleem. Mijksenaar is een toonaangevend bureau en ik ben er alleen maar trots op dat ze zoveel van mijn ontwerp hebben overgenomen. Zoals een kledinghanger met rood en witte stippen eromheen. Dat geeft de zwevende garderobe aan.”


Haagen kwam op haar idee voor de plattegrond, omdat ze beveiligers vaak slapend op een krukje zag. Of nurks voor zich uitstarend. “Hopelijk is dat nu verleden tijd.” Hoe lang de beveiligers de plattegrond op zak houden is nog onduidelijk. Kern: “Maar als het aan ons ligt gaan we er nog heel erg lang mee door. Ik zou niet meer zonder willen.” 


www.boijmans.nl

The Delft high voltage laboratory collaborates with the German-Danish power cable producer NKT in the development of a high temperature superconducting (HTS) power cable. The superconducting cable should replace one of the existing 6 kilometre long transmission cables connecting the centre of Amsterdam with a distribution point further north.

Losses in the cable should be kept below 1 Watt per meter for each of the three phases at maximum power (3,000 Amperes at 50,000 Volt). The breakthrough that researchers Roy Zuijderduin and Dr Oleg Chevtchenko (both from the faculty Electrical Engineering, Mathematics and Computer Sciences) have achieved is that the losses are “an order of magnitude lower” than this threshold value. NKT cables do not allow chief researcher Professor Johan Smit to give an exact value for the measured losses.

Smit explains that minimising the losses is vital for a superconducting cable, since any heat production has to be cooled off in order to maintain superconductivity.
On both sides of the Amsterdam HTS cable, cooling stations will be pumping liquid nitrogen down the hollow centre of the cable in order to keep its temperature below 90 Kelvin. All included, a superconducting cable features about half the loss of normal high voltage power transmission (typically 5 percent).

The main losses are due to thermal leakage and alternating electromagnetic fields. By spiralling the thin, 3 millimetre wide superconducting strips neatly side by side along the hollow centre, the researchers succeeded in closing any gaps between the tapes, thus minimising the electromagnetic losses.
Smit foresees HTS cables taking the place of copper wires in the next decade, not only in power transmission, but also in motors and generators for wind turbines. This will be especially true when copper prices rise.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.